ECLI:NL:RBNHO:2023:3152

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 maart 2023
Publicatiedatum
7 april 2023
Zaaknummer
10300714 \ WM VERZ 23-160
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens te hard rijden buiten de bebouwde kom

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 10 maart 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene wegens het overschrijden van de maximumsnelheid op een (auto)weg buiten de bebouwde kom. Betrokkene had 12 km per uur harder gereden dan toegestaan, wat resulteerde in een boete. Betrokkene heeft beroep aangetekend tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, voldoende is aangetoond in de stukken van het dossier. Betrokkene heeft de overtreding niet ontkend, en de kantonrechter oordeelt dat de boete terecht is opgelegd. Betrokkene heeft een beroep gedaan op omstandigheden, zoals het tijdstip van de overtreding (4:12 uur) en het feit dat er weinig verkeer was. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat deze omstandigheden niet afdoen aan het verboden karakter van de gedraging. De keuze van betrokkene om te hard te rijden, ondanks het risico op een boete, werd als bewust beschouwd.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de boete voor rekening van betrokkene blijft. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. M.P.E. Oomens, kantonrechter, en de mogelijkheid tot hoger beroep is uiteengezet, waarbij betrokkene binnen zes weken na toezending van de uitspraak hoger beroep kan instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknummer : 10300714 \ WM VERZ 23-160
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 10 maart 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
naam : [naam]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] , [woonplaats]
(hierna te noemen: betrokkene).

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 10 maart 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: 12 km per uur harder rijden dan mag op een (auto)weg buiten de bebouwde kom (verkeersbord A1).
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Betrokkene heeft de gedraging ook niet ontkend. De boete is dus terecht opgelegd.
Betrokkene heeft een beroep op de omstandigheden gedaan. De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd echter geen reden om de boete te matigen. Alhoewel de situatie die betrokkene heeft beschreven begrijpelijkerwijs indruk zal hebben gemaakt, rechtvaardigt dit nog niet om te hard te rijden. Betrokkene heeft hier evenwel bewust voor gekozen, en heeft daarmee het risico aanvaard dat er een boete opgelegd zou kunnen worden. Het verweer dat er – gezien het tijdstip van de gedraging van 4:12 – weinig tot geen andere weggebruikers aanwezig waren, zodat betrokkene door zijn handelen geen hinder en/of gevaar heeft veroorzaakt, treft geen doel nu dit niet afdoet aan het verboden karakter van de gedraging. De kantonrechter is van oordeel dat de boete voor rekening van betrokkene dient te blijven.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.P.E. Oomens, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: