ECLI:NL:RBNHO:2023:3015

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
29 maart 2023
Publicatiedatum
4 april 2023
Zaaknummer
C/15/332263 / HA ZA 22-590 (herstelvonnis)
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis inzake kennelijke fout in eerdere uitspraak over verdeling verkoopopbrengst woning

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 29 maart 2023 een herstelvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen [eiseres] en [gedaagde]. De zaak betreft een verzoek tot verbetering van een eerder vonnis van 1 maart 2023, waarin een kennelijke fout was gemaakt in de vermelding van een bedrag. De gedaagde had op 20 maart 2023 verzocht om het bedrag van € 32.700,- te wijzigen naar € 37.200,-. De rechtbank heeft de eiseres in de gelegenheid gesteld om op dit verzoek te reageren. Eiseres heeft op 21 maart 2023 bevestigd dat de stelling van gedaagde juist was en heeft verzocht om herstel van de fout.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er inderdaad sprake was van een kennelijke fout die zich leent voor eenvoudig herstel, zoals bedoeld in artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. In het herstelvonnis is de eerdere beslissing aangepast, zodat het bedrag van € 32.700,- is gewijzigd naar € 37.200,-. De rechtbank heeft ook bepaald dat deze wijziging op de minuut van het oorspronkelijke vonnis moet worden vermeld. Daarnaast is er een opdracht gegeven aan beide partijen om de ontvangen afschriften van het oorspronkelijke vonnis te retourneren aan de griffie van de rechtbank.

Dit herstelvonnis is openbaar uitgesproken door rechter A.J. Wolfs en is een voorbeeld van hoe de rechtbank omgaat met kennelijke fouten in eerdere uitspraken, waarbij de mogelijkheid tot herstel wordt geboden aan de partijen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/332263 / HA ZA 22-590
Herstelvonnis van 29 maart 2023
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres ,
advocaat mr. L.E. de Jong te Zoeterwoude,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
advocaat mr. A.M. Buitenhuis te Nieuw-Vennep.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.

1.Het verzoek tot verbetering

1.1.
Bij e-mail van 20 maart 2023 is namens [gedaagde] de rechtbank verzocht om verbetering van het op 1 maart 2023 in deze zaak gewezen vonnis, in die zin dat het in de beslissing onder randnummer 6.9. van het vonnis opgenomen bedrag van € 32.700,- wordt gewijzigd in een bedrag van € 37.200,-.
1.2.
De rechtbank heeft [eiseres] in de gelegenheid gesteld zich over dit verzoek uit te laten. Bij e-mail van 21 maart 2023 heeft mr. de Jong namens [eiseres] aan de rechtbank bericht dat hetgeen mr. Buitenhuis stelt juist is en daarbij de rechtbank verzocht deze kennelijke verschrijving te herstellen.

2.De beoordeling

2.1.
De rechtbank kan ex artikel 31 lid 1 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering een kennelijke fout die zich leent voor eenvoudig herstel op verzoek van een partij verbeteren.
2.2.
De rechtbank is van oordeel dat in het vonnis van 1 maart 2023 sprake is van een kennelijke fout, die zich voor eenvoudig herstel leent. De rechtbank zal het verzoek dan ook toewijzen als volgt.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
bepaalt dat nr. 6.9. van het op 1 maart 2023 tussen [eiseres] en [gedaagde] gewezen vonnis, waar staat

bepaalt dat de verkoopopbrengst die resteert na betaling van de kosten van de verkoop en levering van de woning en van de resterende hypotheekschuld bij BLG Wonen – minus de eventuele betalingsachterstand – tussen partijen zal worden verdeeld in de verhouding drie/vijfde voor [gedaagde] en twee/vijfde voor [eiseres], waarbij het aandeel van [eiseres] met een bedrag van € 32.700,- zal worden verminderd gelijkelijk het aandeel van [gedaagde] zal worden vermeerderd, en de eventuele betalingsachterstand op de hypotheekschuld ten laste van het deel dat aan [gedaagde] toekomt wordt gebracht,
wordt gewijzigd in

bepaalt dat de verkoopopbrengst die resteert na betaling van de kosten van de verkoop en levering van de woning en van de resterende hypotheekschuld bij BLG Wonen – minus de eventuele betalingsachterstand – tussen partijen zal worden verdeeld in de verhouding drie/vijfde voor [gedaagde] en twee/vijfde voor [eiseres], waarbij het aandeel van [eiseres] met een bedrag van € 37.200,- zal worden verminderd gelijkelijk het aandeel van [gedaagde] zal worden vermeerderd, en de eventuele betalingsachterstand op de hypotheekschuld ten laste van het deel dat aan [gedaagde] toekomt wordt gebracht,”,
3.2.
bepaalt dat deze verbetering onder de vermelding van de datum 29 maart 2023 wordt vermeld op de minuut van het vonnis van 1 maart 2023,
3.3.
gelast elk van partijen, voor zover zij dit niet reeds hebben gedaan, de ontvangen grosse dan wel het ontvangen afschrift van het vonnis van 1 maart 2023 na ontvangst van dit herstelvonnis aan de griffie van de rechtbank te retourneren.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Wolfs en in het openbaar uitgesproken op 29 maart 2023. [1]

Voetnoten

1.Conc.: 1589