3.13.Op 7 september 2020 heeft [Handelsstal] de rechtbank Amsterdam een verzoek ingediend voor een voorlopig deskundigenbericht over de behandeling van Davinci door Team Amstelstreek. Naar aanleiding daarvan heeft [hoogleraar] (hoogleraar Voortplanting Paard, hierna: [hoogleraar] ) op 24 januari 2022 een rapport uitgebracht. In dat rapport staat – voor zover hier relevant – het volgende:
"Tijdens de eerste bezoek heeft [dierenarts 1] een liggende merriein partu
aangetroffen. Er werd door twee mannen fors aan het veulen getrokken zonder vordering. [dierenarts 1] heeft geconstateerd dat het veulen nog leefde en verder dat het gebrek aan progressie te wijten was aan een verkeerde ligging. De achterbenen van het veulen lagen namelijk in het geboortekanaal, naar voren gericht onder de buik van het veulen in plaats van naar achter gestrekt. [dierenarts 1] heeft de trekrichting aangepast en de achterbenen van het veulen begeleid om de bevalling te voltooien. Echter, het veulen bewoog niet en had een zeer zwakke pols; het veulen is kort na de bevalling overleden.
Bij nacontrole heeft [dierenarts 1] een tweede veulen aangetroffen; hij heeft de geboorte hiervan ook verholpen. Het tweede veulen was 'in de vliezen' geboren, dat wil zeggen dat de placenta meekwam met het veulen. Het veulen is levend geboren, maar het was heel klein en is kort na de geboorte geëuthanaseerd.
Tijdens de geboorte van de tweede veulen zijn de placenta's van beide veulens afgekomen.
[dierenarts 1] heeft kort na de geboorte van het tweede veulen de merrie nog eens van binnen gecontroleerd. Tijdens dit onderzoek heeft hij geen vruchtvliezen of andere afwijkingen ontdekte. [dierenarts 1] heeft de placenta's van beide veulens wel op volledigheid gecontroleerd. Hij was er van overtuigd dat ze volledig waren en dat er geen sprake was van achtergebleven stukken. (…)
2. Kunt u aangeven of [dierenarts 1] na de bevalling de baarmoeder had moeten doorspoelen? Zo ja, kunt u aangeven wat hiervan het doel is en binnen welk tijdsbestek dit dient plaats te vinden? Zo nee, kunt u aangeven waarom niet?
Na afloop van een geassisteerde bevalling bij de merrie wordt met enige regelmaat besloten om de baarmoeder te spoelen. Vooral als de ingreep lang geduurd heeft en er langdurig inwendig gemanipuleerd is (arm van de dierenarts meerdere malen in de uterus ingebracht) en er sprake is van aanzienlijk contaminatie van de uterus (baarmoeder). Als de placenta manueel verwijderd wordt, wordt de baarmoeder ook regelmatig gespoeld. In het geval van Davinci lijkt het niet dat [dierenarts 1] lang bezig is geweest. Hij was ook ervan overtuigd dat de placenta's volledig afgekomen waren. Verder was de meest urgente probleem na het weer opstaan van de merrie, de ataxie van de merrie en de verdenking van een zenuw beschadiging. Gezien de omstandigheden, lijkt het mij redelijk om de baarmoeder niet meteen te spoelen en vooral de aandacht te richten op het behandelen van de vermoedelijke zenuwbeschadiging en de daaraan gekoppelde symptomen. Kortom, het spoelen van de baarmoeder meteen na een geassisteerde bevalling (of binnen de eerste 24 uur erna) is een preventieve maatregel (vóórkomen van potentiële gevolgen). Het kan dus ook achterwege gelaten worden of uitgesteld zijn tot dat er een duidelijke indicatie is, bijvoorbeeld koorts of een afwijkende uterusinhoud of uitvloeiing. Wat dit betreft, voldoet het advies om de temperatuur van de merrie minstens twee keer daags te controleren aan de algemene richtlijnen voor monitoring van de merrie in de eerste 2-3 dagen post partum. Deze advies is verstrekt door [dierenarts 1] . (…)
7. Is de geconstateerde hoefbevangenheid het gevolg van het nalaten van behandeling?
De geconstateerde hoefbevangenheid is in alle waarschijnlijkheid het gevolg van het overblijven van een stuk van één van de placenta's in de baarmoeder. Omdat het overgebleven stuk niet is geconstateerd, zijn er in de eerste 2 dagen geen gerichte behandelingen ingezet. Op 11 mei zijn de voorgeschreven behandelingen wel opgestart, maar ze blaken niet voldoende om de hoefbevangenheid op te lossen. Het niet volledig kunnen belasten van de achterbenen (vooral rechtsachter) zou ook een rol gespeeld kunnen hebben in het verergeren van de klachten in de voorvoeten.
8. Zo ja, had dit voorkomen kunnen worden?
9. Zo nee, waarom niet?
Het achterblijven van een stuk van de placenta had niet voorkomen kunnen worden, gezien de placenta's spontaan zijn afgekomen (niet manueel verwijderd).
Klaarblijkelijk is er een verkeerde inschatting gemaakt met betrekking tot de compleetheid van de placenta's. Er is een stuk van één van de placenta's achtergebleven in de uterus; het ontbreken van deze stuk is niet geconstateerd ondanks controle van beide placenta's. Misschien had dit gedeeltelijk te maken met een gebrek aan ervaring met de inspectie van de placenta's bij een tweeling, gezien tweelingen zelden voorkomen bij de merrie. (…)
Het is ook mogelijk dat de hoefbevangenheid niet voorkomen had kunnen worden door bijvoorbeeld een eenmalige spoeling van de uterus meteen na de partus. De kans is namelijk hoog dat dit onvoldoend was geweest om het stuk placenta ter verwijderen (spoelen van de uterus door [dierenarts 2] op 11 mei heeft ook niet geleid tot het loslaten van het stuk placenta).
10. Kunt u gelet op het vorenstaande aangeven of de behandeling bestaande uit het doorspoelen van de baarmoeder kon worden uitgesteld tot enkele dagen na de bevalling?
Als er geen duidelijke aanleiding is om het doorspoelen van de baarmoeder uit te voeren, is het redelijk om dit behandeling achterwege te laten dan wel uit te stellen tot er wel aanleiding is (b.v. temperatuur verhoging, vaginale uitvloeiing; vertraagde involutie van de baarmoeder).
11. Kunt u de verklaring van [dierenarts 2] en [dierenarts 1] uiteenzetten en aangeven wat uw mening is over de uitgevoerde behandeling van Davinci. Heeft deze conform de professionele standaard plaatsgevonden? Zo ja, kunt u aangeven waarom? Zo nee, kunt u aangeven waarom niet?
[dierenarts 1] heeft de niet vorderende partus vlot opgelost. Daarna heeft hij een aantal behandelingen opgestart gericht op het verhelpen van de meest urgente probleem meteen na de partus, namelijk de ataxie en de vermoedelijke zenuwbeschadiging. Hij heeft ook enkele behandelingen ingezet om de risico op hoefbevangenheid te verminderen (…). [dierenarts 1] heeft verder de eigenaar geadviseerd om de merrie minstens 2 keer daags op temperatuur te controleren en, bij verhoging, de praktijk te raadplegen. Dit zijn allemaal conform de professionele standaard.
[dierenarts 2] heeft alle geadviseerde (na)behandelingen ingezet om de baarmoeder ontsteking en daaruit voortvloeiende hoefbevangenheid tegen te gaan (…).
Achteraf gezien was het misschien beter als de merrie op de dag na de partus inwendig gecontroleerd was. Het constateren van een matig geïnvolveerde baarmoeder had namelijk kunnen leiden tot een andere aanpak. Aan de andere kant, is het inwendig onderzoek van de merrie op dag 1 post partum niet routine in de praktijk. Het niet uitvoeren van dit onderzoek is dus niet in strijd met de richtlijnen/professionele standaard.
12. Heeft u nog opmerkingen die bij de beoordeling van deze zaak van belang zouden kunnen zijn?
De risico factoren dat na mijn mening een rol gespeeld hebben in het ontwikkelen van hoefbevangenheid bij de merrie Davinci zijn:
a)
Het niet tijdig herkennen van de tweelingdracht. (…) Wat dit betreft, heeft het niet herkennen van het bestaan van de tweelingdracht om tijdig in te kunnen grijpen om of de tweeling te reduceren tot een eenling of de dracht te beëindigen, een rol gespeeld in de verder verloop.
b)
Het niet herkennen dat (één van) de placenta's onvolledig was afgekomen heeft ook een rol gespeeld in het verder verloop.
c)
Er is ook adequaat advies gegeven over het monitoren van de merrie (…) voor het mogelijke ontwikkeling van een baarmoeder ontsteking. Echter, het advies om contact op te nemen bij een temperatuur verhoging is op 10 mei niet gevolgd (…). Achteraf gezien was het beter als er sowieso contact was geweest op dit moment."