ECLI:NL:RBNHO:2023:2199

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 maart 2023
Publicatiedatum
13 maart 2023
Zaaknummer
9985656 \ CV EXPL 22-4003
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van een dierenarts bij de bevalling van een merrie en de gevolgen van achtergebleven placenta

In deze zaak heeft Team Amstelstreek B.V. een vordering ingesteld tegen [Handelsstal] wegens onbetaalde facturen voor de behandeling van de merrie Davinci tijdens en na de bevalling van een tweeling. Na de bevalling bleek dat er een stukje placenta was achtergebleven, wat leidde tot hoefbevangenheid en uiteindelijk de dood van de merrie. [Handelsstal] betwistte de facturen en vorderde schadevergoeding, stellende dat Team Amstelstreek fouten had gemaakt bij de behandeling. De kantonrechter oordeelde dat Team Amstelstreek geen tekortkomingen had vertoond in de uitvoering van haar werkzaamheden. De rechter concludeerde dat de dierenarts de zorgvuldigheid had betracht die van een redelijk bekwaam vakgenoot mag worden verwacht en dat de vorderingen van [Handelsstal] ongegrond waren. De kantonrechter wees de vorderingen van Team Amstelstreek toe en veroordeelde [Handelsstal] tot betaling van de openstaande facturen, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. De proceskosten werden ook aan [Handelsstal] opgelegd.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: 9985656 \ CV EXPL 22-4003
Vonnis van de kantonrechter van 15 maart 2023 (bij vervroeging)
in de zaak van
TEAM AMSTELSTREEK B.V.,
in [woonplaats 2] ,
eisende partij,
hierna te noemen: Team Amstelstreek,
gemachtigde: Nouta Westland Gerechtsdeurwaarderskantoor B.V.,
tegen
[Handelsstal],
in [woonplaats 1] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [Handelsstal] ,
gemachtigde: mr. S.A. Wensing.

1.De zaak in het kort

[Handelsstal] was eigenaar van een merrie, Davinci. In opdracht van [Handelsstal] heeft Team Amstelstreek Davinci behandeld tijdens en na de bevalling van een tweeling. Na de bevalling is ontdekt dat een stuk placenta was achtergebleven in de baarmoeder. Bij Davinci is hoefbevangenheid opgetreden en dit heeft geleid tot de dood van Davinci. Volgens [Handelsstal] heeft Team Amstelstreek fouten gemaakt bij de behandeling van Davinci. [Handelsstal] heeft daarom de facturen van Team Amstelstreek niet betaald. Team Amstelstreek vordert betaling van die facturen. [Handelsstal] vordert op haar beurt schadevergoeding. De kantonrechter oordeelt dat Team Amstelstreek geen fouten heeft gemaakt bij de behandeling van Davinci. De vorderingen van Team Amstelstreek worden toegewezen en die van [Handelsstal] afgewezen.

2.De procedure

2.1.
Team Amstelstreek heeft bij dagvaarding van 10 juni 2022 een vordering tegen [Handelsstal] ingesteld. [Handelsstal] heeft schriftelijk geantwoord en daarbij een tegenvordering ingediend.
2.2.
Op 2 maart 2023 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. [Handelsstal] heeft haar standpunt toegelicht aan de hand van een pleitnota. Voorafgaand aan de mondelinge behandeling heeft Team Amstelstreek nog schriftelijk geantwoord op de tegenvordering van [Handelsstal] en [Handelsstal] heeft nog een productie ingediend.

3.De feiten

3.1.
[Handelsstal] was eigenaar van het paard Davinci.
3.2.
In de avond van 9 mei 2020 heeft [Handelsstal] Team Amstelstreek ingeschakeld om bijstand te verlenen bij de bevalling van Davinci. Namens Team Amstelstreek heeft [dierenarts 1] (hierna: [dierenarts 1] ) op die dag de behandeling uitgevoerd.
3.3.
Bij aankomst heeft Team Amstelstreek Davinci liggend aangetroffen, terwijl twee mannen zonder progressie fors aan het trekken waren aan een veulen dat tot en met de borst geboren was. Het veulen bleek verkeerd te liggen (in de zogenaamde hundsitze lage). Team Amstelstreek heeft het veulen begeleid om de bevalling te voltooien. Het veulen is kort na de bevalling overleden.
3.4.
Bij vaginale controle heeft Team Amstelstreek nog een veulen ontdekt en meteen verlost. Het tweede veulen is "in de vliezen" geboren. Dit veulen is kort na de geboorte overleden. Tijdens de geboorte van het tweede veulen zijn de placenta's van beide veulens meegekomen. Team Amstelstreek heeft beide placenta's gecontroleerd op volledigheid. Daarnaast heeft Team Amstelstreek Davinci inwendig gecontroleerd en daarbij geen vliezen of vruchtdelen aangetroffen.
3.5.
Na de bevalling ging het niet goed met Davinci. Team Amstelstreek heeft Davinci daarop behandeld met het oog op ataxie en een vermoedelijke zenuwbeschadiging.
3.6.
De volgende ochtend, op 10 mei 2020, heeft [dierenarts 1] namens Team Amstelstreek Davinci verder behandeld. Team Amstelstreek heeft daarbij aan [Handelsstal] het advies gegeven de temperatuur van Davinci minstens twee keer per dag te controleren en bij verhoging contact op te nemen met Team Amstelstreek. Later die dag had Davinci verhoging, maar [Handelsstal] heeft dit niet gemeld aan Team Amstelstreek.
3.7.
Op 11 mei 2020 is Davinci nogmaals behandeld, deze keer door [dierenarts 2] (hierna: [dierenarts 2] ) namens Team Amstelstreek. Davinci had op dat moment verhoging. Team Amstelstreek heeft toen – onder andere – inwendig onderzoek verricht bij Davinci. Daarbij heeft Team Amstelstreek geen restanten placenta aangetroffen. Verder heeft Team Amstelstreek de baarmoeder van Davinci gespoeld.
3.8.
Op 12 mei 2020 heeft [dierenarts 1] namens Team Amstelstreek Davinci onderzocht in verband met vermoedens van hoefbevangenheid. Team Amstelstreek heeft nogmaals de baarmoeder van Davinci gespoeld. Daarbij kwam een stukje placenta mee.
3.9.
Nadien heeft Team Amstelstreek Davinci regelmatig gecontroleerd en behandeld in verband met – onder andere – hoefbevangenheid. Na 17 juni 2020 was Team Amstelstreek niet meer welkom bij [Handelsstal] en zij heeft vanaf dat moment (dus) geen onderzoek of behandeling meer verricht aan Davinci.
3.10.
Op 24 juni 2020 is Davinci geëuthanaseerd.
3.11.
Voor haar werkzaamheden heeft Team Amstelstreek drie facturen gestuurd aan [Handelsstal] . De betalingstermijn van de facturen bedraagt 14 dagen. Het gaat om de volgende facturen:
Factuur
Datum
Bedrag
45685
15 mei 2020
€ 2.271,31
45785
31 mei 2020
€ 889,90
45886
15 juni 2020
€ 495,28
3.12.
[Handelsstal] heeft de facturen van Team Amstelstreek (tot op heden) niet betaald.
3.13.
Op 7 september 2020 heeft [Handelsstal] de rechtbank Amsterdam een verzoek ingediend voor een voorlopig deskundigenbericht over de behandeling van Davinci door Team Amstelstreek. Naar aanleiding daarvan heeft [hoogleraar] (hoogleraar Voortplanting Paard, hierna: [hoogleraar] ) op 24 januari 2022 een rapport uitgebracht. In dat rapport staat – voor zover hier relevant – het volgende:
"Tijdens de eerste bezoek heeft [dierenarts 1] een liggende merriein partu
aangetroffen. Er werd door twee mannen fors aan het veulen getrokken zonder vordering. [dierenarts 1] heeft geconstateerd dat het veulen nog leefde en verder dat het gebrek aan progressie te wijten was aan een verkeerde ligging. De achterbenen van het veulen lagen namelijk in het geboortekanaal, naar voren gericht onder de buik van het veulen in plaats van naar achter gestrekt. [dierenarts 1] heeft de trekrichting aangepast en de achterbenen van het veulen begeleid om de bevalling te voltooien. Echter, het veulen bewoog niet en had een zeer zwakke pols; het veulen is kort na de bevalling overleden.
Bij nacontrole heeft [dierenarts 1] een tweede veulen aangetroffen; hij heeft de geboorte hiervan ook verholpen. Het tweede veulen was 'in de vliezen' geboren, dat wil zeggen dat de placenta meekwam met het veulen. Het veulen is levend geboren, maar het was heel klein en is kort na de geboorte geëuthanaseerd.
Tijdens de geboorte van de tweede veulen zijn de placenta's van beide veulens afgekomen.
[dierenarts 1] heeft kort na de geboorte van het tweede veulen de merrie nog eens van binnen gecontroleerd. Tijdens dit onderzoek heeft hij geen vruchtvliezen of andere afwijkingen ontdekte. [dierenarts 1] heeft de placenta's van beide veulens wel op volledigheid gecontroleerd. Hij was er van overtuigd dat ze volledig waren en dat er geen sprake was van achtergebleven stukken. (…)
2. Kunt u aangeven of [dierenarts 1] na de bevalling de baarmoeder had moeten doorspoelen? Zo ja, kunt u aangeven wat hiervan het doel is en binnen welk tijdsbestek dit dient plaats te vinden? Zo nee, kunt u aangeven waarom niet?
Na afloop van een geassisteerde bevalling bij de merrie wordt met enige regelmaat besloten om de baarmoeder te spoelen. Vooral als de ingreep lang geduurd heeft en er langdurig inwendig gemanipuleerd is (arm van de dierenarts meerdere malen in de uterus ingebracht) en er sprake is van aanzienlijk contaminatie van de uterus (baarmoeder). Als de placenta manueel verwijderd wordt, wordt de baarmoeder ook regelmatig gespoeld. In het geval van Davinci lijkt het niet dat [dierenarts 1] lang bezig is geweest. Hij was ook ervan overtuigd dat de placenta's volledig afgekomen waren. Verder was de meest urgente probleem na het weer opstaan van de merrie, de ataxie van de merrie en de verdenking van een zenuw beschadiging. Gezien de omstandigheden, lijkt het mij redelijk om de baarmoeder niet meteen te spoelen en vooral de aandacht te richten op het behandelen van de vermoedelijke zenuwbeschadiging en de daaraan gekoppelde symptomen. Kortom, het spoelen van de baarmoeder meteen na een geassisteerde bevalling (of binnen de eerste 24 uur erna) is een preventieve maatregel (vóórkomen van potentiële gevolgen). Het kan dus ook achterwege gelaten worden of uitgesteld zijn tot dat er een duidelijke indicatie is, bijvoorbeeld koorts of een afwijkende uterusinhoud of uitvloeiing. Wat dit betreft, voldoet het advies om de temperatuur van de merrie minstens twee keer daags te controleren aan de algemene richtlijnen voor monitoring van de merrie in de eerste 2-3 dagen post partum. Deze advies is verstrekt door [dierenarts 1] . (…)
7. Is de geconstateerde hoefbevangenheid het gevolg van het nalaten van behandeling?
De geconstateerde hoefbevangenheid is in alle waarschijnlijkheid het gevolg van het overblijven van een stuk van één van de placenta's in de baarmoeder. Omdat het overgebleven stuk niet is geconstateerd, zijn er in de eerste 2 dagen geen gerichte behandelingen ingezet. Op 11 mei zijn de voorgeschreven behandelingen wel opgestart, maar ze blaken niet voldoende om de hoefbevangenheid op te lossen. Het niet volledig kunnen belasten van de achterbenen (vooral rechtsachter) zou ook een rol gespeeld kunnen hebben in het verergeren van de klachten in de voorvoeten.
8. Zo ja, had dit voorkomen kunnen worden?
9. Zo nee, waarom niet?
Het achterblijven van een stuk van de placenta had niet voorkomen kunnen worden, gezien de placenta's spontaan zijn afgekomen (niet manueel verwijderd).
Klaarblijkelijk is er een verkeerde inschatting gemaakt met betrekking tot de compleetheid van de placenta's. Er is een stuk van één van de placenta's achtergebleven in de uterus; het ontbreken van deze stuk is niet geconstateerd ondanks controle van beide placenta's. Misschien had dit gedeeltelijk te maken met een gebrek aan ervaring met de inspectie van de placenta's bij een tweeling, gezien tweelingen zelden voorkomen bij de merrie. (…)
Het is ook mogelijk dat de hoefbevangenheid niet voorkomen had kunnen worden door bijvoorbeeld een eenmalige spoeling van de uterus meteen na de partus. De kans is namelijk hoog dat dit onvoldoend was geweest om het stuk placenta ter verwijderen (spoelen van de uterus door [dierenarts 2] op 11 mei heeft ook niet geleid tot het loslaten van het stuk placenta).
10. Kunt u gelet op het vorenstaande aangeven of de behandeling bestaande uit het doorspoelen van de baarmoeder kon worden uitgesteld tot enkele dagen na de bevalling?
Als er geen duidelijke aanleiding is om het doorspoelen van de baarmoeder uit te voeren, is het redelijk om dit behandeling achterwege te laten dan wel uit te stellen tot er wel aanleiding is (b.v. temperatuur verhoging, vaginale uitvloeiing; vertraagde involutie van de baarmoeder).
11. Kunt u de verklaring van [dierenarts 2] en [dierenarts 1] uiteenzetten en aangeven wat uw mening is over de uitgevoerde behandeling van Davinci. Heeft deze conform de professionele standaard plaatsgevonden? Zo ja, kunt u aangeven waarom? Zo nee, kunt u aangeven waarom niet?
[dierenarts 1] heeft de niet vorderende partus vlot opgelost. Daarna heeft hij een aantal behandelingen opgestart gericht op het verhelpen van de meest urgente probleem meteen na de partus, namelijk de ataxie en de vermoedelijke zenuwbeschadiging. Hij heeft ook enkele behandelingen ingezet om de risico op hoefbevangenheid te verminderen (…). [dierenarts 1] heeft verder de eigenaar geadviseerd om de merrie minstens 2 keer daags op temperatuur te controleren en, bij verhoging, de praktijk te raadplegen. Dit zijn allemaal conform de professionele standaard.
[dierenarts 2] heeft alle geadviseerde (na)behandelingen ingezet om de baarmoeder ontsteking en daaruit voortvloeiende hoefbevangenheid tegen te gaan (…).
Achteraf gezien was het misschien beter als de merrie op de dag na de partus inwendig gecontroleerd was. Het constateren van een matig geïnvolveerde baarmoeder had namelijk kunnen leiden tot een andere aanpak. Aan de andere kant, is het inwendig onderzoek van de merrie op dag 1 post partum niet routine in de praktijk. Het niet uitvoeren van dit onderzoek is dus niet in strijd met de richtlijnen/professionele standaard.
12. Heeft u nog opmerkingen die bij de beoordeling van deze zaak van belang zouden kunnen zijn?
De risico factoren dat na mijn mening een rol gespeeld hebben in het ontwikkelen van hoefbevangenheid bij de merrie Davinci zijn:
a)
Het niet tijdig herkennen van de tweelingdracht. (…) Wat dit betreft, heeft het niet herkennen van het bestaan van de tweelingdracht om tijdig in te kunnen grijpen om of de tweeling te reduceren tot een eenling of de dracht te beëindigen, een rol gespeeld in de verder verloop.
b)
Het niet herkennen dat (één van) de placenta's onvolledig was afgekomen heeft ook een rol gespeeld in het verder verloop.
c)
Er is ook adequaat advies gegeven over het monitoren van de merrie (…) voor het mogelijke ontwikkeling van een baarmoeder ontsteking. Echter, het advies om contact op te nemen bij een temperatuur verhoging is op 10 mei niet gevolgd (…). Achteraf gezien was het beter als er sowieso contact was geweest op dit moment."

4.Het geschil

4.1.
Team Amstelstreek vordert – samengevat – uitvoerbaar bij voorraad [Handelsstal] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 4.762,23 te vermeerderen met wettelijke handelsrente vanaf 8 juni 2022 en buitengerechtelijke incassokosten, met veroordeling van [Handelsstal] in de kosten van de procedure.
4.2.
[Handelsstal] voert verweer. [Handelsstal] concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Team Amstelstreek, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Team Amstelstreek in de kosten van deze procedure. Daarnaast vordert [Handelsstal] – samengevat – uitvoerbaar bij voorraad Team Amstelstreek te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 15.000, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 april 2022, met veroordeling van Team Amstelstreek in de kosten van de procedure.
4.3.
Team Amstelstreek voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [Handelsstal] , met veroordeling van [Handelsstal] in de kosten van deze procedure.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
Het draait in deze zaak om de vraag of Team Amstelstreek is tekortgeschoten in de uitvoering van haar werkzaamheden bij de bevalling van Davinci. De kantonrechter beantwoordt deze vraag ontkennend en legt hierna uit waarom. De kantonrechter ziet aanleiding eerst de tegenvordering van [Handelsstal] te behandelen en daarna de vordering van Team Amstelstreek.
de tegenvordering
5.2.
[Handelsstal] heeft vergoeding gevorderd van de schade die zij stelt te hebben geleden als gevolg van het tekortschieten van Team Amstelstreek bij de behandeling van Davinci.
Op Team Amstelstreek rustte een inspanningsverbintenis
5.3.
Tussen Team Amstelstreek en [Handelsstal] is sprake geweest van een overeenkomst van opdracht zoals bedoeld in artikel 7:400 lid 1 BW. Op grond van deze overeenkomst heeft Team Amstelstreek werkzaamheden verricht voor [Handelsstal] . Deze werkzaamheden bestonden uit het behandelen van Davinci.
5.4.
Op grond van artikel 7:401 BW moet de opdrachtnemer (in dit geval Team Amstelstreek) bij haar werkzaamheden de zorg van een goed opdrachtnemer in acht nemen. Voor de beoordeling van de vraag of er sprake is van een beroepsfout, moet worden beoordeeld of Team Amstelstreek de zorgvuldigheid heeft betracht die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht. De overeenkomst tussen partijen levert een inspanningsverbintenis op voor Team Amstelstreek. [Handelsstal] kan dan ook geen aanspraak maken op een bepaald resultaat.
De stelplicht en bewijslast rusten op [Handelsstal]
5.5.
Verder is van belang dat [Handelsstal] zich beroept op de rechtgevolgen van een tekortschieten door Team Amstelstreek. Zij vordert namelijk schadevergoeding. Daarom rust op [Handelsstal] de stelplicht en de bewijslast (artikel 150 Rv). Dit betekent dat zij moet stellen en – bij voldoende gemotiveerde betwisting door Team Amstelstreek – bewijzen dat Team Amstelstreek niet de zorgvuldigheid heeft betracht die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht.
Team Amstelstreek is niet tekortgeschoten bij de behandeling van Davinci
5.6.
[Handelsstal] heeft gesteld dat Team Amstelstreek bij de uitvoering van haar opdracht nalatig is geweest omdat zij (i) de tweelingdracht niet heeft erkend, (ii) ten onrechte het ontbreken van een stuk placenta niet heeft geconstateerd, (iii) nagelaten heeft behandelingen eerder op te starten waardoor de hoefbevangenheid voorkomen had kunnen worden, (iv) verzuimd heeft de merrie op de dag na de partus inwendig te controleren, (v) verzuimd heeft extra oplettend te zijn met betrekking tot het controleren van de placenta's en het monitoren tijdens de post partum. [Handelsstal] heeft deze stelling onderbouwd onder verwijzing naar het rapport van [hoogleraar] . Volgens [Handelsstal] wijt [hoogleraar] de dood van Davinci aan de opgetreden hoefbevangenheid en is de hoefbevangenheid het gevolg van het overblijven van een stuk van één van de placenta's in de baarmoeder, wat te wijten is aan een verkeerde inschatting en gebrek aan ervaring van Team Amstelstreek.
5.7.
Team Amstelstreek heeft deze stellingen van [Handelsstal] – onder verwijzing naar het rapport van [hoogleraar] – gemotiveerd betwist.
5.8.
De kantonrechter is van oordeel dat geen van de verwijten van [Handelsstal] doel treft. De kantonrechter licht dit als volgt toe.
-
(i) Team Amstelstreek hoefde de tweelingdracht niet te erkennen
5.9.
Tussen partijen is niet in geschil dat Team Amstelstreek niet betrokken was bij de begeleiding van de dracht van Davinci. De opdracht van Team Amstelstreek begon (pas) tijdens de bevalling. [Handelsstal] heeft gesteld dat zij tot dat moment niet op de hoogte was van de tweelingdracht van Davinci en dat zij Team Amstelstreek daarover (dus) niet heeft geïnformeerd. Bij deze stand van zaken is niet duidelijk waarom Team Amstelstreek de tweelingdracht had moeten (h)erkennen en in welk opzicht zij daardoor niet heeft gehandeld als een redelijk handelend en redelijk bekwaam dierenarts.
-
(ii) het niet constateren van het ontbreken van een stuk placenta is geen fout
5.10.
Weliswaar staat in het rapport van [hoogleraar] dat Team Amstelstreek met betrekking tot de (volledigheid van de) placenta's een verkeerde inschatting heeft gemaakt, maar nergens in het rapport staat dat dat een schending oplevert van richtlijnen of de professionele standaard. Vast staat dat de placenta van het eerste veulen meekwam met het tweede veulen, dat het tweede veulen "in de vliezen" kwam en dat beide placenta's al een tijdje los waren. Verder staat vast dat Team Amstelstreek de placenta van beide veulens heeft gecontroleerd. De placenta van het eerste veulen was normaal van vorm. De placenta van het tweede veulen was naar verhouding goed en de randen van de placenta konden aan elkaar worden gelegd. Ook staat vast dat Team Amstelstreek na de geboorte van het tweede veulen (nogmaals) een vaginale controle heeft uitgevoerd op een derde vrucht of vruchtdelen, maar dat daarbij geen vruchtdelen of vliezen waren te voelen. Niet valt in te zien wat Team Amstelstreek méér of anders had moeten doen. Uit het rapport van [hoogleraar] volgt ook niet dat Team Amstelstreek anders had moeten handelen. Desgevraagd heeft ook [Handelsstal] tijdens de mondelinge behandeling niet kunnen toelichten wat Team Amstelstreek – los van de verkeerde inschatting – anders had moeten doen. Het is dan ook niet komen vast te staan dat Team Amstelstreek in dit opzicht niet de zorgvuldigheid heeft betracht die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend dierenarts mag worden verwacht.
-
(iii) Team Amstelstreek hoefde niet eerder behandelingen op te starten
5.11.
Uit het rapport van [hoogleraar] volgt dat Team Amstelstreek de niet vorderende bevalling vlot heeft opgelost en dat zij daarna behandelingen heeft opgestart die waren gericht op het verhelpen van de meest urgente problemen meteen na de bevalling, namelijk de ataxie en de vermoedelijke zenuwbeschadiging. Ook heeft Team Amstelstreek enkele behandelingen ingezet om het risico op hoefbevangenheid te verminderen. Dit heeft Team Amstelstreek allemaal conform de professionele standaard gedaan, aldus [hoogleraar] .
5.12.
Daarnaast volgt uit het rapport van [hoogleraar] dat behandelingen zoals het doorspoelen van de baarmoeder ingezet moeten worden op het moment dat er bewijs is van een baarmoederontsteking of indicaties voor een verhoogd risico op het ontstaan van een dergelijke ontsteking. Die indicatie had Team Amstelstreek aanvankelijk niet. Als er geen duidelijke aanleiding is om het doorspoelen van de baarmoeder uit te voeren, is het volgens [hoogleraar] redelijk om een dergelijke behandeling achterwege te laten dan wel uit te stellen totdat er wel een indicatie is. Niet in geschil is dat Team Amstelstreek die behandeling heeft uitgevoerd toen zij (wel) een indicatie had voor het ontstaan van een baarmoederontsteking.
5.13.
Kortom: Team Amstelstreek hoefde niet eerder behandelingen zoals het doorspoelen van de baarmoeder in te zetten. Van een schending van de vereiste zorgvuldigheid door Team Amstelstreek is dan ook geen sprake.
-
(iv) Team Amstelstreek hoefde Davinci niet inwendig te controleren
5.14.
In het rapport van [hoogleraar] staat dat het achteraf gezien misschien beter was als Davinci op de dag na de partus inwendig gecontroleerd was, maar ook dat het inwendig onderzoek van de merrie op dag 1 post partum niet routine is in de praktijk. Het niet uitvoeren van dit onderzoek is dus niet in strijd met de richtlijnen of de professionele standaard, aldus [hoogleraar] . Daarom valt niet in te zien waarom het nalaten van een inwendige controle op de eerste dag na de bevalling een schending oplevert van de zorgvuldigheid die Team Amstelstreek in acht diende te nemen.
-
(v) Team Amstelstreek hoefde niet extra oplettend te zijn tijdens de post partum
5.15.
Voor zover [Handelsstal] Team Amstelstreek verwijt dat zij na de bevalling niet oplettend genoeg is geweest met betrekking tot het controleren van de placenta's, verwijst de kantonrechter naar hiervoor (in 5.11 - 5.13) is overwogen. Team Amstelstreek had geen indicatie dat een stuk placenta was achtergebleven in de baarmoeder en zij hoefde daarom ook niet extra oplettend te zijn.
5.16.
Voor wat betreft het verwijt dat Team Amstelstreek extra oplettend had moeten zijn met betrekking tot het monitoren na de bevalling, volgt uit het rapport van [hoogleraar] dat Team Amstelstreek adequaat advies heeft gegeven over het monitoren van Davinci met het oog op een mogelijk ontwikkeling van een baarmoederontsteking. Volgens [hoogleraar] voldoet het advies om de temperatuur van Davinci minstens twee keer daags te controleren aan de algemene richtlijnen voor monitoring van de merrie in de eerste twee tot drie dagen na de bevalling. Vast staat dat Team Amstelstreek dit advies heeft verstrekt. Ook hiervan kan dus niet worden gezegd dat Team Amstelstreek daarbij niet als redelijk handelend en redelijk bekwaam dierenarts zou hebben gehandeld.
Conclusie: Team Amstelstreek hoeft geen schadevergoeding te betalen
5.17.
Zoals volgt uit het voorgaande, heeft Team Amstelstreek geen fout gemaakt bij de behandeling van Davinci. Zij is dus niet tekortgeschoten in de nakoming van haar (inspannings)verbintenis uit de overeenkomst met [Handelsstal] . Dat na de bevalling een stukje placenta is achtergebleven in de baarmoeder waardoor naar alle waarschijnlijkheid bij Davinci hoefbevangenheid is opgetreden en zij uiteindelijk is overleden, is (voor alle betrokkenen) ontzettend spijtig, maar niet te wijten aan Team Amstelstreek. Team Amstelstreek hoeft dan ook geen schadevergoeding te betalen aan [Handelsstal] .
5.18.
Daar komt overigens bij dat het niet herkennen dat één van de placenta's onvolledig was losgekomen volgens [hoogleraar] slechts één van de drie risico-factoren was die een rol hebben gespeeld bij het ontwikkelen van hoefbevangenheid bij Davinci. De andere twee waren het niet tijdig herkennen van de tweelingdracht en het niet melden van de verhoging door [Handelsstal] op 10 mei 2020. Niet in geschil is dat deze twee factoren voor rekening van [Handelsstal] komen. Verder is het de vraag wat zou zijn gebeurd als Team Amstelstreek meteen na de bevalling had geconstateerd dat de placenta's niet compleet waren. Uit het rapport van [hoogleraar] volgt namelijk dat de kans hoog is dat het doorspoelen van de baarmoeder meteen na de bevalling onvoldoende zou zijn geweest om het stuk placenta te verwijderen. Het doorspoelen op 12 mei 2020 heeft immers ook niet geleid tot het loslaten van het stuk placenta. Het is dus mogelijk dat de hoefbevangenheid niet had kunnen worden voorkomen.
[Handelsstal] moet de proceskosten van Team Amstelstreek betalen
5.19.
[Handelsstal] is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Team Amstelstreek vastgesteld op € 396 (0,5 x 2 punten x € 396).
de vordering
[Handelsstal] moet de facturen van Team Amstelstreek betalen
5.20.
Team Amstelstreek heeft betaling gevorderd van de openstaande facturen met een totaalbedrag van € 3.656,49.
5.21.
[Handelsstal] heeft betoogd dat zij geen bedrag is verschuldigd aan Team Amstelstreek omdat Team Amstelstreek is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst. De kantonrechter volgt dit betoog niet. Ten eerste is geen sprake van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst (zie 5.17 hiervoor) en ten tweede is het resultaat van een behandeling niet van doorslaggevende betekenis voor het wel of niet verschuldigd zijn van de kosten die aan de behandeling zijn verbonden. Daarom moet [Handelsstal] de facturen van Team Amstelstreek in beginsel betalen.
5.22.
Verder heeft [Handelsstal] een beroep gedaan op verrekening van haar vordering met de vordering van Team Amstelstreek. Zoals volgt uit het voorgaande, gaat dat beroep niet op. [Handelsstal] heeft namelijk geen vordering (uit hoofde van schadevergoeding) op Team Amstelstreek. Zij kan de gevorderde schadevergoeding dan ook niet verrekenen met wat zij aan Team Amstelstreek verschuldigd is.
5.23.
De conclusie is dat [Handelsstal] de facturen aan Team Amstelstreek moet betalen. De kantonrechter zal de vordering van Team Amstelstreek daarom toewijzen.
[Handelsstal] moet buitengerechtelijke incassokosten betalen
5.24.
Team Amstelstreek heeft vergoeding gevorderd een bedrag van € 490,60 voor buitengerechtelijke incassokosten. Het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) is van toepassing. Het verzuim is na 1 juli 2012 ingetreden. Team Amstelstreek heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Team Amstelstreek heeft daarom recht op een vergoeding voor de kosten van die werkzaamheden. De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is niet hoger dan het tarief dat in het Besluit is bepaald. Daarom zal de kantonrechter het gevorderde bedrag van € 490,60 toewijzen.
5.25.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
3.656,49
- buitengerechtelijke incassokosten
490,60
+
Totaal
4.147,09
[Handelsstal] moet wettelijke handelsrente betalen
5.26.
Team Amstelstreek heeft vergoeding gevorderd van wettelijke handelsrente over het totaalbedrag van de facturen vanaf 30 mei 2020. Op dat moment was de betalingstermijn van twee van de facturen nog niet verstreken. De kantonrechter zal de wettelijke handelsrente toewijzen vanaf de vervaldata van de verschillende facturen.
[Handelsstal] moet de proceskosten van Team Amstelstreek betalen
5.27.
[Handelsstal] is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Team Amstelstreek als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
108,41
- griffierecht
487,00
- salaris gemachtigde
528,00
(2 punten × € 264)
Totaal
1.123,41

6.De beslissing

De kantonrechter
de vordering
6.1.
veroordeelt [Handelsstal] om aan Team Amstelstreek te betalen een bedrag van € 4.147,09, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over een bedrag van € 3.656,49 vanaf de respectieve vervaldata van de onderliggende facturen (zie 3.11 hiervoor) tot de dag van volledige betaling,
6.2.
veroordeelt [Handelsstal] in de proceskosten, aan de zijde van Team Amstelstreek tot dit vonnis vastgesteld op € 1.123,41,
6.3.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
6.4.
wijst af wat meer of anders is gevorderd,
de tegenvordering
6.5.
wijst de vorderingen van [Handelsstal] af,
6.6.
veroordeelt [Handelsstal] in de proceskosten, aan de zijde van Team Amstelstreek tot dit vonnis vastgesteld op € 396.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y. Steeg-Tijms en in het openbaar uitgesproken op 15 maart 2023.