ECLI:NL:RBNHO:2023:2254

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 februari 2023
Publicatiedatum
15 maart 2023
Zaaknummer
10256912 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens verkeersovertreding op autoweg

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 24 februari 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene wegens een verkeersovertreding. Betrokkene had een boete ontvangen voor het onterecht gebruiken van een autoweg met een motorvoertuig dat niet voldeed aan de snelheidsnormen. De zaak werd behandeld op de zitting van 10 februari 2023, waar de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar betrokkene zelf niet. De kantonrechter heeft de gedraging vastgesteld op basis van de verklaringen van de verbalisant en de beschikbare stukken in het dossier.

De kantonrechter oordeelde dat de gedraging voldoende was komen vast te staan. Betrokkene had aangevoerd dat hij niet rechtdoor mocht rijden bij de kruising Nollenweg met de Bergerweg, maar de kantonrechter vond dat betrokkene onvoldoende feiten en omstandigheden had aangedragen om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De boete was terecht opgelegd, omdat de verbalisant had waargenomen dat betrokkene de verkeersregels overtrad. De kantonrechter zag geen aanleiding om de boete te matigen en verklaarde het beroep ongegrond.

De uitspraak werd gedaan door mr. D.D.M. Hazeu, kantonrechter, en werd in het openbaar uitgesproken. Betrokkene heeft de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden binnen zes weken na de dag van toezending van de uitspraak, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt. De procedure in hoger beroep is in beginsel schriftelijk, tenzij anders verzocht.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10256912 \ WM VERZ 22-1013
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 24 februari 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]
[gemachtigde]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 10 februari 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: autoweg gebruiken anders dan met motorvoertuig dat sneller kan/mag dan 50 km/u.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De officier van justitie heeft een aanvullend proces-verbaal laten opmaken door de verbalisant. In dit aanvullend proces-verbaal is het volgende vermeld:
“(…) Betrokkene reed over de Nollenweg tussen de Bergerweg en de Provincialeweg N245 te Alkmaar gemeente Alkmaar. (…) Gekomen bij de kruising Nollenweg met de Bergerweg moet betrokkene echter linksaf slaan en via de Berenkoog te Alkmaar zijn weg moeten vervolgen. Betrokkene mag niet rechtdoor rijden bij de kruising Nollenweg met de Bergerweg omdat het gedeelte Nollenweg tussen de Bergerweg en de Provincialeweg N245 een autoweg is met aangegeven maximum snelheid van 80 km per uur. (…)”
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden – met name uit de aanvullende verklaring van de verbalisant – voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Dat er op de pleegdatum en pleeglocatie borden aanwezig waren die juist aangaven dat betrokkene rechtdoor moest rijden vanwege een omleiding is door betrokkene niet aannemelijk gemaakt. Betrokkene heeft onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd die aanleiding geven om te twijfelen aan de juistheid van de verklaring van de verbalisant. De boete is opgelegd omdat de verbalisant het voertuig van betrokkene rechtdoor zag rijden waar dit niet was toegestaan. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter is ten slotte van oordeel dat de slotopmerking in de aanvullende verklaring van de verbalisant dat het bij de politie algemeen bekend is dat tractoren daar toch rechtdoor rijden, niet ten grondslag ligt aan het opleggen van de boete. Dit deel van de verklaring maakt het oordeel van de kantonrechter dan ook niet anders.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.D.M. Hazeu, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: