Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 15 februari 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van een vermeende verkeersvoorschriftenschending, namelijk het afslaan zonder richting aan te geven. Betrokkene had tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, nadat deze het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 15 februari 2023 was zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene aanwezig. Betrokkene voerde aan dat zijn kenteken in maart 2021 was gestolen en dat hij sindsdien op een motorfiets met een duplicaatcode rijdt. De vertegenwoordiger van de officier van justitie stelde voor om het beroep gegrond te verklaren, omdat betrokkene op 31 maart 2021 een duplicaatcode voor zijn kenteken had aangevraagd. De kantonrechter oordeelde dat het verweer van betrokkene aannemelijk was en volgde het voorstel van de officier van justitie. Het beroep werd gegrond verklaard, en de beschikking waarbij de boete was opgelegd, werd vernietigd. De kantonrechter bepaalde dat de officier van justitie het betaalde bedrag aan betrokkene moest terugbetalen. De uitspraak werd gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken.