Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 15 februari 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een opgelegde administratieve sanctie (boete) aan betrokkene. De zaak betreft een beroep tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep van betrokkene ongegrond had verklaard. Betrokkene had tegen deze beslissing beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 15 februari 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, terwijl betrokkene zelf niet verscheen.
De gedraging waarvoor de boete was opgelegd, betrof het stilstaan van een voertuig bij een bushalte en naast een geblokte markering. Betrokkene erkende dat hij zijn voertuig kort had laten stilstaan om zijn moeder naar huis te begeleiden, maar betwistte de locatie van de gedraging. De officier van justitie verzocht om wijziging van de pleeglocatie, wat de kantonrechter heeft gevolgd. De kantonrechter oordeelde dat de gedraging voldoende was komen vast te staan en dat er geen aanleiding was om de boete te matigen. Het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie werd gedeeltelijk gegrond verklaard, maar het beroep tegen de boete zelf werd ongegrond verklaard.
De uitspraak houdt in dat de kantonrechter de pleeglocatie wijzigt naar 'Maasweg te Hoorn' en dat de boete blijft staan. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt. De procedure in hoger beroep is in beginsel schriftelijk, tenzij anders verzocht.