ECLI:NL:RBNHO:2023:3168

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 maart 2023
Publicatiedatum
7 april 2023
Zaaknummer
10300874 \ WM VERZ 23-167
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens te hard rijden binnen de bebouwde kom

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 10 maart 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene wegens het rijden van 12 km per uur te hard binnen de bebouwde kom. De betrokkene was het niet eens met de beslissing van de officier van justitie, die het beroep tegen de boete ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar de betrokkene zelf of zijn gemachtigde was niet verschenen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, voldoende was aangetoond aan de hand van de beschikbare stukken in het dossier. De betrokkene had in zijn beroepschrift aangevoerd dat het dossier niet de gemeten, gecorrigeerde en toegestane snelheid vermeldde en dat de foto van de gedraging te donker was om te kunnen zien op welke rijstrook het voertuig reed. De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft echter betoogd dat, ondanks de ontbrekende gegevens, het voor de betrokkene duidelijk moest zijn op basis van de gedragsregel en de gemeten snelheid dat de boete terecht was opgelegd.

De kantonrechter oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de gedraging en dat de betrokkene geen reden had aangevoerd om de boete te matigen. Het beroep werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenvergoeding vastgesteld. De uitspraak werd openbaar gedaan door de kantonrechter, en er werd gewezen op de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden binnen zes weken na de dag van toezending.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknummer : 10300874 \ WM VERZ 23-167
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 10 maart 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
naam : [naam]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [woonplaats] (hierna te noemen: betrokkene)
gemachtigde : [gemachtigde] .

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Namens betrokkene is daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is namens betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 10 maart 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Namens betrokkene is niemand verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: 12 km per uur harder rijden dan mag binnen de bebouwde kom.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd. Zo is aangegeven dat het in het dossier aanwezige zaakoverzicht niet de gemeten, gecorrigeerde en toegestane snelheid vermeldt. Ook is de in het dossier opgenomen foto van de gedraging dusdanig donker van kleur, dat er niet te zien is op welke rijstrook het voertuig (als dit al het voertuig van betrokkene is) rijdt. Hierdoor is de sanctie ten onrechte aan betrokkene opgelegd.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op 9 maart 2023 per e-mail een compleet zaakoverzicht toegezonden. De griffier heeft getracht dit stuk per e-mail (gezien de resterende tijd tot de zitting niet per post) door te zenden aan gemachtigde, maar op de in het dossier aanwezige stukken op briefpapier van gemachtigde blijkt geen e-mailadres te zijn opgenomen. Ook via internet is geen e-mailadres te achterhalen, en het telefoonnummer dat aangetroffen werd op de site “boetejuristen.nl” (en waar de naam van gemachtigde op werd vermeld) bleek alleen op woensdagochtend van 9.00 uur tot 10.00 uur gebeld te kunnen worden. Het stuk zal dan ook met deze beslissing aan gemachtigde worden meegezonden.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op haar laptop de foto getoond, en de kantonrechter herkende daar het voertuig van betrokkene op. Het voertuig reed op de enige rijbaan. De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting ook betoogd dat er in het zaakoverzicht weliswaar gegevens ontbraken, maar dat op basis van de gedragsregel voor de maximum snelheid voor het voertuig van betrokkene (45 km/uur) en de gemeten snelheid die op de foto in het dossier staat vermeld (60 km/uur) het voor betrokkene wel voldoende duidelijk moet zijn geweest op basis waarvan de boete is opgelegd. Zij heeft daarom ook om ongegrondverklaring van het beroep verzocht.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Zij ziet geen aanleiding om de zaak aan te houden om gemachtigde in de gelegenheid te stellen om alsnog op het ingebrachte zaakoverzicht te reageren, nu het ook aan gemachtigde is om bereikbaar te zijn. Dit is, gezien de door de griffier genomen moeite dat tot niets heeft geleid, niet het geval. Ook is zij van oordeel dat – net als de vertegenwoordiger van de officier van justitie ter zitting heeft betoogd – uit de foto, in combinatie met de gedragsregel, het voor betrokkene voldoende op te maken is geweest waartegen betrokkene zich had moeten verdedigen. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard. Hierdoor is er geen aanleiding voor het vaststellen van een proceskostenvergoeding.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.P.E. Oomens, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: