ECLI:NL:RBNHO:2023:3164

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 maart 2023
Publicatiedatum
7 april 2023
Zaaknummer
10300949 \ WM VERZ 23-181
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde boete voor verkeersgedraging buiten huurperiode

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, op 10 maart 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie (boete) opgelegd aan de betrokkene. De betrokkene was van mening dat de boete op naam van de huurder van het voertuig gesteld moest worden, omdat het voertuig op het moment van de gedraging verhuurd was. De gedraging betrof het rijden van 8 km per uur harder dan toegestaan op een autosnelweg buiten de bebouwde kom. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard.

Tijdens de zitting op 10 maart 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar de betrokkene zelf was niet verschenen. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en overwogen dat, volgens artikel 5 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV), de boete aan de kentekenhouder wordt opgelegd indien niet direct is vastgesteld wie de bestuurder was. In dit geval was de kentekenhouder de betrokkene, en de gedraging vond plaats buiten de huurperiode van het voertuig, wat betekent dat de boete terecht op naam van de betrokkene was gesteld.

De kantonrechter heeft geen aanleiding gezien om de boete te matigen en heeft het beroep ongegrond verklaard. Er is geen proceskostenvergoeding vastgesteld. De uitspraak is gedaan door mr. M.P.E. Oomens, kantonrechter, en kan binnen 6 weken na de dag van toezending in hoger beroep worden aangevochten bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknummer : 10300949 \ WM VERZ 23-181
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 10 maart 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
naam : [naam 1]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [woonplaats] (hierna te noemen: betrokkene)
gemachtigde : [gemachtigde]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Namens betrokkene is daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is namens betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 10 maart 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Namens betrokkene is niemand verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: 8 km per uur harder rijden dan mag op een autosnelweg buiten de bebouwde kom.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en namens betrokkene zijn in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd. Zo is aangevoerd dat het voertuig verhuurd was op het moment van de gedraging, en dat de boete daarom niet op de kentekenhouder, maar op de bestuurder had moeten worden opgelegd.
Ingevolge artikel 5 van de WAHV wordt de boete opgelegd aan de kentekenhouder indien is vastgesteld dat de gedraging heeft plaatsgevonden met een motorvoertuig waarvoor een kenteken is opgegeven en niet aanstonds is vastgesteld wie de bestuurder is. Hiervan is in het onderhavige geval sprake. De kentekenhouder is dan aansprakelijk voor de boete ongeacht de vraag wie het voertuig bestuurde. Dit is op grond van artikel 8 WAHV slechts anders wanneer betrokkene:
  • aannemelijk maakt dat tegen zijn wil door een ander gebruik is gemaakt van de auto en dat gebruik redelijkerwijze niet heeft kunnen voorkomen;
  • een voor een termijn van maximaal drie maanden, schriftelijk bedrijfsmatig aangegane huurovereenkomst overlegt waaruit blijkt wie ten tijde van de gedraging de huurder van het motorvoertuig was;
  • een vrijwaringbewijs of een verklaring overlegt waaruit blijkt dat hij ten tijde van de gedraging geen eigenaar of houder meer was van het desbetreffende motorvoertuig.
Bij het beroepschrift zijn twee facturen gevoegd van de kosten voor de huur van het betreffende voertuig. Hieruit blijkt dat het voertuig op 4 mei 2022 door [naam 2] gehuurd is tussen 17:09 uur en 19:09 uur en nog een keer tussen 21:23 uur en 23:23 uur. De gedraging is op dezelfde dag vastgesteld, maar om 20:56 uur. Dit tijdstip valt buiten de tijdblokken van de facturen, waardoor er geen aanleiding is vast te stellen dat de boete op naam van [naam 2] had moeten worden opgelegd en niet op naam van betrokkene als kentekenhouder. Betrokkene is derhalve als kentekenhouder aansprakelijk voor de opgelegde boete.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard. Hierdoor is er geen aanleiding voor het vaststellen van een proceskostenvergoeding.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.P.E. Oomens, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: