ECLI:NL:RBNHO:2023:2483
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. drs. J. de Vries
- mr. M.H. Affourtit-Kramer
- mr. F.K. van Wijk
- Rechtspraak.nl
Afwijzing Wob-verzoek inzake informatie over COVID-19 vaccinaties en overlijdens
In deze zaak heeft eiser op 29 juli 2021 een Wob-verzoek ingediend bij de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, met het verzoek om informatie over personen die geen tweede vaccinatie tegen COVID-19 hebben ontvangen en inmiddels zijn overleden. De minister heeft dit verzoek op 31 december 2021 afgewezen, wat eiser heeft aangevochten. De rechtbank heeft het beroep op 20 december 2022 behandeld, waarbij eiser en de gemachtigden van de minister aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister het verzoek op onjuiste gronden heeft afgewezen, omdat de gevraagde informatie ten tijde van het verzoek al beschikbaar was in de systemen van het RIVM. De rechtbank oordeelt dat het beroep tegen de afwijzing van het Wob-verzoek gegrond is, maar laat de rechtsgevolgen van het besluit van 31 december 2021 in stand. Dit betekent dat de afwijzing van het Wob-verzoek van eiser blijft bestaan, maar dat de minister het griffierecht aan eiser moet vergoeden. De rechtbank heeft de besluiten van 31 maart 2022 en 31 december 2021 vernietigd, maar de afwijzing van het Wob-verzoek blijft van kracht. De rechtbank heeft ook de nieuwe wetgeving, de Wet open overheid (Woo), in overweging genomen, die op 1 mei 2022 in werking is getreden en de Wob intrekt. De rechtbank concludeert dat de belangen van de overheid en het RIVM zwaarder wegen dan het belang van openbaarheid in deze specifieke zaak.