Uitspraak
VONNIS TOEWIJZING DWANGAKKOORD
geboren op: [geboortedatum] te [geboorteplaats]
wonende te: [woonplaats]
1.Samenvatting
2.Beslissing van de rechtbank
3.Gevolgen voor schuldenaar
- De weigerende schuldeisers moeten meewerken aan de uitvoering van de aangeboden minnelijke schuldregeling.
- Schuldenaar zal de aangeboden regeling moeten uitvoeren.
4.Redenen voor deze beslissing
- Schuldenaar heeft een totale schuldenlast van € 67.335,85 concurrent en € 7.915,78 preferent. De schuld aan Fris is € 15.647,97 en aan [A.] is € 5.592,50. Fris vertegenwoordigt 20,79% van de totale schuldenlast en [A.] 7,43%. Dat is gezamenlijk ongeveer 28% van de totale schuldenlast. Schuldenaar heeft aangeboden schuldeisers zonder voorrang 1,19% van hun vordering te betalen en schuldeisers met voorrang 2,38% van hun vordering op basis van een prognoseakkoord.
- Schuldenaar heeft belang bij de aangeboden schuldregeling omdat hij op deze manier van zijn schulden verlost kan worden.
- De andere schuldeisers hebben belang bij de aangeboden schuldregeling omdat deze voor hen tot een beter resultaat leidt dan toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling (wsnp).
- Fris heeft geen reden voor weigering opgegeven.
- [A.] vindt het voorstel niet in verhouding staan tot de vordering.
- Een schuldeiser heeft recht op betaling. De rechtbank kan daarom alleen in bijzondere gevallen een schuldeiser dwingen om in te stemmen met een schuldregeling. De rechtbank moet daarbij rekening houden met de belangen van schuldenaar en alle schuldeisers.
- De rechtbank let bij haar beoordeling op het volgende:
- De rechtbank is van oordeel dat hier sprake is van een bijzonder geval. Ter zitting heeft schuldenaar verklaard dat hij 80-100% arbeidsongeschikt is. Uitzicht op verbetering van de situatie in de nabije toekomst is niet te verwachten. Indien de partner van schuldenaar arbeidsgeschikt is, zal er meer inkomen gegenereerd kunnen worden. De rechtbank is van oordeel dat schuldenaar, onder de gegeven omstandigheden, het maximaal haalbare waartoe hij financieel in staat moet worden geacht heeft aangeboden. Ook tijdens het minnelijk traject wordt beoordeeld of schuldenaar zich voldoende inspant om zoveel mogelijk te sparen. Indien de afloscapaciteit gedurende de looptijd van de minnelijke regeling evenwel toch toeneemt, zal ook het uitkeringspercentage toenemen.
- Vast staat dat in de schuldsaneringsregeling bij een gegeven inkomen, na aftrek van de kosten, zoals bewindvoerderssalaris, minder beschikbaar zal zijn voor aflossing van de schuldeisers dan in de aangeboden schuldregeling.
- Gelet daarop en nu de vooruitzichten van de schuldeisers bij aanvaarding van het akkoord gunstiger zijn dan bij verwerping daarvan, en alle overige schuldeisers in ruime meerderheid hun medewerking aan de voorgestelde regeling hebben verleend, is de rechtbank van oordeel dat Fris en [A.] in redelijkheid niet tot weigering hebben kunnen komen.
- Daarbij weegt mee dat Fris geen reden voor onthouding van instemming heeft opgegeven. Voorts is van belang dat het aandeel van de vordering van [A.] in de totale schuldenlast gering is. Ten slotte is van belang dat Rabobank heeft bericht alsnog met het voorstel in te stemmen.
5.Stukken waarop dit vonnis is gebaseerd
- verzoekschrift van schuldenaar met bijlagen;
- de aantekeningen van de zitting van 14 maart 2023, waaruit blijkt dat [B.] schuldenaar ter zitting heeft bijgestaan.