Op 9 maart 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, uitspraak gedaan in de zaken met zaaknummers 23/556 en 23/557. Het betreft een verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster, die een zorgovereenkomst met Zilveren Kruis Zorgkantoor had aangevraagd. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen, omdat er geen spoedeisend belang is aangetoond.
De achtergrond van de zaak is dat Zilveren Kruis Zorgkantoor op 27 januari 2023 de zorgovereenkomst met zorgverlener Siffa B.V. heeft afgewezen. Verzoekster heeft hiertegen bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de zaak op zitting behandeld, waarbij de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren.
In zijn beoordeling heeft de voorzieningenrechter vastgesteld dat er geen onverwijlde spoed is die een voorlopige voorziening rechtvaardigt. Verzoekster heeft een lopende Wet langdurige zorg (Wlz)-indicatie en kan zorg in natura ontvangen, waardoor zij niet verstoken blijft van noodzakelijke zorg. De voorzieningenrechter concludeert dat er geen evident onrechtmatig besluit is genomen door de verweerder en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn erop gewezen dat tegen deze mondelinge uitspraak geen hoger beroep of verzet openstaat.