Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
- een vals of vervalst testament uit naam van [betrokkene 1] en
- een valse of vervalste kennisgeving van overlijden van [betrokkene 1] en
- een vals of vervalst testament uit naam van [betrokkene 2] en
- een valse of vervalste verklaring van erfrecht ter zake [betrokkene 2]
- dat testament uit naam van [betrokkene 1] is opgemaakt door notaris [notaris 1] en/of is ondertekend door die notaris en
- in dat testament is vermeld dat hij, verdachte, legataris is, en
- die kennisgeving van overlijden is opgemaakt en ondertekend door notaris [notaris 1] en
- die kennisgeving is gericht aan hem, verdachte, en
- dat testament uit naam van [betrokkene 2] is opgemaakt door notaris [notaris 2] en is ondertekend door die notaris en [betrokkene 2] en
- in dat testament is vermeld dat hij, verdachte, algeheel erfgenaam is, en
- die verklaring van erfrecht is opgemaakt door notaris [notaris 2]
- in die verklaring is vermeld dat hij, verdachte, is gerechtigd tot en bevoegd om te beschikken over alle goederen behorende tot gemelde gemeenschap en tot erflaters ([betrokkene 2]) nalatenschap, om die goederen op te vorderen en te ontvangen,
- die facturen en/of offertes en/of schadetaxaties vermelden dat deze uit naam van [betrokkene 3] en/of [betrokkene 4] zijn opgemaakt door medewerkers van die ondernemingen
- bestaande dat gebruik maken hierin dat hij, verdachte, en/of zijn mededader die facturen en/of offertes en/of schadetaxaties (telkens) hebben verstrekt of doen toekomen aan
- een geldbedrag van 343.684,- euro welk bedrag op 1 juni 2017 is ontvangen op de bankrekening van verdachte en welk bedrag vervolgens op 1 juni 2017 gesplitst in vier bedragen is overgemaakt van diens, verdachtes, bankrekening naar de bankrekening ten name van de (erven van de) op 5 oktober 2016 overleden moeder ([betrokkene 6]) van verdachte en
- (een) geldbedrag van 42.515 euro of 42.500 euro (welk bedrag van 42.515 euro op 9 oktober 2017 van de bankrekening ten name van de moeder van verdachte is overgemaakt naar de bankrekening van verdachte en welk bedrag van 42.500 euro (vervolgens op 9 oktober 2017 van diens, verdachtes, bankrekening is overgemaakt naar de bankrekening van [betrokkene 7] met de omschrijving “Aanbetaling 25 procent aan [betrokkene 7] tbv [betrokkene 8] en
- een geldbedrag van (ongeveer) 105.987 euro (welk bedrag op 27 december 2017 van de bankrekening ten name van de moeder van verdachte is overgeschreven naar een (nieuw geopende) bankrekening ten name van [betrokkene 9] met de omschrijving “Restant storting werk kapitaal [betrokkene 9]” en
- een geldbedrag van 110.500 euro (welk bedrag op 27 december 2017 van de bankrekening ten name van de moeder van verdachte is overgeschreven naar een bankrekening ton name van [betrokkene 9] met de omschrijving ‘Restant betaling overname [betrokkene 9] min 10 procent” en
- een personenvoertuig van het merk Porsche, type 911 (gekentekend [kenteken 1]) en
- een personenvoertuig van het merk Porsche, type 911 (gekentekend [kenteken 4]) en
- de onderneming(en) en/of rechtsperso(o)n(en) [betrokkene 9] en/of [betrokkene 9] ([betrokkene 9] en/of restaurant [betrokkene 10])
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
medeplegen van opzettelijk gebruik maken van enig in artikel 226, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht vermeld vals geschrift als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd en
medeplegen van opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd.
van het plegen van witwassen een gewoonte maken.
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Beslag
8.Vorderingen benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
het indienen van valse facturen] aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f Sr op te leggen.
het indienen van valse facturen] aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f Sr op te leggen.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
tweeëntwintig (22) maanden.
teruggaveaan de verdachte van:
[benadeelde 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 32.379,53, bestaande uit materiële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 28 augustus 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde 1], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 32.379,53,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 196 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 augustus 2012 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
[benadeelde 2]geleden schade tot een bedrag van
€ 23.179,67, bestaande uit materiële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 maart 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde 2], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 23.179,67,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 150 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 maart 2016 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.