ECLI:NL:RBNHO:2023:1886
Rechtbank Noord-Holland
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid Nederlandse rechter in luchtvaartclaim
In deze zaak, die voor de Rechtbank Noord-Holland is behandeld, betreft het een luchtvaartclaim waarbij de passagier, vertegenwoordigd door mr. R.A.C. Telkamp, in verzet is gegaan tegen een eerder verstekvonnis. De eiser in het verzet is de rechtspersoon EasyJet Airline Company Limited, vertegenwoordigd door mr. B. Koolhaas. De kern van het geschil draait om de vraag of de Nederlandse rechter bevoegd is om van de zaak kennis te nemen. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis de passagier de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over de bevoegdheid van de Nederlandse rechter, waarop de passagier heeft gereageerd. De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er geen aanleiding is om terug te komen op eerdere overwegingen. De passagier stelde dat er een nauwe band bestaat tussen de uitvoering van de overeenkomst en de vestiging van de vervoerder op Amsterdam-Schiphol Airport. De kantonrechter oordeelt echter dat dit argument niet opgaat, omdat er geen bewijs is dat de vestiging van de vervoerder op Schiphol betrokken was bij de vervoersovereenkomst. De kantonrechter concludeert dat er geen aanknopingspunt is voor de bevoegdheid van de Nederlandse rechter op basis van het Verdrag van Montreal en verklaart zich onbevoegd. Dit leidt tot de vernietiging van het verstekvonnis en de veroordeling van de passagier tot betaling van de proceskosten.