ECLI:NL:RBNHO:2023:1757
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Huurgeschil over huurachterstand, ontbinding huurovereenkomst en immateriële schadevergoeding
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 22 februari 2023 uitspraak gedaan in een huurgeschil tussen eisers, [eisers], en gedaagden, [gedaagde 1] en [gedaagde 2]. De eisers hebben een vordering ingesteld tegen de gedaagden wegens huurachterstand en andere geschillen voortvloeiend uit een mondelinge huurovereenkomst voor een appartement. Gedaagde 1 heeft een tegenvordering ingesteld tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde, alsook betaling van achterstallige huur. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een huurachterstand van € 9.265,00 bestaat, waarvan eisers erkenden dat zij een deel niet hadden betaald. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd is, gezien de aanzienlijke huurachterstand. De vordering van eisers tot immateriële schadevergoeding is afgewezen, omdat niet is aangetoond dat er sprake is van geestelijk letsel. De kantonrechter heeft de vordering van eisers grotendeels afgewezen en de tegenvordering van gedaagde 1 grotendeels toegewezen, met veroordeling van eisers in de proceskosten.