Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
- de moeder;
- [vertegenwoordiger van de GI] , namens de GI.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 16 maart 2023 uitspraak gedaan over een verzoek van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (GI) om vervangende toestemming te verlenen voor de DKTP-vaccinatie van een minderjarige. De ouders van de minderjarige, die onder toezicht staat, zijn belast met het ouderlijk gezag. De vader heeft toestemming voor de vaccinatie geweigerd, terwijl de moeder dit wel wenst. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig waren. De vader was afwezig en had aangegeven niet te zullen verschijnen.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de GI bevoegd is om het verzoek in te dienen op basis van artikel 1:265h BW, dat vervangende toestemming voor medische behandelingen van minderjarigen regelt. De kinderrechter heeft echter geconcludeerd dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die maken dat de vaccinatie noodzakelijk is om ernstig gevaar voor de gezondheid van de minderjarige af te wenden. Hierdoor kon het verzoek niet op basis van artikel 1:265h BW worden toegewezen.
De kinderrechter heeft vervolgens overwogen dat het verzoek in deze specifieke situatie moet worden getoetst aan artikel 1:253a BW, dat geschillen omtrent het gezag regelt. De moeder heeft gemotiveerd waarom zij vindt dat de vaccinatie in het belang van de minderjarige is. De kinderrechter heeft uiteindelijk geoordeeld dat deelname aan het Rijksvaccinatieprogramma in het belang van de minderjarige is en heeft vervangende toestemming verleend voor de DKTP-vaccinatie, met de verklaring dat deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad is.