ECLI:NL:RBNHO:2023:3157

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 maart 2023
Publicatiedatum
7 april 2023
Zaaknummer
10300899 \ WM VERZ 23-173
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 10 maart 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van een gedraging waarbij betrokkene als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthield. Betrokkene was het niet eens met de beslissing van de officier van justitie, die het beroep tegen de opgelegde boete ongegrond had verklaard. Namens betrokkene is beroep ingesteld bij de kantonrechter, maar op de zitting is niemand namens betrokkene verschenen.

De kantonrechter heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de verbalisanten voldoende uitleg hebben verschaft over de reden waarom betrokkene niet staande is gehouden. De verbalisanten gaven aan dat betrokkene de controleplek voorbijreed en dat zij hem om redenen van verkeersveiligheid niet konden staande houden. Betrokkene ontkende de gedraging en stelde dat hij ten onrechte niet staande is gehouden, maar de kantonrechter oordeelde dat de enkele ontkenning van betrokkene niet voldoende was om te twijfelen aan de constatering van de gedraging.

De kantonrechter concludeerde dat de boete terecht op kenteken was opgelegd en dat er geen reden was om de boete te matigen. Het beroep werd ongegrond verklaard, en er was geen aanleiding voor het vaststellen van een proceskostenvergoeding. De uitspraak werd gedaan door mr. M.P.E. Oomens, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknummer : 10300899 \ WM VERZ 23-173
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 10 maart 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
naam : [naam]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [woonplaats] (hierna te noemen: betrokkene)
gemachtigde : [gemachtigde]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Namens betrokkene is daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is namens betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 10 maart 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Namens betrokkene is niemand verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en namens betrokkene zijn in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd. Zo heeft betrokkene de gedraging ontkend en is aangegeven dat betrokkene ten onrechte niet staande is gehouden.
Uit artikel 5 van de Wet Administratiefrechtelijke Handhaving Verkeersovertredingen (Wahv) volgt het uitgangspunt dat wanneer een gedraging wordt geconstateerd, de ambtenaar de bestuurder staande houdt en zijn identiteit vaststelt, zodat hem een sanctie kan worden opgelegd. Slechts wanneer er geen reële mogelijkheid is geweest om de identiteit van de bestuurder vast te stellen, mag de sanctie aan de kentekenhouder worden opgelegd. Als reden voor het niet staande houden van betrokkene hebben verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] in het zaakoverzicht genoteerd:

Betrokkene reed de staande controle voorbij, konden hem niet meer achterhalen...
Op verzoek van de officier van justitie heeft verbalisant een aanvullend proces-verbaal opgesteld. Over het afzien van staandehouding is door voornoemde verbalisanten daarin het volgende opgenomen:

Verbalisant [verbalisant 2] zag dat bestuurder de controleplek voorbijreed en was niet meer instaat vanwege de verkeersveiligheid om bestuurder staande te houden.”
Naar het oordeel van kantonrechter hebben verbalisanten voldoende uitleg verschaft over de reden van het niet staande houden van betrokkene, en namens betrokkene is niets aangevoerd waardoor hier twijfel over is ontstaan. De enkele ontkenning van betrokkene zorgt er voorts niet voor dat de kantonrechter betwijfelt of de gedraging is begaan. De boete is dus terecht – op kenteken – opgelegd.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard. Hierdoor is er geen aanleiding voor het vaststellen van een proceskostenvergoeding.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.P.E. Oomens, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: