Uitspraak
geboren op: [geboortedatum] te [geboorteplaats]
wonende te: [woonplaats]
1.Samenvatting
2.Beslissing van de rechtbank
3.Gevolgen voor schuldenaar
- Schuldenaar hoeft gedurende 6 maanden de woning niet te ontruimen, gerekend vanaf 19 januari 2023, dus tot 19 juli 2023.
- Voorwaarde voor deze schorsing is dat schuldenaar de lopende huur steeds volledig en tijdig (dus vóór de eerste van de maand) betaalt. Als schuldenaar zich niet aan deze voorwaarde houdt, vervalt de schorsing. De verhuurder kan schuldenaar dan weer tot ontruiming van de huurwoning dwingen.
- De rechtbank verlengt de huurovereenkomst gedurende de schorsing.
- Komt een minnelijke schuldregeling niet tot stand? Dan behandelt de rechtbank het verzoek om schuldenaar toe te laten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (wsnp) op
4.Redenen voor deze beslissing
- Het ligt voor de hand dat het treffen van een minnelijke schuldregeling weinig kans van slagen heeft als schuldenaar zijn huurwoning kwijt raakt.
- Vast staat dat schuldenaar de huur over de maanden februari en maart 2023 tijdig heeft voldaan. De financiële situatie van schuldenaar is nu ook stabiel. Gelet hierop is aannemelijk dat schuldenaar de huur over de komende maanden ook tijdig zal kunnen betalen. Daarbij weegt mee dat de nieuwe civiele bewindvoerder heeft verklaard dat het contact met schuldenaar goed is, dat hij goed met haar samenwerkt en de gevraagde gegevens aanlevert.
- Onder deze omstandigheden is schorsing van de uitvoering van het ontruimingsvonnis noodzakelijk en rechtvaardig.
- Met betrekking tot de gestelde overlast overweegt de rechtbank als volgt. Vaststaat dat er een verzetprocedure tegen de uitspraak van de kantonrechter tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde in verband met overlast bij de kantonrechter aanhangig is. De verwachting is dat op korte termijn daarin een beslissing zal worden genomen. De rechtbank zal daarom in de onderhavige procedure niet op die beslissing vooruit lopen. De rechtbank is van oordeel dat in deze situatie en op dit moment het belang van schuldenaar om zijn schuldregeling tot een goed einde te brengen nog zwaarder weegt, dan het belang van de verhuurder om overlast te voorkomen.
5.Stukken waarop dit vonnis is gebaseerd
- verzoekschrift van schuldenaar met bijlagen;
- beschikking voorlopige voorziening (artikel 287 lid 4 Faillissementswet) van de rechtbank van 19 januari 2023;
- verweerschrift van verhuurder;
- de aantekeningen van de zitting van 14 maart 2023.
6.Gevolgen van dit vonnis
- De rechtbank schorst de uitvoering van het ontruimingsvonnis en verlengt de huurovereenkomst tussen partijen voor een periode van 6 maanden, gerekend vanaf 19 januari 2023, dus tot 19 juli 2023.
- De rechtbank bepaalt dat de schorsing alleen geldt zolang schuldenaar de lopende huur tijdig en volledig betaalt.
- De rechtbank bepaalt dat de schorsing in ieder geval vervalt op het moment dat het verzoek tot toepassing van de wsnp op schuldenaar wordt ingetrokken of dat een beslissing daarop niet meer kan worden aangevochten.
- De rechtbank bepaalt dat degene die namens schuldenaar de minnelijke schuldregeling uitvoert, uiterlijk twee weken vóór