ECLI:NL:RBNHO:2023:3154

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 maart 2023
Publicatiedatum
7 april 2023
Zaaknummer
10300579 \ WM VERZ 23-151
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens verzuim in beroepsgronden in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 10 maart 2023 uitspraak gedaan in een beroep dat was ingesteld door betrokkene tegen een beslissing van de officier van justitie. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen en had daartegen beroep ingesteld. De officier van justitie verklaarde het beroep kennelijk ongegrond, waarna betrokkene in beroep ging bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 10 maart 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen.

De kantonrechter overwoog dat betrokkene geen beroepsgronden had aangeleverd, wat in strijd is met artikel 6:5, eerste lid, van de Algemene Wet Bestuursrecht. Betrokkene was eerder op 26 januari 2023 op de hoogte gesteld van het verzuim en kreeg de kans om dit binnen vier weken te herstellen, maar heeft hier geen gebruik van gemaakt. De griffier had betrokkene ook uitgenodigd voor de zitting, maar wederom was betrokkene niet verschenen.

Gezien het feit dat er geen feiten of omstandigheden zijn gebleken die erop wijzen dat betrokkene niet in verzuim was, heeft de kantonrechter het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. M.P.E. Oomens, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknummer : 10300579 \ WM VERZ 23-151
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 10 maart 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
naam : [naam]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [woonplaats]
(hierna te noemen: betrokkene).

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep kennelijk ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 10 maart 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie in de zaak met het hierboven genoemde CJIB-nummer.
Op grond van artikel 6:5, eerste lid, van de Algemene Wet Bestuursrecht behoort het beroepschrift ten minste de gronden van het beroep te bevatten. Als betrokkene niet aan deze verplichting voldoet, dient de kantonrechter het beroep van betrokkene niet-ontvankelijk te verklaren, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat betrokkene in verzuim is geweest.
Uit het dossier blijkt dat bij brief van 26 januari 2023 aan betrokkene is medegedeeld dat verzuimd was om de beroepsgronden te vermelden. Betrokkene is in de gelegenheid gesteld om dit verzuim binnen vier weken te herstellen. Betrokkene heeft op deze brief niet gereageerd.
De griffier heeft betrokkene in dezelfde brief van 26 januari 2023 uitgenodigd voor de zitting van 10 maart 2023. Betrokkene is niet ter zitting verschenen.
Betrokkene is gewezen op de consequentie van het niet herstellen van dit verzuim, namelijk dat de kantonrechter het beroep niet-ontvankelijk kan verklaren.
Feiten of omstandigheden waaruit volgt dat redelijkerwijs moet worden geoordeeld dat betrokkene niet in verzuim is geweest, zijn niet gebleken.
Het beroep wordt daarom niet-ontvankelijk verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep aan de kantonrechter niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.P.E. Oomens, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de Sectie Kanton van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, Postbus 1621, 2003 BR Haarlem. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: