Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 23 februari 2023 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
Standpunt van eiser
Beoordeling door de rechtbank
Naar eiser ter zitting geloofwaardig heeft toegelicht heeft werkneemster zich destijds zelf bij eiser hersteld gemeld voor haar arbeid, maar was al snel duidelijk dat het teveel voor haar was en heeft zij in de tweede week na de hersteld melding slechts 50% gewerkt, dus 10 uur in de week. Daaruit kan niet worden afgeleid dat zij volledig hersteld was. Van een door de bedrijfsarts ondersteunde hersteldverklaring was geen sprake. Ook is zij door eiser niet gere-integreerd voordat zij weer volledig aan het werk ging, hetgeen – gezien het ziektebeeld – gebruikelijk zou zijn geweest. Werkneemster is nadien ook volledig arbeidsongeschikt gebleven. Deze feiten of omstandigheden maken het, in samenhang bezien met het feit dat de (gedeeltelijke) tussentijdse werkhervatting maar 2 weken heeft voortgeduurd, aannemelijk dat ex-werkneemster in de periode van 29 november 2017 en 29 november 2019 ononderbroken ongeschikt is geweest voor haar eigen arbeid. Gelet op het voorgaande is aannemelijk dat werkneemster feitelijk ononderbroken 104 weken ziek was toen de arbeidsovereenkomst werd beëindigd per 29 november 2019. Er is daarmee voldaan aan de vereisten als genoemd onder 5.1 en 5.1.1.