ECLI:NL:RBNHO:2023:3400

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
29 maart 2023
Publicatiedatum
13 april 2023
Zaaknummer
10089825 \ CV EXPL 22-5418
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen verstekvonnis in luchtvaartzaak met betrekking tot compensatie bij vluchtannulering

In deze zaak heeft AirHelp Germany GmbH een vordering ingesteld tegen Pegasus Airlines, die niet verschenen was, wat leidde tot een verstekvonnis op 20 juli 2022. Pegasus Airlines heeft vervolgens verzet aangetekend tegen dit vonnis. De zaak betreft een annulering van een vlucht van Amsterdam-Schiphol naar Sabiha Gokcen, Istanbul op 17 februari 2022, waarbij de passagier compensatie eiste op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vlucht geannuleerd was vanwege buitengewone omstandigheden, namelijk hevig noodweer, en dat Pegasus Airlines voldoende maatregelen had genomen om de gevolgen van deze omstandigheden te beperken. De kantonrechter heeft het verzet gegrond verklaard, het verstekvonnis vernietigd en de oorspronkelijke vordering van AirHelp afgewezen. AirHelp werd veroordeeld in de proceskosten van zowel de verstek- als de verzetprocedure.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10089825 \ CV EXPL 22-5418
Uitspraakdatum: 29 maart 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Pegasus Airlines
gevestigd te Istanbul (Turkije)
eiseres in verzet
hierna te noemen de vervoerder
gemachtigde P. Frühling
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
AirHelp Germany GmbH
gevestigd te Berlijn (Duitsland)
gedaagde in verzet
hierna te noemen de vervoerder
gemachtigde mr. D.E. Lof

1.Het procesverloop

1.1.
AirHelp heeft bij inleidende dagvaarding van 3 juni 2022 een vordering ingesteld tegen de vervoerder. De vervoerder is niet verschenen, waarna de vervoerder bij verstekvonnis van 20 juli 2022 is veroordeeld.
1.2.
Bij dagvaarding van 31 augustus 2022 is de vervoerder in verzet gekomen van dat verstekvonnis. AirHelp heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna de vervoerder een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagier [de passagier] (hierna: de passagier) heeft een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder de passagier diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport naar Sabiha Gokcen, Istanbul op 17 februari 2022 om 07:00 uur (lokale tijd), hierna: de vlucht.
2.2.
De vlucht is geannuleerd.
2.3.
De passagier heeft haar gepretendeerde vorderingsrecht overgedragen aan AirHelp
2.4.
Airhelp heeft compensatie van de vervoerder gevorderd in verband met voornoemde annulering.
2.5.
De vervoerder heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
AirHelp heeft bij inleidende dagvaarding gevorderd dat de vervoerder bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 400,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf datum vlucht tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
AirHelp heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). AirHelp heeft gesteld dat de vervoerder vanwege de annulering van de vlucht gehouden is te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 400,00.
3.3.
De vervoerder is door de kantonrechter bij verstek veroordeeld tot betaling van het gevorderde.
3.4.
De vervoerder vordert, in de verzetdagvaarding, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, het verzet tegen het verstekvonnis van 20 juli 2022 gegrond te verklaren. de vervoerder te ontheffen van de verplichtingen voortvloeiend uit dit verstekvonnis en AirHelp niet ontvankelijk te verklaren dan wel de vordering als kennelijk ongegrond te ontzeggen met veroordeling van AirHelp in de proceskosten.
3.5.
Daartoe voert de vervoerder aan – samengevat – dat de vlucht is geannuleerd vanwege buitengewone omstandigheden die ondanks het nemen van alle redelijke maatregelen niet konden worden voorkomen, te weten hevig noodweer (stormen Dudley en Eunice)

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
De vervoerder heeft bij conclusie van repliek in verzet nog producties in het geding gebracht. AirHelp heeft daarop niet meer kunnen reageren, zodat deze producties bij de beoordeling buiten beschouwing zullen worden gelaten.
4.3.
Vast staat dat de vlucht is geannuleerd. Nu gesteld, noch gebleken is dat de vervoerder zich kan beroepen op artikel 5, eerste lid, onder c sub i, ii of iii van de Verordening, geldt er in beginsel een compensatieplicht voor de vervoerder. Dit is anders indien de vervoerder kan aantonen dat de annulering het gevolg is van buitengewone omstandigheden als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening.
4.4.
Ten aanzien van het beroep van de vervoerder op de aanwezigheid van buitengewone omstandigheden geldt (in algemene zin) het volgende. In punt 14 van de considerans van de Verordening staat dat dergelijke omstandigheden zich kunnen voordoen in geval van weersomstandigheden die de uitvoering van de vlucht in kwestie verhinderen en in geval van onverwachte vliegveiligheidsproblemen.
4.5.
De vraag die thans voorligt is of de vervoerder met de door hem overgelegde producties en zijn toelichting daarop voldoende heeft aangetoond dat de annulering van de vlucht het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden. De kantonrechter overweegt als volgt.
4.6.
De vervoerder heeft ter onderbouwing van de slechte weersomstandigheden weersmeldingen van het KNMI en het METAR rapport (Meteorological Aerodrome Report) van de weerssituatie te Schiphol op 17 februari 2022 overgelegd. Verder heeft de vervoerder screenshots overgelegd uit het eigen systeem waaruit volgens de vervoerder volgt dat de windsnelheden te hoog waren om op te stijgen en NOTAM-berichten waaruit zou volgen dat verschillende landingsbanen waren gesloten.
4.7.
Airhelp stelt dat de passagier is omgeboekt naar een vlucht op dezelfde dag om 11:45 uur (lokale tijd) en dat de weersomstandigheden op dit tijdstip hetzelfde waren als ten tijde van de geplande vertrektijd van de vlucht (om 07:00 uur), te weten windsnelheden van 28 knopen. De vervangende vlucht is uiteindelijk later vertrokken toen de windsnelheden aanzienlijk waren toegenomen (van 28 knopen naar 36 knopen). De zijwind ten tijde van het geplande vertrek van de vlucht was lager dan 30 knopen, namelijk 28 knopen. De zijwind ten tijde van vertrek van de alternatieve vlucht was hoger, namelijk 36 knopen. Daarbij stonden op 17 februari om 07:00 uur (lokale tijd) nog zes andere vluchten gepland om te vertrekken vanuit Schiphol. Deze zijn tijdig uitgevoerd. De vervoerder heeft dan ook onvoldoende onderbouwd waarom de onderhavige vlucht moest worden geannuleerd, aldus AirHelp.
4.8.
De vervoerder heeft gemotiveerd weersproken dat alle andere vluchten omstreeks het geplande moment van vertrek van de vlucht zonder problemen zijn vertrokken. Daarbij heeft de vervoerder ook aannemelijk gemaakt dat de weersomstandigheden ten tijde van de vervangende vlucht beter waren dan de weersomstandigheden in de ochtend (in de ochtend om 06:55 uur UTC 28 knopen met vlagen tot 44 knopen en om 12:25 uur UTC 25 knopen met vlagen tot 35 knopen). Voorts heeft de vervoerder met de screenshots uit het eigen systeem voldoende aannemelijk gemaakt dat het systeem aangaf dat opstijgen risico’s met zich mee zou brengen. Hiermee heeft de vervoerder voldoende onderbouwd dat opstijgen onder de genoemde weersomstandigheden een vliegveiligheidsprobleem met zich mee had gebracht. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat sprake is geweest van buitengewone omstandigheden.
4.9.
Verder heeft de vervoerder toegelicht dat hij er alles aan heeft gedaan om de gevolgen van de buitengewone omstandigheden zo beperkt mogelijk te houden. De vervoerder heeft de passagier direct omgeboekt naar de eerste beschikbare alternatieve vlucht. Dit is niet betwist. Niet gebleken is dat er in de gegeven omstandigheden meer van de vervoerder kon worden verwacht. De conclusie is dan ook dat de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft genomen om de vertraging op de eindbestemming te beperken.
4.10.
Het verzet is gegrond. Het verstekvonnis kan dan ook niet in stand blijven. De oorspronkelijke vordering zal alsnog worden afgewezen.
4.11.
AirHelp wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van zowel de verstek- als de verzetprocedure, met dien verstande dat de kosten van de verzetdagvaarding door de vervoerder zelf gedragen moeten worden. Ook de nakosten komen voor rekening van AirHelp, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
verklaart het verzet gegrond en vernietigt het verstekvonnis van 20 juli 2022;
en, opnieuw rechtdoende
5.2.
wijst de oorspronkelijke vordering van AirHelp alsnog af;
5.3.
veroordeelt AirHelp tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de vervoerder worden vastgesteld op een bedrag van € 160,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder en veroordeelt AirHelp tot betaling van € 40,00 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt;
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter