ECLI:NL:RBNHO:2023:2862

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
29 maart 2023
Publicatiedatum
29 maart 2023
Zaaknummer
10403948 / VV EXPL 23-25
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de kantonrechter in kort geding met betrekking tot integriteit en politieke verantwoordelijkheden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, op 29 maart 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Positief Landsmeer en Necker van Naem Integriteit B.V., alsook de burgemeester van de gemeente Landsmeer. Positief Landsmeer, vertegenwoordigd door A.S.A. La Fontaine, vorderde onder andere dat Necker niet integer heeft gehandeld en dat de burgemeester een onderzoek zou laten uitvoeren door een ander bureau. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat hij onbevoegd is om de vorderingen te behandelen, omdat deze niet vallen onder de bevoegdheid van de kantonrechter volgens de wet. De vorderingen zijn van onbepaalde waarde en betreffen geen arbeidsovereenkomsten, huurovereenkomsten of consumentenkoop, wat de bevoegdheid van de kantonrechter uitsluit. De kantonrechter heeft benadrukt dat de regels omtrent bevoegdheid zijn ingesteld om de efficiëntie van procedures te waarborgen en dat de zaak beter behandeld kan worden door de 'gewone' rechter van de afdeling Handel in Haarlem. Positief Landsmeer is veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de gemachtigden van Necker en de burgemeester, die zijn gematigd tot € 264,50 per gemachtigde. De kantonrechter heeft ook opgemerkt dat de zaak mogelijk meer een politieke discussie betreft, die beter in de gemeenteraad van Landsmeer kan worden besproken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknr./rolnr.: 10403948 \ VV EXPL 23-25
Uitspraakdatum: 29 maart 2023
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak (vonnis) van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:
de vereniging
Positief Landsmeer
gevestigd te Landsmeer
eiseres
verder te noemen: Positief Landsmeer
gemachtigde: A.S.A. La Fontaine
tegen
de besloten vennootschap
Necker van Naem Integriteit B.V.
gevestigd te Utrecht
gedaagde
verder te noemen: Necker
gemachtigde: mr. G. Bosma
en
de burgemeester van de gemeente Landsmeer
te Landsmeer
gedaagde
verder te noemen: de burgemeester
gemachtigde: mr. drs. H. Doornhof

1.De gronden van de beslissing

1.1.
In dit kort geding heeft Positief Landsmeer in de dagvaarding verschillende vorderingen ingesteld tegen Necker en de burgemeester.
1.2.
Samengevat vordert Positief Landsmeer ten aanzien van Necker onder meer dat een veroordeling wordt uitgesproken dat Necker niet integer heeft gehandeld, nalatig is geweest, hoor en wederhoor heeft geschonden, en een onderzoeksrapport moet herroepen en intrekken.
1.3.
Ten aanzien van de burgemeester wordt onder meer gevorderd dat de burgemeester wordt veroordeeld om een opdracht te geven voor een onderzoek door een ander onderzoeksbureau, toevoegingen toestaat aan een uitgebracht rapport, een herzien rapport opnieuw bespreekt in de openbare raadsvergadering, aan die vergadering voorlegt dat een motie van wantrouwen wordt herroepen, en dat wordt uitgesproken dat de burgemeester niet juist handelt en zich aan de wet moeten houden.
1.4.
De kantonrechter is van oordeel dat hij op grond van de wet niet bevoegd is om de vorderingen van Positief Landsmeer te behandelen en daarover te beslissen. Er is uitsluitend een andere rechter bevoegd, te weten de ‘gewone’ rechter van de afdeling Handel van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem. Dat oordeel wordt hierna uitgelegd en toegelicht.
1.5.
De kantonrechter moet zelf, ambtshalve, beoordelen of hij bevoegd is om een zaak te behandelen. Ambtshalve wil zeggen dat de kantonrechter die beoordeling ook moet doen als partijen daarover niks hebben gezegd of geen verweer hebben gevoerd op dit punt. Dat staat zo in de wet. [1] Als een zaak niet behoort tot de bevoegdheid van de kantonrechter, moet hij zich onbevoegd verklaren.
1.6.
Die regels in de wet zijn er niet om een partij of burgers dwars te zitten of de toegang tot de rechter moeilijk te maken. Die regels zijn er om te zorgen dat procedures efficiënt en goed verlopen, en om te zorgen dat een zaak wordt behandeld en beslist door een rechter die daarvoor door de wetgever is aangewezen als de rechter die het best in staat en toegerust is om over de zaak te oordelen en te beslissen.
1.7.
Overigens merkt de kantonrechter op dat de griffier van de rechtbank in telefonisch contact met Positief Landsmeer heeft gewezen op een mogelijk probleem met de bevoegdheid van de kantonrechter in deze zaak en heeft aangeraden om daarover eerst nader juridisch advies in te winnen. Kennelijk heeft Positief Landsmeer dat gedaan, maar er toch voor gekozen om de zaak aan de kantonrechter voor te leggen.
1.8.
U bent nu bij de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland. locatie Zaanstad. Daar is de zaak gestart en aanhangig gemaakt. Uit de wet volgt dat de kantonrechter alleen oordeelt over zaken die gaan over, kort gezegd, werken, wonen en winkelen, en geldvorderingen tot € 25.000,00. In de woorden van de wet: zaken met betrekking tot een arbeidsovereenkomst, een huurovereenkomst en een consumentenkoop. [2] Dat geldt ook voor een kort geding bij de kantonrechter. [3]
1.9.
De vorderingen van Positief Landsmeer gaan niet over een arbeidsovereenkomst, een huurovereenkomst of een consumentenkoop, en zijn ook geen geldvordering. Er is dus geen sprake van een in de wet aangewezen bepaalde soort zaak waarover de kantonrechter bevoegd is te oordelen.
1.10.
De kantonrechter mag ook niet oordelen over vorderingen van onbepaalde waarde. [4] De wettelijke regels bepalen namelijk dat de kantonrechter daarover alleen mag oordelen als er duidelijke aanwijzingen bestaan dat zo’n vordering geen hogere geldwaarde vertegenwoordigt dan € 25.000,00. Dat is bijvoorbeeld het geval als de vordering gaat over een stuk grond en die grond een waarde heeft van minder dan € 25.000,00.
1.11.
De vorderingen van Positief Landsmeer zijn overduidelijk vorderingen van onbepaalde waarde. Dat blijkt uit eerdergenoemde beschrijving van die vorderingen.
1.12.
De kantonrechter ziet ook geen enkele aanwijzing dat die vorderingen van onbepaalde waarde een geldwaarde vertegenwoordigen van niet meer dan € 25.000,00. Aan de vorderingen van Positief Landsmeer valt namelijk met geen mogelijkheid een ‘prijskaartje’ te hangen. Er kan geen geldelijke waarde aan die vorderingen worden gekoppeld, zoals in geval van het hiervoor genoemde voorbeeld van een stuk grond.
1.13.
Daarom moet de kantonrechter tot het oordeel komen dat hij niet bevoegd is om de vorderingen te behandelen.
1.14.
De kantonrechter komt dan ook niet toe aan een inhoudelijke behandeling van de zaak. Dat is wellicht een teleurstelling voor partijen, maar nu eenmaal het gevolg van duidelijke wettelijke regels die ook een duidelijke achtergrond, functie en reden hebben, zoals hiervoor is uitgelegd.
1.15.
Normaal gesproken moet een rechter, als hij zich onbevoegd verklaart, de zaak verwijzen naar een andere rechter die wel bevoegd is. [5] Maar die regel geldt niet automatisch voor een kort geding, een spoedprocedure. [6] De kantonrechter ziet ook geen reden om die verwijzingsregel hier toch toe te passen, omdat dat niet past bij de aard en het karakter van een kort geding en ook niet praktisch is.
1.16.
De kantonrechter merkt nog op dat als Positief Landsmeer een kort geding wil voeren bij de kort gedingrechter (de voorzieningenrechter) van de afdeling Handel van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, daarvoor de weg moet worden gevolgd van het geldende Procesreglement. Dat betekent dat een datum voor de behandeling van dat kort geding moet worden aangevraagd door middel van een ‘aanvraagformulier kort geding’, te vinden op de website www.rechtspraak.nl. Positief Landsmeer moet bij de afdeling Handel van de rechtbank Noord-Holland verplicht een advocaat inschakelen.
1.17.
Overigens vraagt de kantonrechter zich af of deze zaak wel thuishoort bij de rechter. Het lijkt erop dat de zaak vooral ook een politieke discussie is en zo’n discussie moet over het algemeen worden gevoerd daar waar die doorgaans thuishoort: in de politiek, in dit geval de gemeenteraad van Landsmeer.
1.18.
Positief Landsmeer krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen. De kantonrechter zal daarbij het laagste tarief toepassen, te weten € 529,00 voor de gemachtigden van Necker en de burgemeester. Omdat de behandeling zich heeft beperkt tot een bespreking van de bevoegdheid van de kantonrechter en gelet op de aard van de zaak, zal dit tarief worden gematigd tot 50%, zodat Postief Landsmeer zal worden veroordeeld om aan Necker en de burgemeester telkens € 264,50 te betalen.
1.19.
Hoger beroep van deze uitspraak moet worden ingesteld binnen vier weken. [7]

2.De beslissing

De kantonrechter:
2.1.
verklaart zich onbevoegd om deze zaak in kort geding te behandelen en te beslissen;
2.2.
veroordeelt Positief Landsmeer tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Necker en de burgemeester tot en met vandaag vaststelt op € 264,50 aan salaris voor de gemachtigde van Necker en € 264,50 aan salaris voor de gemachtigde van de burgemeester.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 72 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv).
2.Artikel 93, onderdeel a en c, Rv.
3.Artikel 254 lid 5 Rv.
4.Artikel 93, onderdeel b, Rv.
5.Artikel 73 Rv.
6.Zie de uitspraak van de Hoge Raad van 3 juni 2016 (
7.Artikel 339 lid 2 Rv.