ECLI:NL:RBNHO:2023:2807

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 februari 2023
Publicatiedatum
29 maart 2023
Zaaknummer
10257345 \ WM VERZ 22-1251
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens overtreding van een geslotenverklaring voor motorvoertuigen

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 10 februari 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene wegens het negeren van een geslotenverklaring voor motorvoertuigen, aangeduid met bord C6. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. De zitting vond plaats op 31 januari 2023, waar zowel de gemachtigde van de betrokkene als de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig waren. De gemachtigde voerde aan dat er sprake was van een fuik, omdat er geen keermogelijkheid was voor de betrokkene om de geslotenverklaring te negeren. De kantonrechter oordeelde echter dat van weggebruikers verwacht mag worden dat zij oplettend zijn op verkeersborden en dat het aan de betrokkene is om zijn rijgedrag aan te passen aan de verkeerssituatie. De kantonrechter concludeerde dat de betrokkene niet aannemelijk had gemaakt dat er sprake was van een fuik en dat de boete terecht was opgelegd. Het beroep werd ongegrond verklaard en het verzoek om proceskosten werd afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 10257345 \ WM VERZ 22-1251
CJIB-nummer : 247894221
Uitspraakdatum : 10 februari 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : mr. P.C. van den Aarsen, Verkeersboete.nl te Zoetermeer.

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 31 januari 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde van betrokkene is ook verschenen.
De vertegenwoordiger van officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: handelen ism een geslotenverklaring voor motorvoertuigen op meer dan 2 wielen, bord C 6 bijlage I RVV 1990.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De foto van de gedraging
De gemachtigde van betrokkene stelt dat de foto van de gedraging ontbreekt. De kantonrechter stelt ter zitting vast dat de foto van de gedraging zich wel degelijk bij de stukken in het dossier bevind en toont deze aan gemachtigde. Naar het oordeel van de kantonrechter is er geen reden om aan te nemen dat de foto niet bij de door het CVOM aan de gemachtigde toegezonden stukken zat. Dit verweer treft dus geen doel.
Fuik
De gemachtigde van betrokkene stelt tevens dat er sprake is van een fuik omdat er op het laatste weggedeelte voor de geslotenverklaring sprake is van een wegversmalling waar geen keermogelijkheid is. Er is wel een vooraankondiging, maar deze is naar het oordeel van de gemachtigde te laag geplaatst en ook nog eens bij een bushalte, zodat deze gemakkelijk over het hoofd kan worden gezien als er mensen of een bus voor staan. De situatie is onduidelijk. Betrokkene heeft het bord niet gezien. Vervolgens is er vlak voor de geslotenverklaring geen keermogelijkheid meer, zodat sprake is van een fuik, aldus de gemachtigde.
De kantonrechter stelt voorop dat van weggebruikers oplettendheid op verkeersborden mag worden verwacht. In het kader daarvan is het aan de weggebruiker om diens rijgedrag, waaronder de snelheid, zodanig aan te passen dat verkeersborden niet alleen tijdig worden waargenomen, maar dat ook kennis kan worden genomen van de inhoud daarvan. Dat de betrokkene de borden niet heeft opgemerkt, dan wel vanwege zijn snelheid de informatie op deze borden niet tot zich heeft kunnen nemen, komt dan ook voor zijn rekening. Voor wat betreft de plaatsing van vooraankondigingsborden merkt de kantonrechter allereerst op dat geen rechtsregel voorschrijft dat een geslotenverklaring met eerder geplaatste borden wordt aangekondigd. Dat de vooraankondiging volgens betrokkene onduidelijk is geplaatst is voorts geen omstandigheid die ertoe kan leiden dat het de betrokkene niet kan worden verweten de geslotenverklaring te hebben betreden.
Kennisneming van algemeen toegankelijke informatie op Google Streetview leert dat de rijbaan ter plaatse, vanaf het moment dat het bord geslotenverklaring zichtbaar is, breed genoeg is om te kunnen keren. Het is aan de betrokkene om te anticiperen op een naderende verkeerssituatie. Dat er in de onderhavige zaak sprake was van een fuik waardoor bestuurders bijna gedwongen worden de geslotenverklaring te negeren en waaruit ontsnappen onmogelijk was, blijkt dan ook niet. Gemachtigde heeft dit niet aannemelijk gemaakt.
De boete is dus terecht opgelegd. Het beroep wordt ongegrond verklaard.
De kantonrechter ziet geen aanleiding om proceskosten toe te kennen, omdat het beroep ongegrond wordt verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond;
‒ wijst het verzoek om vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Woerdman, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: