ECLI:NL:RBNHO:2023:1799
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging bindend advies Geschillencommissie Voertuigen en afwijzing vordering eiser
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 16 februari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. L. van der Wijngaart, en de besloten vennootschap Stokman Hoorn B.V. De zaak betreft de vernietiging van een bindend advies van de Geschillencommissie Voertuigen, dat op 30 mei 2022 was gegeven. De kantonrechter oordeelde dat het bindend advies niet in stand kon blijven, omdat het gebaseerd was op artikel 7:21 lid 6 van het Burgerlijk Wetboek, dat betrekking heeft op consumentenkoop, terwijl in dit geval sprake was van een overeenkomst van aanneming van werk voor reparatiewerkzaamheden aan een auto.
De kantonrechter heeft de vordering van eiser, die stelde dat Stokman Hoorn onzorgvuldig had gehandeld bij de terugmontage van onderdelen na reparatie aan de distributieriem, afgewezen. Eiser had onvoldoende bewijs geleverd om zijn stellingen te onderbouwen, en de kantonrechter concludeerde dat er geen causaal verband bestond tussen de werkzaamheden van Stokman Hoorn en de schade aan de koppeling van de auto. De kantonrechter weegt daarbij ook de gereden kilometers na de reparatie mee, wat de aannemelijkheid van het causaal verband verder ondermijnt.
De proceskosten werden toegewezen aan Stokman Hoorn, maar vastgesteld op nihil, aangezien eiser ongelijk kreeg. De uitspraak werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.