ECLI:NL:RBNHO:2023:3277

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
23 februari 2023
Publicatiedatum
12 april 2023
Zaaknummer
C/15/336646 / JU RK 23-213
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige met complexe problematiek

Op 23 februari 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van een machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, aangeduid als [de jeugdige]. De kinderrechter heeft de machtiging verlengd tot 15 april 2023, ondanks het verzoek van de gecertificeerde instelling De Jeugd- & Gezinsbeschermers om een langere periode van drie maanden. De reden voor de verlenging is de noodzaak om de continuïteit van de zorg voor [de jeugdige] te waarborgen, terwijl er gewerkt wordt aan een passende vervolgplek. Tijdens de zitting is gebleken dat er een drie milieus voorziening voor [de jeugdige] in de maak is, die op 1 april 2023 operationeel moet zijn. De kinderrechter heeft benadrukt dat het van groot belang is dat [de jeugdige] niet opnieuw van woonplek hoeft te wisselen en dat de intensieve begeleiding tot aan zijn overplaatsing kan worden voortgezet.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat [de jeugdige] een kwetsbare jongen is die al vanaf jonge leeftijd veel heeft meegemaakt en dat zijn complexe problematiek vraagt om een intensieve en op maat gemaakte aanpak. De betrokken partijen, waaronder de pleegouders en de GI, hebben hun steun uitgesproken voor de verlenging van de machtiging, maar met de nadruk op de noodzaak van een snelle overplaatsing naar de nieuwe voorziening. De kinderrechter heeft de motivatie van [de jeugdige] om te verhuizen en zijn positieve vooruitzichten benadrukt, en heeft de betrokkenen aangespoord om de overplaatsing zo soepel mogelijk te laten verlopen.

De beslissing van de kinderrechter is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beschikking onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele hoger beroep procedures. De kinderrechter heeft ook de termijn voor het indienen van hoger beroep vastgesteld, wat binnen drie maanden na de uitspraak moet gebeuren.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Alkmaar
Zaaknummer: C/15/336646 / JU RK 23-213
Datum uitspraak: 23 februari 2023
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
de gecertificeerde instelling De Jeugd- & Gezinsbeschermers,
gevestigd te Alkmaar, hierna te noemen: de GI,
betreffende
[de jeugdige], geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
hierna te noemen: [de jeugdige] ,
advocaat: mr. M. Berbee, te Den Helder.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de pleegmoeder] ,
hierna te noemen: de pleegmoeder,
wonende te [plaats] , gemeente [gemeente] ,
[de pleegvader],
hierna te noemen: de pleegvader,
wonende te [plaats] , gemeente [gemeente] .

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 8 februari 2023, ingekomen bij de griffie op 10 februari 2023;
- de instemmende verklaring d.d. 6 februari 2023 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
1.2.
Op 23 februari 2023 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling bij [gesloten instelling] , locatie [locatie] , te [plaats] (hierna te noemen: [gesloten instelling] ) met gesloten deuren behandeld. Verschenen en gehoord zijn:
- [de jeugdige] , die eerst apart is gehoord, bijgestaan door mr. M. Berbee;
- de pleegvader;
- de pleegmoeder;
- [vertegenwoordiger van de GI] , namens de GI;
- [gedragswetenschapper] , gedragswetenschapper [gesloten instelling] ;
- [begeleider] , begeleider van de groep op [gesloten instelling] .
2. De feiten
2.1.
Bij beschikking van 26 maart 2014 is [de jeugdige] onder voogdij gesteld van de pleegouders.
2.2.
De kinderrechter heeft [de jeugdige] bij beschikking van 30 november 2021 onder toezicht gesteld van de GI. De ondertoezichtstelling is daarna steeds verlengd, voor het laatst tot 30 november 2023.
2.3.
Bij beschikking van 17 februari 2022 heeft de kinderrechter heeft een machtiging gesloten jeugdhulp (na spoed) verleend tot 17 mei 2022. De machtiging is daarna steeds verlengd, voor het laatst tot 28 februari 2023.
2.4.
Op grond van voornoemde machtiging verblijft [de jeugdige] bij [gesloten instelling] te [plaats] .

3.Het verzoek

3.1.
De GI verzoekt een machtiging te verlenen om [de jeugdige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te laten opnemen en verblijven voor de duur van drie maanden. Ter onderbouwing van het verzoek heeft de GI het volgende naar voren gebracht.
3.2.
Begin juli 2022 is [de jeugdige] overgeplaatst naar een eigen studio op het terrein van [gesloten instelling] . Hij is wel nog aan de groep verbonden, maar heeft nu meer losse één op één momenten met zijn begeleider. Hij heeft daardoor meer rust. Ook maakt [gesloten instelling] een dagprogramma zodat [de jeugdige] weet hoe zijn dag eruit gaat zien. [gesloten instelling] ziet dat [de jeugdige] sindsdien beter in zijn vel zit en minder op zijn tenen hoeft te lopen. De agressie van [de jeugdige] is afgenomen, maar op bepaalde momenten nog wel aanwezig. Als [de jeugdige] iets niet mag of begrensd wordt door de begeleiding, kan hij nog steeds agressie laten zien en komt het wel eens voor dat de begeleiding [de jeugdige] moet fixeren in zijn studio. Deze incidenten maken dat een open plaatsing nog niet passend wordt geacht voor [de jeugdige] .
3.3.
Door de betrokken partijen is vastgesteld dat een drie milieus voorziening het beste aansluit bij de mogelijkheden van [de jeugdige] . Er lopen gesprekken tussen GGZ NHN Jeugd, ’s Heeren Loo en I-HUB ( [gesloten instelling] ) over een vervolgplek voor [de jeugdige] . Inmiddels is bekend dat een plek bij GGZ NHN in [plaats] gecreëerd gaat worden. Daarvoor moeten zij eerst verbouwen. De opdracht daarvoor ligt nu bij de aannemer. De streefdatum van het einde van de machtiging is doorgegeven, maar het is onduidelijk of de verbouwing op tijd klaar is. GGZ NHN wil dat [de jeugdige] pas overkomt als alles goed geregeld is en hij een goede start kan maken. De GI vindt het van belang dat [de jeugdige] tot die tijd bij [gesloten instelling] kan blijven wonen.
3.4.
Ter zitting heeft de gezinsvoogd naar voren gebracht dat GGZ NHN in [plaats] [de jeugdige] op 1 april 2023 kan ontvangen. Er wordt een extra ruimte in de accommodatie gecreëerd en er is een team voor [de jeugdige] samengesteld. Ook zal er een warme overdracht plaatsvinden vanuit [gesloten instelling] naar de GGZ NHN. Verder voert de GI gesprekken met de [school] en Wijk en Waard om ervoor te zorgen dat er voor [de jeugdige] een opleiding, werk of een andere passende dagbesteding wordt gevonden. Desgevraagd heeft de gezinsvoogd aangegeven dat er bij een verbouwing altijd iets kan gebeuren waardoor de overplaatsing langer duurt, maar dat hij er alle vertrouwen in heeft dat [de jeugdige] na 1 april 2023 niet meer bij [gesloten instelling] verblijft. Als dit toch anders loopt, zal de gezinsvoogd [de jeugdige] daarvan tijdig op de hoogte stellen.

4.Het standpunt van de belanghebbenden

[de jeugdige]
4.1.
heeft tijdens het gesprek met de kinderrechter verteld dat het goed met hem gaat. Hij wil graag weg bij [gesloten instelling] en is blij dat hij op korte termijn wordt overgeplaatst. Hij heeft er zo lang gezeten en veel jongeren zien komen en gaan. Hij is blij dat hij nu ook weg kan. Hij kijkt er naar uit en is gemotiveerd. Ook heeft hij bevestigd dat hij niet terug wil naar zijn pleegouders.
4.2.
Mr. Berbee heeft namens [de jeugdige] ingestemd met de verlenging van de machtiging gesloten jeugdhulp, maar voor een kortere periode dan de drie maanden die zijn verzocht, te weten tot 15 april 2023. Daarbij heeft mr. Berbee benadrukt dat het streven moet blijven om [de jeugdige] op 1 april 2023 over te plaatsen. Mr. Berbee wil echter voorkomen dat, mocht de verbouwing toch iets uitlopen, er opnieuw een zitting moet worden gepland voor verlenging van de machtiging. Daarom is 15 april 2023 een veilige datum. Volgens mr. Berbee moet dit echt de laatste keer zijn dat de machtiging wordt verlengd, aangezien alle betrokkenen het er al langere tijd over eens zijn dat de gesloten jeugdzorg niet de juiste plek voor [de jeugdige] is.
De pleegouders
4.3.
De pleegouders hebben ter zitting aangegeven dat zij blij zijn dat er – na een lange zoektocht – een passende vervolgplek voor [de jeugdige] is gevonden. Ze zijn benieuwd naar de mogelijkheden en behandelingen die de nieuwe woonplek van [de jeugdige] biedt en hopen dat [de jeugdige] daar veel stappen kan gaan zetten.
[gesloten instelling]
4.4.
De gedragswetenschapper heeft ter zitting naar voren gebracht dat [gesloten instelling] blij is dat er een vervolgplek voor [de jeugdige] gevonden is. Er is de afgelopen periode intensief contact is geweest tussen de GI, [gesloten instelling] en de andere betrokken instanties. Ook is er een team van hulpverleners samengesteld die vanuit [gesloten instelling] met [de jeugdige] mee zullen gaan naar zijn nieuwe plek. [de jeugdige] heeft daar zelf ook inspraak in gehad. Verder heeft de gedragswetenschapper naar voren gebracht dat [de jeugdige] veel in zijn mars heeft en dat de verwachting is dat zijn overplaatsing voor een positieve ontwikkeling zal zorgen.
4.5.
De groepsleider heeft ter zitting verteld dat hij ziet dat [de jeugdige] blij en verheugd is sinds hij heeft gehoord dat dat hij op 1 april 2023 gaat verhuizen. Hij hoopt dat [de jeugdige] dit weet vast te houden en dat de periode bij [gesloten instelling] positief kan worden afgesloten.

5.De beoordeling

5.1.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
5.2.
Op grond van de stukken en wat tijdens de mondelinge behandeling naar voren is gebracht, overweegt de kinderrechter als volgt. [de jeugdige] is een kwetsbare jongen die al vanaf jonge leeftijd veel heeft meegemaakt. Hij heeft op veel verschillende plekken gewoond, waarvan ruim een jaar in verschillende gesloten instellingen. Alle betrokkenen zijn het er al langere tijd over eens dat [gesloten instelling] niet de juiste plek voor [de jeugdige] is. De complexe problematiek van [de jeugdige] vraagt een intensieve en op maat gemaakte aanpak. De afgelopen periode is daarom gezocht naar een geschikte plek voor [de jeugdige] waar hem passende hulpverlening kan worden geboden. De kinderrechter is blij om te horen dat het uiteindelijk gelukt is om deze plek voor [de jeugdige] te creëren en dat hij daar op korte termijn naartoe kan. [de jeugdige] heeft op de zitting verteld dat hij uitkijkt naar zijn overplaatsing en gemotiveerd is om aan de slag te gaan. De motivatie van [de jeugdige] is ook op de zitting zichtbaar en [de jeugdige] verdient een compliment voor zijn veerkracht.
5.3.
Ter zitting is duidelijk geworden dat de drie milieus voorziening die voor [de jeugdige] is gecreëerd op 1 april 2023 klaar zal zijn. Voor die tijd zal [de jeugdige] langsgaan op zijn nieuwe woonplek en zal er een warme overdracht plaatsvinden. De kinderrechter acht het van belang dat de plaatsing van [de jeugdige] bij [gesloten instelling] voor de tussenliggende periode wordt gewaarborgd, zodat hij niet opnieuw van woonplek hoeft te wisselen en zijn begeleiding kan worden voortgezet. De kinderrechter zal daarom de machtiging gesloten jeugdhulp verlengen voor de periode die nodig is ter overbrugging, te weten tot 15 april 2023. Daarbij wil de kinderrechter benadrukken dat het uitdrukkelijk streven blijft dat [de jeugdige] op 1 april 2023 wordt overgeplaatst en dat hij niet langer bij [gesloten instelling] woont dan noodzakelijk is. Tegelijkertijd wil de kinderrechter – zoals benadrukt door de advocaat van [de jeugdige] – voorkomen dat er opnieuw een verlenging van de machtiging of zelfs een spoedmachtiging nodig is als de verbouwing onverwacht uitloopt.

6.De beslissing

6.1.
De kinderrechter:
- verlengt de machtiging om
[de jeugdige], geboren op [geboortedatum] te [plaats] , te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp, tot uiterlijk 15 april 2023;
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 23 februari 2023 door mr. G.A.M. van Dijk, in tegenwoordigheid van mr. L. Jense, als griffier en schriftelijk vastgesteld op 7 maart 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Amsterdam.