ECLI:NL:RBNHO:2023:2268

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 februari 2023
Publicatiedatum
15 maart 2023
Zaaknummer
10267369 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens verkeersvoorschriftenschending

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 15 februari 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van een vermeende verkeersvoorschriftenschending, namelijk het afslaan zonder richting aan te geven. Betrokkene had tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, nadat deze het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 15 februari 2023 was zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene aanwezig. Betrokkene voerde aan dat zijn kenteken in maart 2021 was gestolen en dat hij sindsdien op een motorfiets met een duplicaatcode rijdt. De vertegenwoordiger van de officier van justitie stelde voor om het beroep gegrond te verklaren, omdat betrokkene op 31 maart 2021 een duplicaatcode voor zijn kenteken had aangevraagd. De kantonrechter oordeelde dat het verweer van betrokkene aannemelijk was en volgde het voorstel van de officier van justitie. Het beroep werd gegrond verklaard, en de beschikking waarbij de boete was opgelegd, werd vernietigd. De kantonrechter bepaalde dat de officier van justitie het betaalde bedrag aan betrokkene moest terugbetalen. De uitspraak werd gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10267369 \ WM VERZ 23-2
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 15 februari 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 15 februari 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: afslaan zonder richting aan te geven (met de arm of richtingaanwijzer).
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie. Betrokkene voert aan dat zijn kenteken is gestolen in maart 2021. Sindsdien rijdt betrokkene op een motorfiets die voorzien is van een kenteken met een duplicaatcode. Betrokkene heeft de gedraging niet begaan.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft voorgesteld om het beroep gegrond te verklaren, omdat is gebleken dat betrokkene op 31 maart 2021 een duplicaatcode voor het kenteken van zijn motorfiets heeft aangevraagd. Betrokkene heeft ter zitting tevens een foto laten zien van zijn motorfiets waarop een kenteken zichtbaar is met een duplicaatcode. De kantonrechter acht het verweer van betrokkene, gelet op vorenstaande, aannemelijk en volgt het voorstel van de vertegenwoordiger van de officier van justitie. Betrokkene krijgt het voordeel van de twijfel. Het beroep wordt daarom gegrond verklaard.
De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van officier van justitie zullen worden vernietigd.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de
boete is opgelegd;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: