Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Procedure
2.Feiten en omstandigheden
- [kind 1] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] , en;
- [kind 2] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] .
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 7 april 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot adoptie van een minderjarige door de verzoeker, die de levenspartner van de moeder is. De rechtbank heeft het verzoek tot adoptie afgewezen, omdat niet voldaan was aan de samenlevingstermijn van drie jaar, zoals vereist in artikel 1:227 van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank overwoog dat, hoewel de verzoeker en de moeder een langdurige relatie hebben, zij tot voor kort niet op hetzelfde adres woonden en dus niet aan de strikte eisen van de wet voldeden. De rechtbank benadrukte dat de belangen van de minderjarige voorop staan en dat de recente ontwikkelingen in het contact tussen de minderjarige en haar biologische vader ook een rol spelen in de beslissing. De rechtbank concludeerde dat de adoptie op dit moment niet in het kennelijk belang van de minderjarige is, gezien haar jonge leeftijd en de recente positieve ontwikkelingen in het contact met de vader.
Daarnaast heeft de rechtbank het subsidiaire verzoek van de verzoeker en de moeder om gezamenlijk gezag over de minderjarige toegekend. De rechtbank oordeelde dat, hoewel niet aan de verzorgingstermijn van een jaar was voldaan, de omstandigheden en de nauwe persoonlijke betrekking tussen de verzoeker en de minderjarige voldoende basis gaven om het verzoek toe te wijzen. De rechtbank heeft ook de geslachtsnaam van de minderjarige gewijzigd in die van de verzoeker, wat in het belang van de minderjarige werd geacht. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de rechtbank heeft de nodige stappen voor de wijziging van de geslachtsnaam gelast.