In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 2 februari 2023 uitspraak gedaan over de zorgregeling tussen de vader en zijn twee minderjarige kinderen, [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2]. De kinderrechter heeft het verzoek van de gecertificeerde instelling De Jeugd- & Gezinsbeschermers (GI) om de zorgregeling op te schorten, toegewezen. De GI had verzocht om de zorgregeling voor een jaar te pauzeren, omdat er sprake was van een langdurige strijd tussen de ouders en de kinderen een onverminderd grote weerstand vertoonden tegen contact met hun vader. De kinderrechter constateerde dat de hulpverlening nog niet was gestart en dat de situatie complexer was dan aanvankelijk gedacht. De kinderen hadden behoefte aan rust en er was onvoldoende zicht op de oorzaak van hun weerstand tegen contact met de vader. De kinderrechter benadrukte dat de moeder een sleutelrol speelt in de situatie en dat de drempel voor contactherstel met de tijd alleen maar hoger lijkt te worden. De kinderrechter heeft de zorgregeling opgeschort tot het einde van de ondertoezichtstelling, te weten tot 18 mei 2023, en verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden.