Op 2 maart 2023 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de afwijzing van verzoeken tot het instellen van bewind en mentorschap. Het verzoek was ingediend door [verzoekster] ten behoeve van [betrokkene], die lijdt aan vasculaire dementie. De kantonrechter heeft kennisgenomen van verschillende brieven en verzoekschriften die ter griffie zijn ingekomen, waaronder een verzoekschrift van [verzoeker] om [verzoekster] te ontslaan als mentor en hemzelf te benoemen tot bewindvoerder en mentor. Tijdens de mondelinge behandeling op 14 februari 2023 zijn zowel [verzoekster], [verzoeker] als [naam 2] verschenen, waarbij [naam 1] werd bijgestaan door A. Rensen, jurist bij Rensen Juridisch.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat [verzoekster] in april 2021 was benoemd tot mentor van [betrokkene]. In de beoordeling van de verzoeken is de kantonrechter tot de conclusie gekomen dat er onvoldoende redenen zijn om het mentorschap van [verzoekster] te herroepen of om bewind in te stellen. De kantonrechter oordeelde dat de familieverhoudingen tussen de kinderen van [betrokkene] niet voldoende grond vormen voor het instellen van bewind, vooral gezien het levenstestament dat door [betrokkene] is opgesteld. De kantonrechter heeft benadrukt dat de wensen van [betrokkene] in het levenstestament gerespecteerd moeten worden.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter alle verzoeken afgewezen, met de overweging dat er geen gegronde redenen zijn om [verzoekster] te ontslaan als mentor of om een bewind in te stellen. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.