Uitspraak
VONNIS AFWIJZING DWANGAKKOORD
geboren op: [geboortedatum] te [geboorteplaats]
wonende te: [woonplaats]
1.Samenvatting
2.Beslissing van de rechtbank
3.Redenen voor deze beslissing
- Schuldenaar heeft een totale schuldenlast van € 6.541,47. De schuld aan de weigerende schuldeiser is € 3.094,34, en dat is 47,30% van de totale schuldenlast. Schuldenaar heeft aangeboden schuldeisers 24,88% van hun vordering te betalen.
- Schuldenaar heeft belang bij de aangeboden schuldregeling omdat hij op deze manier van zijn schulden verlost kan worden.
- De andere schuldeisers hebben wel ingestemd met de aangeboden schuldregeling en hebben belang bij de aangeboden schuldregeling omdat deze voor hen tot een beter resultaat leidt dan toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling (wsnp).
- Schuldenaar heeft in de afgelopen tien jaar al een schuldregeling opgestart
- Een schuldeiser heeft recht op betaling. De rechtbank kan daarom alleen in bijzondere gevallen een schuldeiser dwingen om in te stemmen met een schuldregeling. De rechtbank moet daarbij rekening houden met de belangen van schuldenaar en alle schuldeisers.
- De rechtbank let bij haar beoordeling op het volgende:
- De rechtbank zal het verzoek om VGZ te dwingen in te stemmen met de aangeboden schuldregeling afwijzen. De rechtbank legt dat hierna uit.
- De rechtbank is van oordeel dat het aanbod dat aan de schuldeisers is gedaan, onduidelijk is.
- Schuldenaar heeft in zijn verzoekschrift verwezen naar het aanbod zoals zijn schuldhulpverlener dat op 29 november 2022 aan de schuldeisers heeft gedaan.
- De schuldhulpverlener heeft dus in een en dezelfde brief een aanbod gedaan aan de schuldeisers zowel op basis van een prognoseakkoord als op basis van een saneringskrediet. De schuldhulpverlener heeft op de zitting weliswaar gesteld dat het gaat om een aanbod op basis van een saneringskrediet, maar uit het aanbod dat aan de schuldeisers is gedaan hebben zij dat niet duidelijk kunnen afleiden. Daarmee is niet duidelijk met welk aanbod de overige schuldeisers hebben ingestemd, welk aanbod VGZ heeft geweigerd, en met welke regeling VGZ gedwongen zou worden in te stemmen. Dat is voor de rechtbank op zichzelf al voldoende reden om het verzoek af te wijzen om VGZ te dwingen in te stemmen met een schuldregeling.
- Voor zover er al vanuit gegaan zou kunnen worden dat een aanbod aan de schuldeisers is gedaan op basis van een saneringskrediet, merkt de rechtbank ten overvloede op dat niet is gebleken dat dat het maximaal haalbare is waartoe schuldenaar in staat moet worden geacht. Schuldenaar heeft verwezen naar zijn medische situatie en gesteld dat hij een bijstandsuitkering ontvangt en door de gemeente is vrijgesteld van zijn arbeidsverplichting. Op de zitting heeft hij toegelicht dat hij onder behandeling heeft gestaan voor een depressie en dat hij op een wachtlijst staat voor een vervolgbehandeling. Schuldenaar heeft niet met stukken onderbouwd dat hij nu of in de nabije toekomst (gedurende de looptijd van een schuldregeling) medisch gezien niet in staat is om betaalde arbeid te verrichten waarmee hij meer kan verdienen dan zijn huidige bijstandsuitkering. Het enkele feit dat schuldenaar op dit moment door de gemeente is vrijgesteld van de arbeidsverplichting in het kader van zijn bijstandsuitkering, is daarvoor onvoldoende.
4.Stukken waarop dit vonnis is gebaseerd
- verzoekschrift van schuldenaar met bijlagen;
- aantekeningen van de zitting van 14 maart 2023, waaruit blijkt dat [A.], schuldhulpverlener, schuldenaar ter zitting heeft bijgestaan.