ECLI:NL:RBNHO:2023:3212

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
12 april 2023
Publicatiedatum
11 april 2023
Zaaknummer
10036352 CV EXPL 22-4639
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van de kantonrechter in incident tot voeging en proceskostenveroordeling

In deze zaak heeft de besloten vennootschap The Lake Hotel B.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde 1] c.s. en tevens een incidentele vordering tot voeging. De gedaagden hebben geantwoord op de incidentele vordering en gesteld dat de kantonrechter onbevoegd is. De kantonrechter heeft zich bevoegd verklaard in een andere zaak, maar heeft de gevorderde voeging afgewezen omdat de voorwaarde voor voeging niet vervuld was. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de proceskosten voor rekening van The Lake Hotel komen, omdat zij ongelijk heeft gekregen in het incident.

De kantonrechter heeft vervolgens de bevoegdheid beoordeeld. [gedaagde 1] c.s. stelden dat de kantonrechter niet bevoegd was voor vorderingen die betrekking hebben op de koopovereenkomst en schadevergoeding. The Lake Hotel voerde aan dat de vorderingen onlosmakelijk verbonden zijn met de huurovereenkomst. De kantonrechter oordeelde dat er voldoende samenhang was tussen de overeenkomsten, waardoor hij zich bevoegd achtte om van de vorderingen kennis te nemen. De vordering in het incident werd afgewezen en de proceskosten werden toegewezen aan [gedaagde 1] c.s. omdat zij ongelijk kregen.

De beslissing van de kantonrechter omvatte de afwijzing van de vordering tot voeging en de veroordeling van beide partijen in de proceskosten. De zaak is vervolgens doorverwezen naar de rolzitting voor beraad op 26 april 2023.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10036352 CV EXPL 22-4639
Uitspraakdatum: 12 april 2023
Vonnis van de kantonrechter in het incident in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
The Lake Hotel B.V.
statutair gevestigd te Amsterdam en kantoor houdende te Badhoevedorp,
eiseres in de hoofdzaak,
eiseres in het incident tot voeging,
verweerster in het incident tot onbevoegdheid,
verder te noemen: The Lake Hotel
gemachtigde: mr. R.P. Streng,
tegen

1.[gedaagde 1],

2. [gedaagde 2],
beiden wonende te Hoevelaken,
gedaagden in de hoofdzaak,
verweerders in het incident tot voeging,
eisers in het incident tot onbevoegdheid,
verder te noemen: [gedaagde 1] c.s.
gemachtigde: mr. J.P.F.R. Bugter.

1.Het procesverloop

1.1.
The Lake Hotel heeft bij dagvaarding van 27 juli 2022 een vordering tegen [gedaagde 1] c.s. ingesteld. Tevens heeft zij een incidentele vordering tot voeging ingesteld. [gedaagde 1] c.s. hebben geantwoord op de incidentele vordering tot voeging, een incidentele conclusie genomen waarin wordt gesteld dat de kantonrechter onbevoegd is van (een deel van) de vorderingen kennis te nemen en geantwoord in de hoofdzaak. The Lake Hotel heeft schriftelijk gereageerd op de incidentele vordering tot onbevoegdheid.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in de incidenten.

2.De beoordeling van het incident tot voeging

2.1
The Lake Hotel heeft voorwaardelijk, voor het geval de kantonrechter in de zaak met 9815968 CV EXPL 22-2247 zich bevoegd zal verklaren, voeging gevorderd van de onderhavige zaak met die zaak vanwege verknochtheid van de zaken.
2.2.
[gedaagde 1] c.s. hebben bezwaar gemaakt tegen de gevorderde voeging van de onderhavige zaak met de zaak met zaak- en rolnummer 9815968 CV EXPL 22-2247.
2.3.
De kantonrechter heeft zich in genoemde zaak bevoegd verklaard van het geschil kennis te nemen zodat de voorwaarde waaronder de vordering tot voeging is ingesteld is vervuld. De gevorderde voeging wordt afgewezen. De kantonrechter is er ambtshalve mee bekend dat de zaak met zaak- en rolnummer 9815968 CV EXPL 22-2247 op 27 december 2022 is doorgehaald op verzoek van partijen. Om die reden is voeging van de beide zaken niet mogelijk.
2.4.
De proceskosten van dit incident komen voor rekening van The Lake Hotel, omdat zij ongelijk krijgt.

3.De beoordeling van de bevoegdheid van de kantonrechter

3.1.
[gedaagde 1] c.s. stellen dat de kantonrechter niet bevoegd is om van de zaak kennis te nemen voor zover de vorderingen van The Lake Hotel betrekking hebben op de koopovereenkomst en de gevorderde vergoeding van schade of terugbetaling van de koopsom. Zij stellen dat, anders dan The Lake Hotel stelt, die vorderingen niet hun grondslag vinden in de huurovereenkomst en dat er ook geen sprake is van een zodanige samenhang met de vorderingen uit hoofde van de huurovereenkomst dat de kantonrechter wel bevoegd zou zijn voor zover die vorderingen een bedrag van € 25.000,-- te boven gaan.
3.2.
The Lake Hotel voert daartegen aan dat het hier gaat om de koop van een hotelonderneming en de huur van de bedrijfsruimte in dat pand ter (voortzetting van de) exploitatie van het hotel met restaurant en bar. Zij stelt dat de beide overeenkomsten onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, zoals ook blijkt uit artikel 4 van de koopovereenkomst.
3.3.
Artikel 4 van de koopovereenkomst luidt:
Huurovereenkomst pand/bedrijfsruimte. Partijen komen gelijktijdig met het sluiten van deze overeenkomst een huurovereenkomst omtrent het pand aan de [adres] overeen (zie bijlage).
Naar het oordeel van de kantonrechter volgt hieruit afdoende dat sprake is van overeenkomsten die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Deze samenhang tussen de overeenkomsten maakt dat sprake is van dusdanige samenhang tussen de vorderingen dat die zich verzet tegen afzonderlijke behandeling. Om die reden acht de kantonrechter zich bevoegd van de vorderingen kennis te nemen. De vordering in het incident wordt daarom afgewezen.
3.4.
De proceskosten van dit incident komen voor rekening van [gedaagde 1] c.s., omdat zij ongelijk krijgen.

4.De beslissing

De kantonrechter:
in het incident tot voeging
4.1.
wijst de vordering af;
4.2.
veroordeelt The Lake Hotel in de kosten van het incident die de kantonrechter tot en met vandaag vaststelt op nihil aan salaris van de gemachtigde van [gedaagde 1] c.s..
in het incident tot voeging
4.3.
wijst de vordering af;
4.4.
veroordeelt [gedaagde 1] c.s. in de kosten van het incident die de kantonrechter tot en met vandaag vaststelt op € 264,00 aan salaris van de gemachtigde van The Lake Hotel.
in de hoofdzaak
4.5.
verwijst de zaak naar de rolzitting van
26 april 2023te
10:00 uurvoor beraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter