ECLI:NL:RBNHO:2023:2804

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
31 januari 2023
Publicatiedatum
29 maart 2023
Zaaknummer
10217568 \ WM VERZ 22-1161
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde boete wegens negeren geslotenverklaring bord C2

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 31 januari 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene wegens het negeren van een geslotenverklaring (bord C2) in de gemeente Zaanstad. Betrokkene had eerder een boete ontvangen en stelde dat hij het verbodsbord niet had gezien. De gemachtigde van betrokkene voerde aan dat er binnen korte tijd twee boetes waren opgelegd voor dezelfde overtreding en verzocht om één van de boetes kwijt te schelden, mede vanwege de financiële situatie van betrokkene.

De kantonrechter overwoog dat van iedere weggebruiker verwacht mag worden dat deze oplettend is op de aanwezige bebording. De rechter concludeerde dat betrokkene zich had moeten vergewissen van de aanwezigheid van het bord en dat het feit dat hij het bord over het hoofd had gezien voor zijn eigen rekening en risico kwam. De kantonrechter oordeelde dat de boete terecht was opgelegd en dat er geen reden was om de boete te matigen. Het beroep werd ongegrond verklaard.

De uitspraak werd gedaan door mr. M. Woerdman, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt. De procedure in hoger beroep is in beginsel schriftelijk, tenzij anders verzocht.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 10217568 \ WM VERZ 22-1161
CJIB-nummer : 245565077
Uitspraakdatum : 31 januari 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : [bewindvoerder]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 31 januari 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is tezamen met zijn bewindvoerder ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: handelen in strijd met een geslotenverklaring (bord C2 van het RVV 1990. een-richtingverkeer).
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
Betrokkene stelt het verbodsbord niet te hebben gezien. De gemachtigde van betrokkene stelt dat betrokkene binnen 1 minuut en binnen 100 meter twee boetes heeft ontvangen voor in feite dezelfde overtreding. De gemachtigde verzoekt de kantonrechter, mede vanwege de financiële situatie van betrokkene, om één van de twee boetes kwijt te schelden.
De officier van justitie heeft een aanvullend proces-verbaal laten opmaken door de verbalisant. In dit aanvullend proces-verbaal is het volgende vermeld:
“…Op dinsdag 19 november 2021 omstreeks 11.29 uur zag ik, verbalisant, een personenauto rijden van het merk Volkswagen en voorzien van het kenteken PB-LD-41 over de Westzijde te Zaandam in de gemeente Zaanstad.
Ik, verbalisant, zag dat het genoemde voertuig de gesloten verklaring negeerde die duidelijk stond aangegeven middels bord C2.
Ik, verbalisant, zag dat het genoemde voertuig doorreed in de richting van de Vinkenstraat te Zaandam in de gemeente Zaanstad en ook hier de duidelijk zichtbaar geplaatste gesloten verklaring negeerde die aangegeven stond middels bord C2. (…) Het genoemde voertuig heeft dus tweemaal een gesloten verklaring genegeerd en heeft hier twee bekeuringen voor ontvangen.
Betrokkene heeft tussentijds een andere keuze kunnen maken door zijn voertuig te keren voor hij opnieuw een gesloten verklaring zou negeren. Hiervoor was voldoende ruimte op de kruising Westzijde/Vinkenstraat…”.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden – met name uit de aanvullende verklaring van de verbalisant en de daarbij overgelegde foto’s – voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Betrokkene heeft onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd die aanleiding geven om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant.
De kantonrechter overweegt dat van iedere weggebruiker mag worden verwacht dat deze oplettend is op de aanwezige bebording. Betrokkene had zich daarom moeten vergewissen of er een bord stond. Dat betrokkene het bord over het hoofd heeft gezien dient voor rekening en risico van betrokkene te blijven. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd geen reden om de boete te matigen. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Woerdman, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: