ECLI:NL:RBNHO:2023:238

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
13 januari 2023
Publicatiedatum
16 januari 2023
Zaaknummer
C/15/332093 / FA RK 22-4390
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot wijziging van de tweede voornaam van een minderjarige

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 13 januari 2023 uitspraak gedaan in een verzoek van de moeder om de tweede voornaam van haar minderjarige kind te wijzigen. De moeder verzocht om de wijziging van de tweede voornaam van haar kind van '[huidige naam]' naar '[gewenste naam]'. De moeder stelde dat de huidige tweede voornaam een negatieve associatie met de vader met zich meebracht, aangezien de vader geen rol speelt in het leven van het kind. De moeder vond het belangrijk om het kind te vernoemen naar haar eigen vader, die ziek is, en meende dat dit een eerbetoon zou zijn. De vader daarentegen verzocht om het verzoek van de moeder af te wijzen, omdat hij trots was op de naam die zijn kind droeg en vond dat de moeder handelde vanuit haar eigen belang, zonder rekening te houden met het belang van het kind.

De rechtbank heeft de procedure behandeld op 8 december 2022, waarbij beide partijen en hun advocaten aanwezig waren. De Raad voor de Kinderbescherming was ook vertegenwoordigd. De rechtbank oordeelde dat er geen zwaarwichtig belang was bij de wijziging van de tweede voornaam, aangezien het kind nog jong is en er geen bewijs was dat hij hinder ondervond van zijn huidige naam. De rechtbank benadrukte dat het belangrijk is dat beide ouders een rol in het leven van het kind spelen en dat het goed zou zijn als partijen met elkaar in gesprek gaan over de betrokkenheid van de vader.

Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek van de moeder afgewezen, met de overweging dat de emotionele wens van de moeder niet voldeed aan de wettelijke vereisten voor een wijziging van de voornaam. De rechtbank heeft de partijen aangemoedigd om samen te werken aan de betrokkenheid van de vader in het leven van het kind.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Alkmaar
SCH
voornaamswijziging
zaak-/rekestnr.: C/15/332093 / FA RK 22-4390
Beschikking van de enkelvoudige kamer voor familiezaken van 13 januari 2023
in de zaak van:
[verzoekster] ,
wonende op een geheim adres,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat mr. B.T.A. Visser, kantoorhoudende te Zwaagdijk-Oost,
in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van de minderjarige:
[de minderjarige], geboren op [geboortedag] 2017 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [de minderjarige] .
Als belanghebbende wordt aangemerkt:
[vader] ,
wonende op een geheim adres,
hierna te noemen: de vader,
advocaat mr. L. da Silva, kantoorhoudende te Den Haag.

1.Verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, met bijlagen, van de moeder, ingekomen op 29 augustus 2022;
- het verweerschrift van de vader, ingekomen op 5 december 2022;
- de berichten, met bijlagen, van de moeder, ingekomen op 5 december 2022.
1.2.
De behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op de zitting van 8 december 2022 in aanwezigheid van partijen en hun advocaten (mr. Da Silva via een videoverbinding). Voorts is verschenen mevr. [A] namens de Raad voor de Kinderbescherming (hierna:
de Raad).

2.Feiten en omstandigheden

2.1.
De vader en de moeder hebben een affectieve relatie met elkaar gehad.
2.2.
Het minderjarig kind van de vader en de moeder is [de minderjarige] . De vader heeft [de minderjarige] erkend. De moeder is van rechtswege belast met het eenhoofdig gezag over [de minderjarige] .
woont bij de moeder.

3.Verzoek

3.1.
De moeder verzoekt de voornamen van [de minderjarige] te wijzigen van ‘ [huidige naam] ’ naar ‘ [gewenste naam] ’.
3.2.
In het verzoekschrift licht de moeder toe dat de tweede voornaam van [de minderjarige] ‘ [huidige naam] ’ een vernoeming is naar de vader. De moeder vindt een vernoeming een eerbetoon aan een speciaal iemand: iemand waar je trots op bent en warme gevoelens voor hebt.
De vernoeming van [de minderjarige] naar de vader acht de moeder echter ongepast, gezien het uitblijven van een rol van de vader in het leven van [de minderjarige] . Het liefst had de moeder gezien dat [de minderjarige] een goede band met zijn vader kon opbouwen, maar die heeft dat niet gewild. De vader vertrok, om redenen die hij niet bereid was te vertellen, en nam bewust en welover-wogen afscheid van [de minderjarige] . De tweede voornaam van [de minderjarige] is nu een negatieve associatie met alles wat de vader niet voor hem is. De afwezigheid van de vader wordt opgevangen door de opa van [de minderjarige] , genaamd [naam opa] (de vader van de moeder).
Opa [naam opa] geeft alle warmte en geborgenheid die [de minderjarige] niet van zijn vader krijgt, en hij is een voorbeeld voor [de minderjarige] . Opa [naam opa] is volgens de moeder voor [de minderjarige] de meest aangewezen persoon om naar vernoemd te worden. De moeder vindt dit het aangewezen moment om deze vernoeming gestalte te geven, temeer nu opa [naam opa] ziek is. De moeder vindt dit het mooiste een eerlijkste eerbetoon voor haar vader en [de minderjarige] . Gelet op het voorgaand is de moeder van mening dat zij een zwaarwichtig belang heeft bij wijziging van de tweede voornaam van [de minderjarige] , terwijl er geen redenen zijn die zich verzetten tegen toewijzing van het verzoek. Met name nu het een wijziging van de tweede voornaam betreft en niet van de eerste, onder welke naam [de minderjarige] het meest bekend is. Voor de buitenwereld zal er dus weinig veranderen, terwijl er voor haar heel veel verandert.
3.3.
De moeder heeft ter zitting aangevuld dat zij en de vader uit elkaar zijn gegaan toen [de minderjarige] 1 jaar was. [de minderjarige] kent de vader niet en ook zij weet nog steeds niet wie de vader werkelijk is. Volgens de moeder is de vader niet eerlijk en zij vertrouwt hem niet. De moeder geeft aan dat [de minderjarige] binnen afzienbare tijd zijn naam zal kunnen lezen. Hij zal dan gaan beseffen dat zijn tweede voornaam de naam van zijn vader is en steeds geconfronteerd worden met diens afwezigheid in zijn leven. De moeder wil [de minderjarige] hiervoor behoeden en beschermen.

4.Verweer

4.1.
De vader verzoekt het verzoek af te wijzen.
4.2.
In het verweerschrift geeft de vader aan dat hij er trots op is dat [de minderjarige] zijn naam draagt. Juist nu hij [de minderjarige] al lange tijd niet heeft kunnen zien, vindt hij het fijn dat zijn zoon op die manier aan hem verbonden is. De vader is van mening dat de moeder uitsluitend handelt vanuit haar eigen perspectief en belang, en dat het belang van [de minderjarige] bij de verzochte naamswijziging ontbreekt. Van enig ongemak of hinder geeft [de minderjarige] immers geen blijk. De vader zou graag omgang met [de minderjarige] willen hebben en een band met hem opbouwen. Als [de minderjarige] op latere leeftijd zelf een andere naam wil aannemen, staat hem dat vrij, maar de vader acht het niet wenselijk dat de moeder deze niet onbelangrijke beslissing op dit moment al voor [de minderjarige] neemt.
4.3.
De vader heeft ter zitting benadrukt dat hij graag een vader voor [de minderjarige] zou willen zijn. Dit wordt echter bemoeilijkt door de moeder, waardoor hij een stap terug heeft gedaan. Wellicht komt er in de toekomst contact tot stand en is [de minderjarige] blij met de vernoeming naar hem. Maar ook bij het uitblijven van contact, kan de vernoeming belangrijk zijn voor de identiteitsontwikkeling van zijn zoon. De vader vindt het niet aan partijen om de naam van [de minderjarige] te wijzigen.

5.Visie van de Raad

De Raad heeft gezegd de wens van de moeder om [de minderjarige] te vernoemen naar opa [naam opa] , in emotioneel opzicht te begrijpen. De Raad ziet echter niet in op welke wijze dit [de minderjarige] zou behoeden voor de door de moeder genoemde negatieve associatie met de vader: [de minderjarige] is immers door de vader erkend en draagt ook zijn achternaam.
Volgens de Raad is [de minderjarige] er met name bij gebaat dat partijen met elkaar in gesprek gaan over de manier waarop beìden een rol kunnen spelen in het leven van hun kind.

6.Beoordeling

6.1.
Ingevolge artikel 1:4, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) kan de rechtbank wijziging van de voornamen gelasten op verzoek van de betrokken persoon of zijn wettelijk vertegenwoordiger. De gevraagde voornamen mogen ingevolge artikel 1:4, tweede lid, BW niet ongepast zijn of overeenstemmen met bestaande geslachtsnamen, tenzij deze tevens gebruikelijke voornamen zijn. Ook dient een voldoende zwaarwichtig belang te bestaan bij het verzoek.
6.2.
De vraag wanneer sprake is van een voldoende zwaarwichtig belang, wordt in de wet of de wetsgeschiedenis niet beantwoord. Bruikbare aanknopingspunten voor de beantwoording van die vraag biedt met name de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Uit die jurisprudentie komt het volgende naar voren. Voornamen zijn een middel om personen binnen hun familie en in het maatschappelijk verkeer te identificeren. Daarom vallen voornamen onder het begrip privéleven en familie- en gezinsleven in de zin van artikel 8 EVRM. Dat betekent dat in beginsel inmenging van enig openbaar gezag niet is toegestaan. Niet iedere regulering houdt echter ook een inmenging in. Steeds dient in dit verband te worden onderzocht of er sprake is van een “fair balance” tussen enerzijds de belangen van het individu en anderzijds de belangen van de staat, waarbij niet uit het oog kan worden verloren dat de staat een zekere mate van beoordelingsvrijheid toekomt. Bepalend bij de vraag of een weigering om een bepaalde voornaam toe te kennen een ongeoorloofde inmenging oplevert, is de mate van ongemak/overlast (“the degree of inconvenience”) die de betrokkene hiervan ondervindt. Daarbij dienen alle feiten en omstandigheden te worden meegewogen, waaronder ook de vraag of het voor de betrokkene feitelijk toch mogelijk is de gewenste voornaam te voeren.
6.3.
De rechtbank is op grond van de stukken en hetgeen ter zitting is besproken van oordeel dat een zwaarwichtig belang bij het wijzigen van de tweede voornaam van [de minderjarige] van ‘ [huidige naam] ’ naar ‘ [gewenste naam] ’ ontbreekt.
[de minderjarige] is nog jong en nergens is uit gebleken dat hij momenteel hinder ondervindt van zijn tweede voornaam ‘ [huidige naam] ’, of dat dat in de nabije toekomst aan de orde zal zijn.
Overigens draagt [de minderjarige] de achternaam van de vader, zodat hij ook bij toewijzing van het verzoek, in zijn naam een verwijzing naar de vader blijft houden. Daarnaast kan niet worden uitgesloten dat er in de toekomst weer contact zal zijn tussen de vader en [de minderjarige] en dat zij een band opbouwen.
De rechtbank begrijpt, evenals de Raad, de emotionele wens van de moeder [de minderjarige] naar haar vader te vernoemen, maar dit kan niet worden aangemerkt als een zwaarwichtig belang als bedoeld in artikel 1:4, tweede lid, BW.
Gelet op het voorgaande zal het verzoek worden afgewezen.
6.4.
Opgemerkt wordt nog dat het goed zou zijn voor dit kind als partijen met elkaar
in gesprek gaan over de mogelijkheden om de vader bij het leven van [de minderjarige] te betrekken. Voor een goede identiteitsontwikkeling van [de minderjarige] is het in beginsel van belang dat beide ouders een rol in zijn leven spelen en de vader heeft gezegd dit ook graag te willen. En een kind heeft meer aan twee ouders die van hem houden, dan aan één.
Indien gewenst zouden partijen hierbij de begeleiding van hulpverlening kunnen inschakelen.

7.Beslissing

De rechtbank:
Wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.L. Diender, rechter, tevens kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. S.C. Horio als griffier en in het openbaar uitgesproken op 13 januari 2013.
Tegen deze beschikking kan – voor zover er definitief is beslist – door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. De verzoekende partij en/of de zich verwerende partij dient het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen.