Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Beschikking van de kinderrechter over een ondertoezichtstelling
de Raad voor de Kinderbescherming,
[de minderjarige] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
[de moeder] ,
[de vader] ,
WERKORGANISATIE [werkorganisatie] ,
Het procesverloop
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- namens de Raad, [vertegenwoordiger van de raad] ;
- namens [werkorganisatie] , [vertegenwoordiger werkorganisatie] en [vertegenwoordiger werkorganisatie] .
De feiten
Het verzoek
Het standpunt van de belanghebbenden
agree to disagree. De vader meent dat dit de laatste tijd goed gaat. Een ondertoezichtstelling zal dan ook geen verandering brengen, juist omdat er al verschillende vormen van hulpverlening zijn ingezet. Het gaat goed met [de minderjarige] sinds hij op de middelbare school zit en gesprekken heeft bij [Praktijk] . Zolang de ouders deze hulpverlening of aanvullende hulp die geadviseerd wordt door [Praktijk] accepteren, is er geen grond voor een ondertoezichtstelling. Mocht dit in de toekomst anders zijn, dan heeft [Praktijk] een signalerende functie en zullen zij direct de Raad inlichten. Bovendien zal een ondertoezichtstelling mogelijk alleen maar belastend voor [de minderjarige] werken, terwijl hij juist ontlast moet worden.