ECLI:NL:RBNHO:2023:2273

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 februari 2023
Publicatiedatum
15 maart 2023
Zaaknummer
10278370 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde administratieve sanctie wegens handelen in strijd met een geslotenverklaring

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 15 februari 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een opgelegde administratieve sanctie, in dit geval een boete. De betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 15 februari 2023 waren zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als de betrokkene aanwezig. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, namelijk het handelen in strijd met een geslotenverklaring, geregistreerd was met een fotocamera. Echter, de foto van de gedraging ontbrak in het dossier, wat essentieel is voor de beoordeling van de zaak. De vertegenwoordiger van de officier van justitie kon de foto niet overleggen, waardoor de kantonrechter onvoldoende gegevens had om vast te stellen of de gedraging daadwerkelijk had plaatsgevonden. Hierdoor heeft de kantonrechter het beroep gegrond verklaard en de beslissing van de officier van justitie en de opgelegde boete vernietigd. Tevens is bepaald dat de verhoging van € 47,50 niet verschuldigd is en dat het bedrag dat als zekerheidstelling door de betrokkene is betaald, aan hem moet worden terugbetaald. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, en de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10278370 \ WM VERZ 23-13
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 15 februari 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 15 februari 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder handelen in strijd met een geslotenverklaring in beide richtingen.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
Aan betrokkene is een verhoging opgelegd van € 47,50. De kantonrechter oordeelt dat uit de stukken blijkt dat deze verhoging ten onrechte is opgelegd en zal dan ook bepalen dat de verhoging niet verschuldigd is.
De gedraging waarom het gaat is geregistreerd met een fotocamera. Dat betekent dat er een foto van de gedraging is gemaakt. Als er een foto is, moet deze onderdeel zijn van het dossier omdat een foto van een gedraging behoort tot de op de zaak betrekking hebbende stukken. De officier van justitie moet ervoor zorgen dat het dossier compleet is en moet de op de zaak betrekking hebbende stukken ter kennis van de rechtbank brengen.
In dit dossier ontbreekt de foto, terwijl de gedraging met een fotocamera is geregistreerd. De vertegenwoordiger van de officier van justitie kon de foto op de zitting ook niet overleggen. Doordat de foto van de gedraging ontbreekt, heeft de kantonrechter onvoldoende gegevens om te kunnen vaststellen dat de gedraging is verricht.
Het beroep is daarom gegrond. De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van officier van justitie zullen worden vernietigd.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de
boete is opgelegd;
‒ bepaalt dat de opgelegde verhoging niet verschuldigd is;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt;
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: