Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[de minderjarige], geboren op [geboortedag] 2017 te [geboorteplaats] ,
1.Verloop van de procedure
de Raad).
2.Feiten en omstandigheden
woont bij de moeder.
3.Verzoek
De vernoeming van [de minderjarige] naar de vader acht de moeder echter ongepast, gezien het uitblijven van een rol van de vader in het leven van [de minderjarige] . Het liefst had de moeder gezien dat [de minderjarige] een goede band met zijn vader kon opbouwen, maar die heeft dat niet gewild. De vader vertrok, om redenen die hij niet bereid was te vertellen, en nam bewust en welover-wogen afscheid van [de minderjarige] . De tweede voornaam van [de minderjarige] is nu een negatieve associatie met alles wat de vader niet voor hem is. De afwezigheid van de vader wordt opgevangen door de opa van [de minderjarige] , genaamd [naam opa] (de vader van de moeder).
Opa [naam opa] geeft alle warmte en geborgenheid die [de minderjarige] niet van zijn vader krijgt, en hij is een voorbeeld voor [de minderjarige] . Opa [naam opa] is volgens de moeder voor [de minderjarige] de meest aangewezen persoon om naar vernoemd te worden. De moeder vindt dit het aangewezen moment om deze vernoeming gestalte te geven, temeer nu opa [naam opa] ziek is. De moeder vindt dit het mooiste een eerlijkste eerbetoon voor haar vader en [de minderjarige] . Gelet op het voorgaand is de moeder van mening dat zij een zwaarwichtig belang heeft bij wijziging van de tweede voornaam van [de minderjarige] , terwijl er geen redenen zijn die zich verzetten tegen toewijzing van het verzoek. Met name nu het een wijziging van de tweede voornaam betreft en niet van de eerste, onder welke naam [de minderjarige] het meest bekend is. Voor de buitenwereld zal er dus weinig veranderen, terwijl er voor haar heel veel verandert.
4.Verweer
5.Visie van de Raad
Volgens de Raad is [de minderjarige] er met name bij gebaat dat partijen met elkaar in gesprek gaan over de manier waarop beìden een rol kunnen spelen in het leven van hun kind.
6.Beoordeling
[de minderjarige] is nog jong en nergens is uit gebleken dat hij momenteel hinder ondervindt van zijn tweede voornaam ‘ [huidige naam] ’, of dat dat in de nabije toekomst aan de orde zal zijn.
Overigens draagt [de minderjarige] de achternaam van de vader, zodat hij ook bij toewijzing van het verzoek, in zijn naam een verwijzing naar de vader blijft houden. Daarnaast kan niet worden uitgesloten dat er in de toekomst weer contact zal zijn tussen de vader en [de minderjarige] en dat zij een band opbouwen.
De rechtbank begrijpt, evenals de Raad, de emotionele wens van de moeder [de minderjarige] naar haar vader te vernoemen, maar dit kan niet worden aangemerkt als een zwaarwichtig belang als bedoeld in artikel 1:4, tweede lid, BW.
Gelet op het voorgaande zal het verzoek worden afgewezen.
in gesprek gaan over de mogelijkheden om de vader bij het leven van [de minderjarige] te betrekken. Voor een goede identiteitsontwikkeling van [de minderjarige] is het in beginsel van belang dat beide ouders een rol in zijn leven spelen en de vader heeft gezegd dit ook graag te willen. En een kind heeft meer aan twee ouders die van hem houden, dan aan één.
Indien gewenst zouden partijen hierbij de begeleiding van hulpverlening kunnen inschakelen.