Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 1 maart 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een beslissing van de officier van justitie. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen en had hiertegen beroep ingesteld. De officier van justitie verklaarde het beroep niet-ontvankelijk, omdat de beschikking was ingetrokken. De gemachtigde van de betrokkene heeft vervolgens beroep ingesteld bij de kantonrechter, die de zaak op 21 februari 2023 heeft behandeld. Tijdens de zitting heeft de vertegenwoordiger van de officier van justitie aangegeven dat de beslissing en het standpunt met betrekking tot de proceskostenvergoeding niet gehandhaafd zouden worden. De kantonrechter heeft de beslissing van de officier van justitie vernietigd en bepaald dat de betrokkene recht heeft op een proceskostenvergoeding.
De kantonrechter heeft overwogen dat de officier van justitie onterecht had geoordeeld dat er geen expliciete uitspraak gedaan hoefde te worden over de proceskostenvergoeding. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de betrokkene recht heeft op een proceskostenvergoeding van € 507,75, die door de Staat der Nederlanden moet worden vergoed. De kantonrechter heeft de vergoeding berekend op basis van de verrichte proceshandelingen en de wegingsfactoren die van toepassing zijn op de aard van de zaak. De uitspraak is openbaar gedaan en de griffier heeft de uitspraak ondertekend. Tegen deze uitspraak kan binnen 6 weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.