Op 30 januari 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling van een minderjarige. De kinderrechter had eerder het verzoek tot ondertoezichtstelling aangehouden omdat hij zich onvoldoende voorgelicht achtte. Uit aanvullende stukken bleek dat de minderjarige al langere tijd opgroeit in een onrustige en onstabiele situatie, waarbij de ouders niet goed samenwerken in het belang van het kind. Vrijwillige hulpverlening is niet van de grond gekomen, waardoor de kinderrechter besloot de minderjarige voor de duur van twaalf maanden onder toezicht te stellen.
De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over de minderjarige, die bij haar moeder woont. Tijdens de mondelinge behandeling op 20 januari 2023 zijn zowel de vader als de moeder gehoord, bijgestaan door hun advocaten. De Raad voor de Kinderbescherming heeft het verzoek ingediend, waarbij zorgen zijn geuit over de ontwikkeling van de minderjarige, die een taalontwikkelingsstoornis heeft en op school opstandig gedrag vertoont. De ouders hebben een conflictueuze relatie en zijn niet in staat om samen te werken in het belang van hun kind.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de situatie van de minderjarige ernstig bedreigd wordt door de instabiliteit in haar opvoedsituatie en de onenigheid tussen de ouders. Ondanks eerdere pogingen tot vrijwillige hulpverlening, is er geen vooruitgang geboekt. De kinderrechter heeft daarom besloten het verzoek tot ondertoezichtstelling toe te wijzen, met als doel rust, duidelijkheid en regelmaat voor de minderjarige te creëren en de ouders te begeleiden in hun samenwerking met de hulpverlening.