Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 3 februari 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een beslissing van de officier van justitie. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen en daartegen beroep ingesteld. De officier van justitie verklaarde het beroep niet-ontvankelijk en wees het verzoek om proceskosten af. Betrokkene heeft vervolgens beroep ingesteld bij de kantonrechter, die de zaak op 24 januari 2023 heeft behandeld. De gemachtigde van betrokkene voerde aan dat de officier van justitie de beschikking had ingetrokken, maar dat er geen bewijs was dat betrokkene op de hoogte was gesteld van deze intrekking voordat het beroep werd ingesteld.
De kantonrechter overwoog dat uit het dossier niet was gebleken of en wanneer betrokkene in kennis was gesteld van de vernietiging van de beschikking. De enkele vermelding van de intrekking in het zaakoverzicht was niet voldoende. De kantonrechter oordeelde dat het beroep terecht was ingesteld, omdat er geen informatie beschikbaar was over een besluit van de officier van justitie. Daarom werd het verzoek om proceskostenvergoeding toegewezen, en de beslissing van de officier van justitie werd vernietigd.
De kantonrechter bepaalde dat de officier van justitie de proceskosten van betrokkene moest vergoeden tot een bedrag van € 1.075,50, en dat dit bedrag aan de gemachtigde van betrokkene zou worden uitbetaald door het Centraal Justitieel Incassobureau. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. A.P. Ploeger, kantonrechter, en kan binnen 6 weken worden aangevochten bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.