Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
- de bekennende verklaring van de verdachte die ter terechtzitting van 16 februari 2023 is afgelegd;
- het proces-verbaal van aangifte door aangever [slachtoffer] van 31 januari 2021 (dossierpagina’s 17 tot en met 23);
- het proces-verbaal van verhoor medeverdachte [medeverdachte] van 31 januari 2021 (dossierpagina’s 104 tot en met 108);
- een schriftelijk bescheid, inhoudende een verslag van een deskundige als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef onder 4° Sv, te weten een brief van het Spaarne Gasthuis van 30 januari 2021, opgemaakt door [arts] (dossierpagina’s 13 tot en met 15).
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Vordering benadeelde partijen
- tandheelkundige kosten à € 428,57;
- toekomstige tandheelkundige kosten à € 641,50;
- hulpmiddelen (wandelstok, wandelstokhouder en rugkussen) à € 73,83;
- kledingschade à € 244,-;
- ziekenhuisdaggeldvergoeding à € 62,-;
- huishoudelijke hulp à € 8.167,50;
- toekomstige huishoudelijke hulp à € 8.034,-;
- zelfwerkzaamheid à € 386,40;
- toekomstige kosten zelfwerkzaamheid à € 608,40;
- kosten plaatsen beveiligingscamera à € 239,95;
- zonnebril à € 180,80;
- reiskosten à € 377,06;
- toekomstige reiskosten à € 60,19
- boodschappen à € 66,95;
- apotheekkosten à € 41,90.
- eigen risico in 2021 à € 294,96;
- eigen risico in 2022 à € 385,-;
- kledingschade à € 244,-;
- kosten plaatsen beveiligingscamera à € 239,95;
- zonnebril à € 180,80;
- reiskosten met betrekking tot het oog, losse tanden, psycholoog en justitie à
- boodschappen à € 66,95;
- apotheekkosten à € 41,90.
€ 4.000,- billijk voor, gelet op de onderbouwing van de vordering, het verhandelde ter terechtzitting en hetgeen in vergelijkbare zaken aan slachtoffers is toegekend. Voor het overige zal de vordering met betrekking tot de immateriële schade niet-ontvankelijk worden verklaard.
a)de aard, de toedracht en de gevolgen van de jegens het primaire slachtoffer gepleegde onrechtmatige daad, waaronder de intentie van de dader en de aard en ernst van het aan het primaire slachtoffer toegebrachte leed,
b)de wijze waarop het secundaire slachtoffer wordt geconfronteerd met de jegens het primaire slachtoffer gepleegde onrechtmatige daad en de gevolgen daarvan en
c)de aard en hechtheid van de relatie tussen het primaire slachtoffer en het secundaire slachtoffer (vgl. HR 28 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:958).
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
vierennegentig (94) dagen.
nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van twee (2) jaren.
tweehonderdveertig (240) urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door vier (4) maanden hechtenis.
[slachtoffer]geleden schade tot een bedrag van
€ 5.420,79, bestaande uit € 1.420,79 als vergoeding voor de materiële schade en € 4.000,- als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 30 januari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.