ECLI:NL:RBNHO:2023:2082

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 februari 2023
Publicatiedatum
9 maart 2023
Zaaknummer
15/871533-15
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging na geweldsincident en behandelimpasse

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 21 februari 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van de betrokkene, die in de Forensisch Psychiatrische Kliniek Inforsa verblijft. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene, die niet aanwezig was op de zitting, wel in staat is om te komen, maar zich verzet tegen medebrenging. De rechtbank heeft daarom het bevel tot medebrenging ingetrokken. Tijdens de zitting was er een videoverbinding met de kliniek, maar de betrokkene heeft hiervan geen gebruik gemaakt. De rechtbank heeft kennisgenomen van de processtukken en eerdere zittingen, waarbij de betrokkene niet verscheen vanwege teleurstelling in de verlengingsadviezen.

De rechtbank heeft het advies van de kliniek in overweging genomen, waarin werd gesteld dat de betrokkene gediagnosticeerd is met een schizo-affectieve stoornis en dat er een behandelimpasse is ontstaan. Recentelijk heeft de betrokkene een geweldsincident in de kliniek gehad en een suïcidepoging ondernomen, wat heeft geleid tot opname op de crisisafdeling. De deskundige van de kliniek heeft verklaard dat de situatie van de betrokkene niet ten goede is gewijzigd en dat de tbs-maatregel met twee jaren moet worden verlengd.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen een verlenging van de terbeschikkingstelling vereisen. Gezien de ernst van de feiten en het recidiverisico, heeft de rechtbank besloten de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaren te verlengen, zoals geadviseerd door de kliniek. De beslissing is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Team Straf, zittingsplaats Alkmaar
Meervoudige kamer
Parketnummer: 15/871533-15
Uitspraakdatum: 21 februari 2023
Beslissing ex artikel 6:6:10 eerste lid Sv
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum en -plaats],
thans verblijvende in de Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK) lnforsa te Amsterdam,
(hierna: de betrokkene)
met twee jaren.

1.De procedure

Bij vonnis van deze rechtbank van 9 december 2016 is aan betrokkene de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege opgelegd, wegens, zakelijk weergegeven, acht maal brandstichting, één poging daartoe en het voorhanden hebben van een gasdrukwapen.
De termijn van de terbeschikkingstelling nam een aanvang op 24 december 2016.
De termijn is laatstelijk verlengd bij beslissing van deze rechtbank van 10 maart 2022 met één jaar.
De onderhavige vordering is op 7 november 2022 bij de rechtbank ingediend.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de processtukken, waaronder:
  • een advies als bedoeld in artikel 6:6:12, lid 1, aanhef en onder a van het Wetboek van Strafvordering (Sv), gedateerd 27 september 2022, afkomstig van FPK Inforsa (hierna: de kliniek) en ondertekend door [naam 1], GZ-psycholoog, en [naam 2], hoofd van de inrichting;
  • een afschrift van de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van betrokkene als bedoeld in artikel 6:6:12, lid 1, aanhef en onder b Sv.
Op 7 februari 2023 is de vordering op een openbare terechtzitting behandeld.
De zaak van de betrokkene is eerder op zitting geweest op 27 december 2022.
Blijkens het proces-verbaal van die terechtzitting is de betrokkene aldaar niet verschenen – volgens de raadsman, kort samengevat, omdat hij teleurgesteld is in de verlengingsadviezen en daarom niet wil komen - en heeft de rechtbank de behandeling van de vordering tot verlenging van de tbs-maatregel voor bepaalde tijd aangehouden.
De rechtbank heeft daarnaast bevolen dat de betrokkene in persoon zal verschijnen op de nadere terechtzitting en de medebrenging voor de terechtzitting van 7 februari 2023 gelast.
Voorafgaand aan de zitting van 7 februari 2023 heeft de rechtbank bij de raadsman geïnformeerd wat nu het standpunt is van de betrokkene. De raadsman heeft aangegeven dat het standpunt van zijn cliënt ongewijzigd is; hij wil niet komen en ook niet online gehoord worden. De officier van justitie heeft dit ook vernomen van de kliniek. De betrokkene heeft bovendien aangegeven zich tot het uiterste te zullen verzetten indien hij zal worden gedwongen naar de rechtbank te komen.
Achtergrond van het horen op de zitting is dat de betrokkene in de gelegenheid is gesteld zijn standpunt kenbaar te maken. De rechtbank stelt vast dat de betrokkene wel in staat is om te komen, maar dat niet wil. Bij deze stand van zaken heeft de rechtbank het bevel medebrenging ingetrokken. Wel heeft de rechtbank ervoor zorgdragen dat er een online verbinding was, mocht de betrokkene zich bedenken.
Op de zitting is er een video-verbinding geweest met de kliniek. De betrokkene heeft geen gebruik maakt van de mogelijkheid om via telehoren de zitting bij te wonen.
Op de terechtzitting is gehoord de deskundige van de kliniek, te weten [naam 3], GZ-psycholoog. Verder waren aanwezig de officier van justitie en de raadsman van betrokkene mr. M. Berbee, advocaat te Den Helder.
Van het verhandelde tijdens deze zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

2.Het advies van de kliniek

Het advies van de kliniek houdt, voor zover relevant, het volgende in:
Betrokkene is gediagnosticeerd met een schizo-affectieve stoornis van het depressieve type dat ten tijde van het indexdelict tevens gekenmerkt werd door psychose, paranoïdie, somberheid, dysforie, agitatie en agressie met episodes die geluxeerd werden door middelengebruik. De stoornis in polymiddelengebruik is volledig in remissie, waarbij betrokkene intrinsiek gemotiveerd is om geen middelen meer te gebruiken. Er is sprake van een laag-gemiddelde intelligentie. Een autismespectrumstoornis is na onderzoek in 2019 niet vastgesteld en er is sprake van een beperkt sociaal emotioneel ontwikkelingsniveau, waarbij betrokkene geneigd is frustraties te stapelen en spanning door onduidelijkheid of wanneer iets niet kan wat hij wil moeilijk kan laten afvloeien. Hierbij is het belangrijk dat de begeleiders kunnen helpen om een gestructureerde, voorspelbare en duidelijke omgeving te creëren zodat betrokkene weet waar hij aan toe is. Dit brengt veiligheid en rust met zich mee, waardoor er een optimaal leerklimaat ontstaat voor betrokkene, zodat hij zich verder kan ontwikkelen op sociaal en emotioneel gebied.
Betrokkene heeft een tbs-maatregel met dwangverpleging opgelegd gekregen vanwege verschillende brandstichtingen in zijn woonplaats en omliggende plaatsen (hierna te noemen: indexdelict 2015). Hij verblijft sinds 19 oktober 2016 in de FPK Inforsa. Op 28 april 2018 doet zich een ernstig incident voor waarbij betrokkene een afdelingsmedewerker mishandelt. Sindsdien hebben geen incidenten plaatsgevonden. Ook afgelopen periode heeft betrokkene een psychiatrisch stabiel beeld laten zien. Er worden geen psychotische symptomen waargenomen en betrokkene bespreekt gevoelens van spanning en frustratie.
Na volledige afbouw van het antipsychoticum haldol op 21 januari 2021 is er geen problematische verandering in het psychiatrisch toestandsbeeld. Er zijn momenten dat betrokkene spanning ervaart, maar hij maakt deze ook bespreekbaar bij de begeleiding en de regiebehandelaar. Er was sprake van cognitieve vervormingen en betrokkene kon verkeerde conclusies trekken over de intenties van medepatiënten. Dit maakt dat spanningen konden oplopen en een gevoel van onveiligheid veroorzaakt werd. In de schematherapie maakt hij deze gevoelens bespreekbaar en kan hij beter inzien dat er soms denkfouten optreden. Zijn probleeminzicht is verbeterd. De psychiater is met betrokkene in gesprek gegaan over het mogelijk voorschrijven van een lage dosering antipsychoticum (amisulpride) om meer rust in het denken te kunnen ervaren. Betrokkene leest zich in en denkt hier desgevraagd een periode over na, maar wijst de medicatie af. Hij geeft aan dat hij in de schematherapie harder wil gaan werken, om hetzelfde effect te bereiken. Betrokkene heeft zijn CGT afgerond en is nu gemotiveerd bezig met schematherapie. Afgesproken is dat met betrokkene opnieuw het gesprek over medicatie zal worden aangegaan indien de cognitieve vervormingen als risicovol worden ingeschat.
Betrokkene trekt zich regelmatig terug op zijn kamer om zich in een meer prikkelarme omgeving te bevinden. Hij houdt afstand van medepatiënten, maar onderhoudt goed en open contact met de begeleiding.
Het onbegeleid verlof loopt tot op heden goed. Betrokkene gaat meestal een stuk wandelen en fietsen en is open in contact met begeleiding over hoe het verlof is gegaan. Betrokkene heeft het contact met ouders verbroken omdat dit voor hem geen positief effect heeft op zijn behandeling. Betrokkene zet zich gemotiveerd in voor zijn schematherapie. Hij maakt zich zorgen overbelast en in de problemen te kunnen raken bij een al te verplichtende dagbesteding of activiteiten.
Verwacht wordt dat eind van het jaar (2022) de 1-persoons HAT-woning vrij zal komen binnen de huidige FPK en dat betrokkene dan kan doorstromen. Hier zou betrokkene zelfstandig en prikkelarmer kunnen wonen, maar verbonden blijven aan de huidige afdeling en zich hierdoor voorbereiden op (forensisch) beschermd wonen.
Het acute risico op gewelddadig gedrag 'in zorg' wordt volgens de laatste risicotaxatie ingeschat op 'laagmatig', bij wegvallen van een zorgkader wordt dit risico ingeschat op 'hoog'. Hoewel het behandel- en resocialisatietraject nog langer dan een jaar in beslag zal nemen, adviseert FPK Inforsa de tbs-maatregel met het oog op de motivatie en erkenning van betrokkenes inzet de tbs-maatregel met één jaar te verlengen.
De deskundige [naam 3] heeft bij de behandeling van de vordering ter terechtzitting, namens de kliniek, verklaard dat na het uitbrengen van het advies de situatie van de betrokkene niet ten goede is gewijzigd. Betrokkene volgt geen schematherapie meer, trekt zich steeds verder terug, maakt geen gebruik meer van verlof, heeft alleen nog functioneel contact met de medewerkers van de kliniek en wil geen ondersteunende medicatie.
In januari van dit jaar heeft een incident plaatsgevonden waarbij de betrokkene geweld heeft gebruikt tegen medewerkers van de kliniek en hij een suïcidepoging heeft ondernomen. De betrokkene bevindt zich momenteel nog steeds op de crisisafdeling. Er is volgens de deskundige feitelijk sprake van een behandelimpasse en er wordt een zorgconferentie ingepland om te bepalen hoe de behandeling voort te zetten. Overplaatsing van de betrokkene naar een andere instelling behoort daarbij tot de mogelijkheden. Doorstroming naar een HAT-woning is momenteel niet meer aan de orde.
De eerste stap die volgens de deskundige genomen moet worden is het oplossen van de behandelimpasse, pas daarna komt het proces van resocialisatie weer in beeld. Dit alles zal minstens een periode van twee jaren in beslag nemen. Gezien deze stand van zaken adviseert de kliniek, anders dan ten tijde van het uitbrengen van het schriftelijke advies in september 2022, de tbs-maatregel te verlengen met twee jaren.

3.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege met twee jaren.

4.Het standpunt van betrokkene

De raadsman van de betrokkene heeft de door de deskundige geschetste situatie ten aanzien van de betrokkene bevestigd en zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

5.De beoordeling

De rechtbank kan zich verenigen met het ter zitting aangepaste advies van de kliniek. Hieruit maakt de rechtbank op dat sinds enkele maanden sprake is van een achteruitgang in de situatie van de betrokkene. Recentelijk is zelfs sprake geweest van een geweldsincident in de kliniek tegen medewerkers en een suïcidepoging. De betrokkene bevindt zich sindsdien op de crisisafdeling en er is momenteel sprake van een behandelimpasse. Er gaat nu eerst een zorgconferentie plaatsvinden om te bespreken hoe nu verder.
De rechtbank is, gelet op de stukken en het verhandelde ter terechtzitting, van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling van betrokkene vereist. Uit het advies van de kliniek blijkt dat het recidiverisico in geval van het wegvallen van een zorgkader als hoog wordt ingeschat.
De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat de terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Naar het oordeel van de rechtbank is, gelet op de toelichting van de deskundige ter terechtzitting met betrekking tot de terugval van de betrokkene, aannemelijk dat de behandeling van de terbeschikkinggestelde in elk geval twee jaren in beslag zal nemen.
De rechtbank ziet verder geen aanleiding af te wijken van het uitgangspunt in dat geval de terbeschikkingstelling te verlengen met een termijn van twee jaren en zij zal het advies van de kliniek om de maatregel van TBS met verpleging van overheidswege met twee jaren te verlengen, overnemen.

7.De beslissing

De rechtbank:
Wijst de vordering van de officier van justitie toe en
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege van
[betrokkene]met
twee jaren.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Deze beslissing is gegeven door
mr. A. Buiskool, voorzitter,
mrs. M.E. Allegro en D.J. Straathof, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A.C. ten Klooster, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 21 februari 2023.