ECLI:NL:RBNHO:2023:2722

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
16 maart 2023
Publicatiedatum
27 maart 2023
Zaaknummer
337416
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor jeugdige met risicovol gedrag en onttrekking aan ouderlijk gezag

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 16 maart 2023 een machtiging voor gesloten jeugdhulp verleend aan een jeugdige die zich onttrekt aan ouderlijk gezag en risicovol gedrag vertoont. De jeugdige, die al eerder in een open setting verbleef, heeft meerdere kansen gekregen maar blijft zich onttrekken aan toezicht en vertoont gedrag dat haar veiligheid en die van anderen in gevaar brengt. De kinderrechter heeft de zaak behandeld na een verzoek van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend, dat een spoedmachtiging had aangevraagd vanwege de escalerende thuissituatie en de zorgen over het gedrag van de jeugdige.

Tijdens de zitting zijn de jeugdige, haar ouders en vertegenwoordigers van het college van B&W gehoord. De jeugdige heeft aangegeven dat zij het niet fijn vindt dat zij geen vrijheden heeft, maar accepteert de situatie. De ouders hebben ingestemd met het verzoek van het college van B&W. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de jeugdige, gezien haar gedrag en de risico's die zij loopt, een gesloten setting nodig heeft om haar veiligheid te waarborgen en om te werken aan haar ontwikkeling. De kinderrechter heeft de machtiging voor een periode van drie maanden verleend, met de mogelijkheid tot evaluatie en aanpassing van de voorwaarden naarmate de situatie vordert.

De kinderrechter heeft in zijn beslissing benadrukt dat de jeugdige de verantwoordelijkheid voor haar gedrag moet nemen en dat er tijd nodig is voor diagnostisch onderzoek en behandeling. De kinderrechter heeft de machtiging verleend met ingang van 16 maart 2023 tot 16 juni 2023, en heeft de betrokken partijen geïnformeerd over de mogelijkheden voor hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Haarlem
Zaaknummer: C/15/337416 / JU RK 23-347
Datum uitspraak: 16 maart 2023
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend,
hierna te noemen: het college van B&W, gevestigd te Purmerend ,
betreffende
[de jeugdige], geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
hierna te noemen: [de jeugdige] ,
advocaat: mr. M. Verkijk, kantoorhoudende te Haarlem.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder], hierna te noemen: de moeder,
wonende te [plaats] ,
[de vader], hierna te noemen: de vader,
wonende te [plaats] .

1.Het verdere procesverloop

1.1.
Dit blijkt uit:
- de beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 8 maart 2023;
- het verzoekschrift van het college van B&W van 14 maart 2023;
- de verklaring van 15 maart 2023 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring van 13 maart 2023 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper;
- de instemmende verklaring 8 maart 2023 van de ouders met gezag.
1.2.
Op 16 maart 2023 heeft de meervoudige kamer van de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Hierbij zijn verschenen en gehoord:
- de jeugdige [de jeugdige] , bijgestaan door haar advocaat;
- de vader;
- de moeder;
- [vertegenwoordiger college] , namens het college van B&W.
1.3.
Ten behoeve van de jeugdige was eveneens ter zitting aanwezig haar begeleidster, [begeleidster] .
1.4.
[de jeugdige] is, in het bijzijn van haar advocaat, in de gelegenheid gesteld om voorafgaand aan de zitting haar mening kenbaar te maken.

2.De feiten

2.1.
Het ouderlijk gezag over [de jeugdige] wordt uitgeoefend door de ouders.
2.2.
Bij beschikking van 8 maart 2023 van deze rechtbank heeft de kinderrechter een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp voor [de jeugdige] verleend, met ingang van 8 maart 2023, voor de duur van vier weken. Daarbij is bepaald dat het college van B&W, [de jeugdige] en haar advocaat en de overige belanghebbenden zullen worden gehoord tijdens de zitting van 16 maart 2023.
2.3.
[de jeugdige] verblijft met een machtiging gesloten jeugdhulp bij instelling ‘ [instelling] ’ te [plaats] .

3.Het verzoek

3.1.
Het college van B&W heeft verzocht om ten behoeve van [de jeugdige] een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp te verlenen. Aansluitend verzoekt het college van B&W een machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen voor de duur van drie maanden.
3.2.
Ter onderbouwing van het spoedverzoek schrijft het college van B&W het volgende.
De thuissituatie binnen het gezinshuis is geëscaleerd en [de jeugdige] kan daar niet langer verblijven. De ouders van [de jeugdige] geven aan dat zij niet terug naar huis kan komen. [de jeugdige] brengt zichzelf en anderen in gevaar. Zij laat risicovol gedrag zien en terugkeer naar de thuissituatie is niet haalbaar mede omdat ouders kampen met eigen problematiek. In de thuissituatie is het gedrag van [de jeugdige] niet hanteerbaar. [de jeugdige] onttrekt zich aan ouderlijk gezag en toezicht door o.a. wegloopgedrag en alcohol- en drugsgebruik. Daarnaast handelt zij in softdrugs, vapes en wapens (vooral messen). Zij is bezig met sexting, waarbij zij ook foto’s aan meerderjarigen verkoopt. [de jeugdige] heeft veel omgang met meerderjarige volwassenen waarvan meerdere contacten een strafblad hebben. Wanneer zij wegloopt verblijft zij ook bij deze meerderjarige volwassenen. Zij is herhaaldelijk door de politie bij deze mensen aangetroffen. Het zijn wisselende contacten waarvan niet duidelijk is hoe [de jeugdige] hen kent.
Ook zijn er zorgen vanwege suïcidaal gedrag (bijv. op het spoor lopen) en zichzelf snijden. [de jeugdige] is geschorst van school vanwege gedragsproblemen en heeft een leerplichtontheffing vanuit leerplicht. Procesdiagnostiek en behandeling komt niet van de grond vanwege toenemend wegloopgedrag en veiligheidsrisico’s voor zichzelf en mensen om haar heen. De laatste keer dat [de jeugdige] is weggelopen heeft zij ook een ander kind in het gezinshuis daarin meegenomen.
Plaatsing binnen een gesloten setting wordt noodzakelijk geacht. Het risico op herhaling van het risicovolle gedrag van [de jeugdige] is te groot voor een open setting. Vanuit de gesloten
setting kan toegewerkt worden naar diagnostiek, een start van behandeling en een perspectief biedend advies.
3.3.
Ter onderbouwing van de (aansluitende) machtiging gesloten jeugdhulp schrijft het college van B&W dat [de jeugdige] na de plaatsing op 9 maart 2023 ook vanuit [instelling] is weggelopen. [de jeugdige] is hierna opgespoord in [plaats] en teruggebracht naar de instelling. Het risico op weglopen is daarmee opnieuw bevestigd.
[de jeugdige] behoeft diagnostiek en een behandeling vanuit een veilige leefomgeving. Dit is nodig zodat zij kan toewerken naar een perspectief biedende plaatsing. Deze inzet vraagt een langere periode dan vier weken. Een (aansluitende) machtiging voor de duur van drie maanden is daarom nodig.
3.4.
Tijdens de zitting heeft het college van B&W hieraan toegevoegd dat de resterende termijn van de spoedmachtiging drie weken is. Dit is te kort om voldoende zicht te krijgen op wat er aan de hand is en wat maakt dat [de jeugdige] doet wat ze doet. Niet valt in te schatten hoe de komende periode eruit gaat zien. Als het goed verloopt, komt er een opbouw naar meer vrijheden voor [de jeugdige] . Er is een startgesprek geweest en er zal in samenspraak met [de jeugdige] een plan opgesteld worden. [de jeugdige] kan en mag fouten maken, maar het is belangrijk dat ze dit vanuit een beschermde omgeving doet. De verwachting is dat [instelling] over drie maanden een perspectiefadvies kan geven over de vraag waar [de jeugdige] in de toekomst kan opgroeien.

4.Het standpunt van de jeugdige

4.1.
In het gesprek met de kinderrechter heeft [de jeugdige] verteld dat het goed gaat in [instelling] . [de jeugdige] vindt het niet fijn dat zij geen vrijheden heeft. Deels begrijpt [de jeugdige] de zorgen die er over haar zijn, maar sommige dingen uit de rapportages kloppen niet of worden groter gemaakt. [de jeugdige] accepteert dat zij de resterende termijn van de spoedmachtiging in [instelling] verblijft. Een langer verblijf vindt zij niet nodig. Ze wil dan het liefst naar een open afdeling/ instelling.
4.2.
Namens de jeugdige is verklaard dat [de jeugdige] akkoord gaat met de spoedmachtiging gesloten jeugdhulp. Verder verzoekt de advocaat om de aansluitende machtiging te verlenen voor maximaal zes weken en het overig verzochte aan te houden. Dit geeft [de jeugdige] de kans om te laten zien dat het goed gaat en het biedt een moment om haar voortgang te bespreken. Ook geeft het haar verantwoordelijkheid over haar eigen ontwikkeling. [de jeugdige] snapt dat ze niet op de oude voet verder kan.

5.Het standpunt van de ouders

5.1.
De ouders stemmen in met het verzoek van het college van B&W.

6.De verdere beoordeling

de spoedmachtiging
6.1.
In wat tijdens de zitting naar voren is gekomen, ziet de kinderrechter geen aanleiding om het in de beschikking van 8 maart 2023 geformuleerde oordeel ten aanzien van de spoedmachtiging gesloten jeugdhulp te wijzigen. Gebleken is dat [de jeugdige] (inmiddels) begrijpt en ook accepteert dat zij de resterende periode van de spoedmachtiging in [instelling] verblijft. [de jeugdige] neemt hiermee verantwoordelijkheid en dat is knap van haar.
de (nieuwe) machtiging
6.2.
Vervolgens moet worden beoordeeld of het noodzakelijk is dat deze maatregel voortduurt.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
6.3.
Uit de instemmingsverklaring volgt dat de gedragswetenschapper [de jeugdige] op 13 maart 2023 heeft gesproken. De gedragswetenschapper concludeert op basis van de feiten en bevindingen uit het dossier en op grond van het gesprek met [de jeugdige] , dat haar opgroei- en opvoedproblemen de verzochte opneming en verblijf noodzakelijk maken. Dit om te voorkomen dat [de jeugdige] zich aan de jeugdhulp die zij nodig heeft zal onttrekken. De gedragswetenschapper stemt in met het verzoek van het college van B&W.
Ook de ouders hebben schriftelijk en ter zitting ingestemd met het verzoek.
6.4.
Tijdens de zitting is namens [de jeugdige] verzocht om de machtiging te verlenen voor zes weken en het overig verzochte aan te houden. [de jeugdige] is van mening dat zij ook met een minder ingrijpende maatregel toch de goede keuzes kan maken. Het is goed om te horen dat [de jeugdige] dit vertrouwen heeft. Dit neemt echter niet weg dat er al lange tijd grote zorgen zijn over haar ontwikkeling en gedrag. [de jeugdige] heeft veel kansen gekregen in een open setting, maar blijft risicovol en zelfbepalend gedrag vertonen. Zij onttrekt zich aan het ouderlijk gezag, loopt weg en verblijft bij meerderjarige personen. Ook gebruikt zij alcohol en drugs, bagatelliseert zij op sommige punten haar eigen gedrag en zijn er zorgen over suïcidale gedachten. Hiermee beschadigt [de jeugdige] zichzelf en de mensen in haar omgeving. Het is daarom nodig om uit te zoeken waarom zij deze keuzes maakt en nog belangrijker, hoe zij kan leren om wel de goede keuzes te maken. Dit moet verdere beschadigingen voorkomen en [de jeugdige] helpen haar verleden te verwerken. Hiervoor is tijd nodig. Een termijn van zes weken is hiervoor naar het oordeel van de kinderrechter onvoldoende. Om goed diagnostisch onderzoek te verrichten, een (mogelijke) behandeling te initiëren en een perspectief advies te kunnen geven zal een machtiging nodig zijn van langere duur.
De beperkingen die [de jeugdige] nu binnen de gesloten setting ervaart, zullen gedurende de loop van de machtiging minder strikt worden. Hiervoor is wel nodig dat [de jeugdige] meewerkt, dat zij niet meer wegloopt en dat zij open blijft staan voor diagnostiek en eventuele behandeling.
6.5.
De kinderrechter zal de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen, en wel voor de verzochte periode van drie maanden.

7.De beslissing

De kinderrechter:
7.1.
verleent een machtiging om [de jeugdige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 16 maart 2023 tot 16 juni 2023.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.C.M. van Mierlo, en in het openbaar uitgesproken op 16 maart 2023, in tegenwoordigheid van mr. N. van Lede-Terhaar sive Droste als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld en getekend op 23 maart 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Amsterdam.