ECLI:NL:RBNHO:2023:2392

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
16 maart 2023
Publicatiedatum
16 maart 2023
Zaaknummer
C/15/332195 / FA RK 22-4453
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Echtscheiding en vaststelling van hoofdverblijfplaats en kinderbijdrage na huwelijk in Nepal

In deze zaak verzoeken partijen om de echtscheiding tussen hen uit te spreken. De rechtbank moet eerst vaststellen of partijen daadwerkelijk met elkaar gehuwd zijn. Partijen stellen dat zij in een vluchtelingenkamp in Nepal zijn gehuwd, maar beschikken niet over een huwelijksakte. Ze hebben geprobeerd deze op te vragen via de Nepalese ambassade en de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), maar zonder succes. De Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) heeft hen geholpen naar Nederland te komen, maar heeft geen gegevens meer van hen, omdat deze niet langer dan zeven jaar bewaard mogen worden. De rechtbank besluit op basis van de basisregistratie personen dat partijen op een bepaalde datum in Nepal zijn gehuwd.

De rechtbank oordeelt dat, omdat ten minste één van de partijen op het moment van indiening van het verzoekschrift in Nederland woonde, de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft om over het verzoek tot echtscheiding te oordelen. De rechtbank wijst het verzoek tot echtscheiding toe, aangezien het huwelijk duurzaam is ontwricht. Daarnaast hebben partijen een convenant en ouderschapsplan opgesteld, die deel uitmaken van de beschikking.

Verder verzoeken partijen om de hoofdverblijfplaats van hun minderjarige kinderen bij de vrouw te bepalen. De rechtbank oordeelt dat de hoofdverblijfplaats van de kinderen in Nederland is en dat het verzoek gegrond is. Tot slot verzoeken partijen om een kinderbijdrage van € 233 per kind per maand, welke ook wordt toegewezen. De beschikking wordt gegeven door de rechter en kinderrechter mr. A.L. Diender en is openbaar uitgesproken op 16 maart 2023.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Haarlem
zaaknummer / rekestnummer: C/15/332195 / FA RK 22-4453
Beschikking van 16 maart 2023 betreffende de echtscheiding
in de zaak van:
[de man] ,
wonende te [plaats] ,
hierna te noemen: de man,
advocaat mr. J.C.I. Veerman, gevestigd te Volendam,
en
[de vrouw] ,
wonende te [plaats] ,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat mr. J.C.I. Veerman, gevestigd te Volendam.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van partijen, ingekomen op 22 september 2022. Bij het verzoekschrift is een convenant en het ouderschapsplan gevoegd.

2.De beoordeling

De man heeft de Nederlandse nationaliteit. De nationaliteit van de vrouw is onbekend.
De minderjarige kinderen van partijen zijn:
- [de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] , Nepal, en
- [de minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] .
echtscheiding
Partijen verzoeken de echtscheiding tussen hen uit te spreken. Zij stellen dat zij met elkaar gehuwd zijn en dat het huwelijk duurzaam is ontwricht.
Eerst moet worden vastgesteld of partijen met elkaar gehuwd zijn.
In beginsel moet dit blijken uit een huwelijksakte of, bij gebreke daarvan en indien partijen in het buitenland gehuwd zijn en in Nederland asiel hebben aangevraagd, een rapport van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).
Partijen stellen dat zij met elkaar gehuwd zijn in een vluchtelingenkamp in Nepal en dat zij niet over een huwelijksakte beschikken. Het is hen niet gelukt de huwelijksakte op te vragen in Nepal, via de Nepalese ambassade of de IND. Partijen zijn met hulp van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) naar Nederland gekomen en hebben weinig te maken gekregen met de IND. De IOM heeft geen gegevens meer van hen, omdat deze instantie de gegevens op grond van de wet niet langer dan zeven jaar mag bewaren, aldus partijen.
Op grond van deze omstandigheden zal worden uitgegaan van de overgelegde informatie uit de basisregistratie personen. Vastgesteld wordt dat partijen op “ [huwelijksdatum] ” gehuwd zijn
te [plaats] , Nepal.
Nu ten tijde van de indiening van het verzoekschrift de gewone verblijfplaats van ten minste één van partijen zich in Nederland bevond, komt de Nederlandse rechter rechtsmacht toe om te oordelen over het verzoek tot echtscheiding. Op grond van artikel 10:56 van het Burgerlijk Wetboek is Nederlands recht op het verzoek van toepassing.
Het verzoek tot echtscheiding zal, als op de wet gegrond, worden toegewezen.
Partijen hebben onderling een regeling getroffen die is vermeld in het aan deze beschikking gehechte convenant en ouderschapsplan. Overeenkomstig het verzoek zal worden bepaald dat het convenant en ouderschapsplan deel uitmaken van deze beschikking.
hoofdverblijfplaats [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2]
Partijen verzoeken te bepalen dat de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] bij de vrouw zal zijn.
Nu de gewone verblijfplaats van [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] in Nederland is, is de Nederlandse rechter bevoegd om, naar Nederlands recht, te beslissen op dit verzoek.
Het verzoek zal als op de wet gegrond worden toegewezen, nu niet is gebleken dat het belang van [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] zich daartegen verzet.
kinderbijdrage
Partijen verzoeken een door de man te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] (hierna ook: kinderbijdrage) vast te stellen van € 233 per kind per maand.
Nu de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft met betrekking tot het verzoek tot echtscheiding, heeft hij op grond van artikel 3 sub c van de Alimentatieverordening (nr. 4/2009 Raad van Europa van 18 december 2008) tevens rechtsmacht met betrekking tot het verzoek tot vaststelling van een kinderbijdrage. Op grond van artikel 3 van het Protocol van 23 november 2007 zal het Nederlandse recht worden toegepast, nu de onderhouds-gerechtigde gewone verblijfplaats in Nederland heeft.
Het verzoek met betrekking tot de kinderbijdrage zal als op de wet gegrond worden toegewezen.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
Spreekt de echtscheiding uit tussen partijen, gehuwd te [plaats] , Nepal,
op [huwelijksdatum] ;
3.2.
bepaalt dat het aangehechte, door partijen op 19 september 2022 ondertekende convenant en ouderschapsplan deel uitmaken van deze beschikking;
3.3.
bepaalt dat de minderjarigen:
- [de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] , Nepal, en
- [de minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
hun hoofdverblijfplaats zullen hebben bij de vrouw;
3.4.
bepaalt dat de man € 233 per kind per maar dient te betalen aan de vrouw als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] , met ingang van de dag van inschrijving van de beschikking tot echtscheiding in de registers van de burgerlijke stand, telkens bij vooruitbetaling te voldoen.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.L. Diender, rechter, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. J. Leertouwer op 16 maart 2023.