Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 10 maart 2023 uitspraak gedaan in een beroep dat was ingesteld door betrokkene tegen een beslissing van de officier van justitie. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen en had daartegen beroep ingesteld. De officier van justitie verklaarde het beroep kennelijk ongegrond, waarna betrokkene in beroep ging bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 10 maart 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen.
De kantonrechter overwoog dat betrokkene geen beroepsgronden had aangeleverd, wat in strijd is met artikel 6:5, eerste lid, van de Algemene Wet Bestuursrecht. Betrokkene was eerder op 26 januari 2023 op de hoogte gesteld van het verzuim en kreeg de kans om dit binnen vier weken te herstellen, maar heeft hier geen gebruik van gemaakt. De griffier had betrokkene ook uitgenodigd voor de zitting, maar wederom was betrokkene niet verschenen.
Gezien het feit dat er geen feiten of omstandigheden zijn gebleken die erop wijzen dat betrokkene niet in verzuim was, heeft de kantonrechter het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. M.P.E. Oomens, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.