Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[verzoeker] ,
Rechtbank Noord-Holland
Op 7 maart 2023 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan in een adoptiezaak waarbij Nederlandse adoptie-ouders, die de tante en oom zijn van het Surinaamse meisje, toestemming hebben gekregen voor de adoptie. De rechtbank oordeelde dat de verzoekers, ondanks dat zij niet voldeden aan de eis van drie aaneengesloten jaren samenleven, wel aan de onderliggende uitgangspunten van het Burgerlijk Wetboek voldeden. De verzoekers hebben in eerste instantie zorg verleend aan hun nichtje, wat de toepassing van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (Wobka) irrelevant maakte. De rechtbank concludeerde dat de bestendigheid van de verzorging en opvoeding door de adoptanten vaststaat, ondanks dat verzoeker niet voldeed aan de eis van een jaar verzorging en opvoeding op het moment van indiening van het verzoek. De rechtbank oordeelde dat de adoptie in het kennelijk belang van het kind is, aangezien de ouders geen zorg voor het kind konden dragen en de verzoekers al sinds de geboorte verantwoordelijk voor het kind zijn. De rechtbank heeft de adoptie uitgesproken en de geslachtsnaam van het kind gewijzigd, en gelast dat de geboortegegevens in de registers van de burgerlijke stand worden ingeschreven.