ECLI:NL:RBNHO:2023:2688

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 maart 2023
Publicatiedatum
24 maart 2023
Zaaknummer
C 15/335888 FT RK 23/49
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Rekestprocedure
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek om moratorium in verband met ontruimingsvonnis en overlast door schuldenaar

In deze zaak heeft de schuldenaar, die in financiële problemen verkeert, de rechtbank verzocht om de uitvoering van een ontruimingsvonnis te schorsen. De schuldenaar is voornemens om een minnelijke schuldregeling te treffen met zijn schuldeisers, maar de verhuurder, Stichting Wooncompagnie, dreigt de woning van de schuldenaar te ontruimen wegens overlast en huurachterstand. De rechtbank heeft op 21 maart 2023 geoordeeld dat de schuldenaar voorlopig in zijn woning kan blijven wonen, mits hij de huur tijdig en volledig blijft betalen. De rechtbank heeft het verzoek tot moratorium toegewezen en de uitvoering van het ontruimingsvonnis geschorst voor een periode van zes maanden, tot 19 juli 2023. De schuldenaar moet zich aan de voorwaarden houden, anders kan de verhuurder opnieuw tot ontruiming overgaan. De rechtbank heeft ook de huurovereenkomst verlengd gedurende deze schorsing. De beslissing is genomen met inachtneming van de argumenten van beide partijen, waarbij het belang van de schuldenaar om zijn financiële situatie te stabiliseren zwaarder weegt dan de zorgen van de verhuurder over overlast.

Uitspraak

VONNIS TOEWIJZING MORATORIUM
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
zittingsplaats: Alkmaar
afdeling: Handel, Kanton en Insolventie
zaaknummer: C15/335888 FT RK 23/49
naam rechter: mr. J. van der Kluit
uitspraakdatum: 21 maart 2023
in de zaak van: [schuldenaar] (hierna: schuldenaar)
geboren op: [geboortedatum] te [geboorteplaats]
wonende te: [woonplaats]
schuldhulpverlener: mr. D.A. IJpelaar.
tegen
verhuurder: Stichting Wooncompagnie
gevestigd te: Hoorn
vertegenwoordigd door: mr. M.M.J. Martinot.

1.Samenvatting

Schuldenaar wil proberen een minnelijke schuldregeling met zijn schuldeisers te treffen, maar de verhuurder dreigt de woning van schuldenaar te ontruimen. Schuldenaar heeft de rechtbank verzocht de uitvoering van het ontruimingsvonnis te schorsen (verzoek tot moratorium). De rechtbank moet beoordelen of schuldenaar nog enige tijd in de woning kan blijven wonen.

2.Beslissing van de rechtbank

De rechtbank wijst het verzoek tot moratorium toe en schorst de uitvoering van het ontruimingsvonnis. Schuldenaar kan voorlopig nog in zijn woning blijven wonen.

3.Gevolgen voor schuldenaar

  • Schuldenaar hoeft gedurende 6 maanden de woning niet te ontruimen, gerekend vanaf 19 januari 2023, dus tot 19 juli 2023.
  • Voorwaarde voor deze schorsing is dat schuldenaar de lopende huur steeds volledig en tijdig (dus vóór de eerste van de maand) betaalt. Als schuldenaar zich niet aan deze voorwaarde houdt, vervalt de schorsing. De verhuurder kan schuldenaar dan weer tot ontruiming van de huurwoning dwingen.
  • De rechtbank verlengt de huurovereenkomst gedurende de schorsing.
  • Komt een minnelijke schuldregeling niet tot stand? Dan behandelt de rechtbank het verzoek om schuldenaar toe te laten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (wsnp) op

4.Redenen voor deze beslissing

4.1.
Argumenten van schuldenaar
Schuldenaar moet op grond van een vonnis wegens een huurachterstand zijn woning ontruimen. Schuldenaar wil proberen een minnelijke schuldregeling met al zijn schuldeisers te treffen. Daarvoor is belangrijk dat de situatie van schuldenaar stabiel is en blijft. Dat geldt ook voor zijn woonsituatie. Daarom wil schuldenaar dat de rechtbank het ontruimingsvonnis schorst zodat schuldenaar voorlopig in zijn woning kan blijven wonen.
4.2.
Reactie van de verhuurder
 De verhuurder heeft bevestigd dat schuldenaar de huur over de maanden februari en maart 2023 heeft betaald. De verhuurder heeft aangevoerd dat schuldenaar zich niet als een goed huurder gedraagt en stelselmatig overlast veroorzaakt. Daar komt bij dat schuldenaar in het verleden regelmatig heeft verzuimd de verschuldigde huurtermijnen op tijd te voldoen. De verhuurder verzet zich om die reden ook tegen de schorsing.
4.3.
Afweging van de argumenten van partijen door de rechtbank
  • Het ligt voor de hand dat het treffen van een minnelijke schuldregeling weinig kans van slagen heeft als schuldenaar zijn huurwoning kwijt raakt.
  • Vast staat dat schuldenaar de huur over de maanden februari en maart 2023 tijdig heeft voldaan. De financiële situatie van schuldenaar is nu ook stabiel. Gelet hierop is aannemelijk dat schuldenaar de huur over de komende maanden ook tijdig zal kunnen betalen. Daarbij weegt mee dat de nieuwe civiele bewindvoerder heeft verklaard dat het contact met schuldenaar goed is, dat hij goed met haar samenwerkt en de gevraagde gegevens aanlevert.
  • Onder deze omstandigheden is schorsing van de uitvoering van het ontruimingsvonnis noodzakelijk en rechtvaardig.
  • Met betrekking tot de gestelde overlast overweegt de rechtbank als volgt. Vaststaat dat er een verzetprocedure tegen de uitspraak van de kantonrechter tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde in verband met overlast bij de kantonrechter aanhangig is. De verwachting is dat op korte termijn daarin een beslissing zal worden genomen. De rechtbank zal daarom in de onderhavige procedure niet op die beslissing vooruit lopen. De rechtbank is van oordeel dat in deze situatie en op dit moment het belang van schuldenaar om zijn schuldregeling tot een goed einde te brengen nog zwaarder weegt, dan het belang van de verhuurder om overlast te voorkomen.

5.Stukken waarop dit vonnis is gebaseerd

  • verzoekschrift van schuldenaar met bijlagen;
  • beschikking voorlopige voorziening (artikel 287 lid 4 Faillissementswet) van de rechtbank van 19 januari 2023;
  • verweerschrift van verhuurder;
  • de aantekeningen van de zitting van 14 maart 2023.

6.Gevolgen van dit vonnis

  • De rechtbank schorst de uitvoering van het ontruimingsvonnis en verlengt de huurovereenkomst tussen partijen voor een periode van 6 maanden, gerekend vanaf 19 januari 2023, dus tot 19 juli 2023.
  • De rechtbank bepaalt dat de schorsing alleen geldt zolang schuldenaar de lopende huur tijdig en volledig betaalt.
  • De rechtbank bepaalt dat de schorsing in ieder geval vervalt op het moment dat het verzoek tot toepassing van de wsnp op schuldenaar wordt ingetrokken of dat een beslissing daarop niet meer kan worden aangevochten.
  • De rechtbank bepaalt dat degene die namens schuldenaar de minnelijke schuldregeling uitvoert, uiterlijk twee weken vóór

7.Mogelijkheden om dit vonnis aan te vechten

Deze uitspraak kan (in beginsel) niet worden aangevochten.
De griffier De rechter