ECLI:NL:RBNHO:2023:2269

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 februari 2023
Publicatiedatum
15 maart 2023
Zaaknummer
10278350 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging pleeglocatie en ongegrondverklaring beroep tegen boete in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 15 februari 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een opgelegde administratieve sanctie (boete) aan betrokkene. De zaak betreft een beroep tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep van betrokkene ongegrond had verklaard. Betrokkene had tegen deze beslissing beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 15 februari 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, terwijl betrokkene zelf niet verscheen.

De gedraging waarvoor de boete was opgelegd, betrof het stilstaan van een voertuig bij een bushalte en naast een geblokte markering. Betrokkene erkende dat hij zijn voertuig kort had laten stilstaan om zijn moeder naar huis te begeleiden, maar betwistte de locatie van de gedraging. De officier van justitie verzocht om wijziging van de pleeglocatie, wat de kantonrechter heeft gevolgd. De kantonrechter oordeelde dat de gedraging voldoende was komen vast te staan en dat er geen aanleiding was om de boete te matigen. Het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie werd gedeeltelijk gegrond verklaard, maar het beroep tegen de boete zelf werd ongegrond verklaard.

De uitspraak houdt in dat de kantonrechter de pleeglocatie wijzigt naar 'Maasweg te Hoorn' en dat de boete blijft staan. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt. De procedure in hoger beroep is in beginsel schriftelijk, tenzij anders verzocht.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10278350 \ WM VERZ 23-9
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 15 februari 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 15 februari 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: een voertuig bij een bord bushalte en naast de geblokte markering van de bushalte laten stilstaan.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie. Betrokkene heeft erkend dat hij zijn voertuig een korte tijd heeft laten stilstaan om zijn moeder naar huis te begeleiden. Dit was volgens hem echter niet op de Moerbalk, maar op de Maasweg.
Ook wanneer de aanduiding van de pleeglocatie in de inleidende beschikking onjuist zou zijn, hoeft dit naar vaste rechtspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden niet te leiden tot vernietiging van de beschikking, wanneer bij de betrokkene redelijkerwijs geen misverstand kan zijn ontstaan omtrent de vraag op welke gedraging de hem opgelegde boete betrekking heeft en waartegen hij zich moet verdedigen.
Ter zitting heeft de vertegenwoordiger van de officier van justitie met behulp van Google Maps en met behulp van de door betrokkene overgelegde foto’s aangetoond dat de pleeglocatie inderdaad Maasweg is te Hoorn in plaats van Moerbalk te Hoorn. De vertegenwoordiger van de officier van justitie verzoekt dan ook om de pleeglocatie te wijzigen De kantonrechter volgt dit voorstel en wijzigt de pleeglocatie..
Met betrekking tot de gedraging is de kantonrechter van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden – met name uit de aanvullende verklaring van de verbalisant ondersteund met foto’s – voldoende is gebleken dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. De gedraging wordt verder ook niet betwist. De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd geen reden om de boete te matigen.
Aangezien de pleeglocatie wordt gewijzigd is het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gedeeltelijk gegrond.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gedeeltelijk gegrond en wijzigt deze beslissing, voor zover deze betrekking heeft op de pleeglocatie in de inleidende beschikking;
‒ wijzigt de inleidende beschikking in die zin dat als de omschrijving van de pleeglocatie luidt ‘Maasweg te Hoorn’;
‒ verklaart het beroep tegen de beschikking waarbij de boete is opgelegd ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: