ECLI:NL:RBNHO:2023:1807

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 maart 2023
Publicatiedatum
2 maart 2023
Zaaknummer
10179195 10184356 10184360
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot instelling bewind en mentorschap in verband met levenstestament

Op 2 maart 2023 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de afwijzing van verzoeken tot het instellen van bewind en mentorschap. Het verzoek was ingediend door [verzoekster] ten behoeve van [betrokkene], die lijdt aan vasculaire dementie. De kantonrechter heeft kennisgenomen van verschillende brieven en verzoekschriften die ter griffie zijn ingekomen, waaronder een verzoekschrift van [verzoeker] om [verzoekster] te ontslaan als mentor en hemzelf te benoemen tot bewindvoerder en mentor. Tijdens de mondelinge behandeling op 14 februari 2023 zijn zowel [verzoekster], [verzoeker] als [naam 2] verschenen, waarbij [naam 1] werd bijgestaan door A. Rensen, jurist bij Rensen Juridisch.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat [verzoekster] in april 2021 was benoemd tot mentor van [betrokkene]. In de beoordeling van de verzoeken is de kantonrechter tot de conclusie gekomen dat er onvoldoende redenen zijn om het mentorschap van [verzoekster] te herroepen of om bewind in te stellen. De kantonrechter oordeelde dat de familieverhoudingen tussen de kinderen van [betrokkene] niet voldoende grond vormen voor het instellen van bewind, vooral gezien het levenstestament dat door [betrokkene] is opgesteld. De kantonrechter heeft benadrukt dat de wensen van [betrokkene] in het levenstestament gerespecteerd moeten worden.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter alle verzoeken afgewezen, met de overweging dat er geen gegronde redenen zijn om [verzoekster] te ontslaan als mentor of om een bewind in te stellen. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer: 10179195 BM VERZ 22-2641 JM
10184356 BM VERZ 22-2260 JM
10184360 MB VERZ 22-708 JM
Uitspraakdatum:

Beschikking van de kantonrechter

op verzoek van:
[verzoekster]
geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedatum 1] ,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: [verzoekster] ,
ten behoeve van:
[betrokkene] ,
geboren te [geboorteplaats 2] op [geboortedatum 2] ,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: betrokkene.

procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • het verzoekschrift van [verzoekster] met bijlagen, ter griffie ingekomen op 24 oktober 2022;
  • het verzoekschrift van [verzoeker] [ [verzoeker] ] met bijlagen, ter griffie ingekomen op 4
november 2022;
- de brieven van [verzoeker] , ter griffie ingekomen op 14 november 2022, 2 december 2022,
19 december 2022, 3 januari 2023, 19 januari 2023, 10 februari 2023 en 13 februari 2023;
- het verweerschrift, tevens verzoekschrift, van mevrouw Rensen, namens [naam 1]
[ [naam 1] ], ter griffie ingekomen op 30 november 2022.
Op 14 februari 2023 heeft een mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden. Verschenen zijn: [verzoekster] , [verzoeker] en [naam 2] [ [naam 2] ]. [naam 1] werd bijgestaan door A. Rensen, jurist ten kantore van Rensen Juridisch te Kampen. Ter zitting heeft mevrouw Rensen een pleitnotitie overgelegd en heeft [verzoeker] een brief overgelegd.

beoordeling

[verzoekster] is bij beschikking van de kantonrechter van 6 april 2021 benoemd tot mentor ten behoeve van betrokkene.
Het verzoek strekt tot instelling van een bewind over de goederen die aan betrokkene (zullen) toebehoren. [verzoekster] stelt in haar verzoek dat betrokkene niet in staat is haar vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen vanwege vasculaire dementie. [verzoekster] heeft als bijlage bij het verzoek een afschrift van het levenstestament van betrokkene opgemaakt op 19 maart 2019 bijgevoegd, alsmede medische stukken waaruit de grondslag voor het bewind moet blijken.
Op 4 november 2022 ontvangt de kantonrechter van [verzoeker] een verzoek instellen meerderjarigenbewind, alsmede een verzoek om [verzoekster] te ontslaan als mentor. [verzoeker] verzoekt de kantonrechter hem te benoemen tot bewindvoerder en opvolgend mentor. [verzoeker] voert aan dat hij [verzoekster] niet geschikt vindt om te worden benoemd tot bewindvoerder en dat [verzoekster] niet geschikt is voor haar taak als mentor. In zijn brieven onderbouwt hij zijn standpunt waarom hij [verzoekster] niet geschikt vindt als bewindvoerder en mentor.
Mevrouw Rensen heeft, namens [naam 1] , eveneens bezwaar gemaakt tegen het verzoek van [verzoekster] , maar ook tegen het verzoek van [verzoeker] . Verzocht wordt om:
1. het bezwaar tegen verzoek 10184356 BM VERZ 22-2260 gegrond te verklaren, en de verzoeken van [verzoeker] af te wijzen;
2. de (financiële) volmacht van [verzoekster] te herroepen, nu uit niets mag blijken dat zij op verzoek van [verzoeker] , danwel [naam 2] , danwel [naam 1] openheid van zaken heeft gegeven.
3. het mentorschap van [verzoekster] te herroepen nu uit niets mag blijken dat zij uit het belang van betrokkene het mentorschap uitvoert. Het gezin is sinds het inwerking treden van deze volmacht nog verder uit elkaar gevallen, wat niet de wil van betrokkene kan zijn geweest. Tevens is het een raadsel welke zorg dan wel ziektebeelden moeder krijgt of lijdt.
4. [naam 1] en [naam 2] te benoemen tot bewindvoerder en mentor.
Het is voor de kantonrechter vast komen te staan dat er een behoorlijke conflictsituatie
bestaat tussen de kinderen van betrokkene. Gebleken is dat betrokkene haar
uiterste wil kenbaar heeft gemaakt in het voornoemde levenstestament. Betrokkene heeft de
volledige volmacht gegeven aan [verzoekster] . [verzoekster] heeft ter zitting verklaard dat de financiën
op dit moment goed geregeld zijn. Daarnaast heeft [verzoekster] verklaard dat zij niet goed de
juiste wegen kan vinden om de andere kinderen op de hoogte te stellen van haar
verplichtingen die zijn opgenomen in het levenstestament.
Bewind.
Gelet op het levenstestament is er beginsel geen reden om bewind en mentorschap uit te spreken. Er zijn omstandigheden denkbaar waaronder het, ondanks een levenstestament, wel aangewezen is om bewind en mentorschap uit te spreken. Van dergelijke omstandigheden is ten behoeve van een onderbewindstelling niet gebleken. Dat de onderlinge verhoudingen tussen de kinderen van betrokkene verstoord zijn acht de kantonrechter op dit moment onvoldoende grond om een bewind in te stellen. De kantonrechter acht het te vergaand om in te gaan tegen de duidelijke wensen die betrokkene bij de notaris heeft laten vastleggen. Het verzoek dient dan ook te worden afgewezen.
Mentorschap
De kantonrechter is van oordeel dat onvoldoende vast is komen te staan dat [verzoekster] haar taak als mentor niet naar behoren uitvoert. Het spijt de kantonrechter dat de familieverhoudingen niet optimaal zijn, maar ziet geen grond om [verzoekster] te ontslaan en een opvolger te benoemen. Het feit dat [verzoekster] de andere kinderen niet op de hoogte houdt over de uitvoering van haar taak als mentor en de gezondheidssituatie van betrokkene is geen gegronde reden voor ontslag. Immers heeft een mentor alleen een verslagplicht aan de kantonrechter niet aan, in dit geval, de andere kinderen. Desalniettemin is de kantonrechter van oordeel dat het door [verzoekster] op de hoogte te houden van de andere kinderen de familiesituatie ten goede komt. De kantonrechter zal het verzoek afwijzen.

beslissing

De kantonrechter wijst alle verzoeken af.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.C. van Rijn, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter