ECLI:NL:RBNHO:2023:1484

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 februari 2023
Publicatiedatum
23 februari 2023
Zaaknummer
C/15/324818 / FA RK 22-496
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting birdnestingregeling en vaststelling kinderbijdrage in familiezaken

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 8 februari 2023 een beschikking gegeven in het kader van een voorlopige voorziening met betrekking tot de zorgregeling voor minderjarigen en de vaststelling van een kinderbijdrage. De rechtbank heeft eerder op 8 maart 2022 een birdnestingregeling vastgesteld, waarbij de kinderen om de beurt bij de ouders verblijven. De vrouw heeft verzocht om de birdnestingregeling te beëindigen, omdat zij vindt dat er veel strijd is tussen partijen en dat de huidige regeling niet meer werkbaar is. De man daarentegen is van mening dat de regeling goed functioneert en dat het in het belang van de kinderen is om deze voort te zetten.

De rechtbank heeft overwogen dat de birdnestingregeling voorlopig wordt voortgezet, omdat deze goed functioneert en beide partijen hebben verklaard dat het goed gaat met de kinderen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het belang van de vrouw om uitsluitend gebruik te maken van de woning niet opweegt tegen het belang van de man om ook gebruik te kunnen maken van de woning en het belang van de kinderen dat de huidige regeling voorlopig wordt voortgezet. De verzoeken van de vrouw om het voortgezet gebruik van de woning en de toevertrouwing van de minderjarigen zijn afgewezen.

Daarnaast heeft de rechtbank de kinderbijdrage vastgesteld op € 236 per kind per maand, rekening houdend met de draagkracht van beide ouders. De rechtbank heeft geen rekening gehouden met een hogere verdiencapaciteit van de vrouw, omdat zij al jarenlang niet in haar opleidingsbranche heeft gewerkt en ook zorg draagt voor twee kinderen, waarvan één een verhoogde zorgbehoefte heeft. De beschikking is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Haarlem
voorlopige voorzieningen/tegenspraak
zaak-/rekestnr.: C/15/324818 / FA RK 22-496
Beschikking van de enkelvoudige kamer voor familiezaken van 8 februari 2023
in de zaak van:
[verzoekster],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat mr. I.S. Kuijken, kantoorhoudende te Haarlem,
tegen
[verweerder],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: de man,
advocaat mr. M. S. Donders, kantoorhoudende te Haarlem.

1.Procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de beschikking van deze rechtbank van 8 maart 2022 en de daarin genoemde stukken;
- de brief, met bijlagen, van de advocaat van de vrouw van 11 oktober 2022;
- de brief, met bijlagen, van de advocaat van de man van 17 oktober 2022;
- het F-formulier met bijlage, van de advocaat van de vrouw van 25 oktober 2022;
- de akte met bijlagen, van de advocaat van de vrouw van 30 december 2022;
- de akte met bijlagen, van de advocaat van de man van 5 januari 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 18 januari 2022
in aanwezigheid van partijen, bijgestaan door hun advocaten. Beide advocaten hebben het woord gevoerd aan de hand van een overgelegde pleitnota.
1.3.
Na de zitting zijn de volgende stukken ingekomen:
  • het F-formulier, met bijlagen, van de advocaat van de vrouw van 19 januari 2023;
  • het F-formulier, met bijlagen, van de advocaat van de man van 23 januari 2023.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Bij beschikking van 8 maart 2022 heeft de rechtbank:
- bepaald dat de voorlopige zorgregeling als volgt zal zijn:
De kinderen verblijven - bij wijze van birdnestingregeling - in de echtelijke woning steeds met één van de ouders, waarbij in week 1 de vrouw in de woning verblijft van maandagmiddag uit school/BSO tot donderdag 18:30 uur en de man van donderdag 18:30 uur tot zaterdag 18:30 uur en in week 2 de vrouw van zaterdag 18:30 uur tot donderdag 18:30 uur en de man van donderdag 18:30 uur tot maandagochtend voor school;
- de beslissing over de toevertrouwing, de zorgregeling, de kinderbijdrage, en het uitsluitend gebruik van de woning aangehouden.
toevertrouwing, zorgregeling en uitsluitend gebruik echtelijke woning
2.2.
De vrouw vindt dat de birdnestingregeling niet langer moet voortduren.
Zij stelt dat er veel strijd is tussen partijen en dat overleg tussen hen niet mogelijk is. Er is veel spanning en onrust in het huis. Omdat de man nauwelijks opruimt en schoonmaakt, is zij vaak tot diep in de nacht bezig orde op zaken te stellen. Ook draagt zij alle zorg voor de kinderen die verder gaat dan de zorg van het moment. De vrouw huurt momenteel een klein kamertje zonder eigen voorzieningen. Zij is druk bezig vervangende woonruimte te vinden, maar slaagt hier niet in omdat ze niet genoeg verdient. Hier komt bij dat de man weigert zich uit te schrijven uit de woning, waardoor zij toeslagen en heffingskortingen misloopt.
Ze moet haar inkomen verhogen om kans te maken op de woningmarkt, maar houdt dat niet vol onder de aanhoudende druk van de birdnestingregeling. De man heeft wel vervangende woonruimte, omdat hij bij zijn ouders terecht kan. Bovendien is zijn inkomen hoog genoeg om iets te kunnen huren. De vrouw handhaaft daarom haar verzoeken.
2.3.
De man is van mening dat de birdnestingregeling goed (genoeg) is verlopen.
Het gaat nu goed met beide kinderen en het is in hun belang - met name voor [de minderjarige 1] , gezien zijn autismespectrumstoornis - dat er zo min mogelijk voor hen verandert.
De man erkent dat de communicatie met de vrouw op dit moment stroef verloop, maar betwist dat hij geen zorgtaken op zich neemt en te weinig huishoudelijke taken doet.
De vrouw heeft nog geen huurwoning gevonden, maar dit komt doordat zij hiervoor onvoldoende haar best doet en de hulp van de man niet aanvaardt. Hij kan niet tijdelijk bij zijn ouders wonen, omdat die niet genoeg ruimte hebben om hem en de kinderen op te vangen. Hij verzoekt daarom de birdnestingregeling voorlopig voort te zetten.
2.4.
Bepaald zal worden dat de birdnestingregeling wordt voortgezet voor (in ieder geval) de duur van de echtscheidingsprocedure. Hiertoe wordt overwogen dat die regeling als zorgregeling goed functioneert, nu beide partijen ter zitting hebben verklaard dat het op dit moment goed gaat met de kinderen. Voorts wordt het belang van de vrouw gezien om uitsluitend gebruik te kunnen maken van de woning, gezien de spanningen die tussen partijen bestaan en de weerslag die dit op haar heeft. Dit belang weegt echter niet op tegen het belang van de man om ook gebruik te kunnen maken van de woning en het belang van de kinderen dat de huidige regeling voorlopig wordt voortgezet.
De man heeft immers onbetwist gesteld dat zijn ouders hem en de kinderen niet tezamen kunnen opvangen, omdat hun huis daar niet groot genoeg voor is. Daarnaast zou de man wellicht een andere woonruimte kunnen huren, maar is door hem onbetwist gesteld dat hij
de echtelijke woning in het kader van de verdeling in de echtscheidingsprocedure kan overnemen, zodat hem de gelegenheid zal worden gegeven hiervoor een financiering rond te krijgen. Indien het verzoek van de vrouw om het uitsluitend gebruik van de woning wordt toegewezen, zou de man in korte tijd twee keer moeten verhuizen.
Hier komt nog bij dat indien de man niet meer in de echtelijke woning mag komen, de zorgregeling zou moeten worden gewijzigd, terwijl die momenteel, zoals hiervoor overwo-gen, goed verloopt. Voor de kinderen zou het betekenen dat zij in korte tijd naar verschillende adressen moeten gaan om contact te hebben met de vader. Dit wordt niet in hun belang geacht, met name waar het betreft [de minderjarige 1] , die gezien zijn autismespectrum-stoornis extra behoefte heeft aan rust en regelmaat. Tot slot wordt overwogen dat op de zitting gebleken is dat de man, anders dan de vrouw in eerste instantie naar voren heeft gebracht, wel degelijk zorgtaken voor de kinderen draagt en een deel van het huishouden voor zijn rekening neemt.
Op grond van het voorgaande zal de birdnestingregeling als zorgregeling worden vastgesteld en de verzoeken om toevertrouwing van de kinderen en het uitsluitend gebruik van de woning worden afgewezen.
kinderbijdrage
2.5.
Bij de berekening van de vast te stellen bijdrage worden de zogenoemde Tremanormen als uitgangspunt genomen en bedragen telkens op hele euro’s afgerond.
De aangehechte berekening, gemaakt met behulp van het alimentatieberekeningsprogramma INA, geeft weer welke uitgangspunten daarbij zijn gehanteerd.
Met betrekking tot deze uitgangspunten wordt specifiek nog het navolgende overwogen.
2.6.
Tussen partijen is niet in geschil dat de naar 1 januari 2023 geïndexeerde behoefte van de kinderen € 543 per kind per maand bedraagt.
Deze behoefte wordt daarom als uitgangspunt genomen.
2.7.
De man is in loondienst werkzaam bij [bedrijf] . Uit de overgelegde loonstrook van december 2022 blijkt dat hij in het jaar 2022 een fiscaal loon had van € 64.033.
Op basis van deze gegevens berekent de rechtbank zijn draagkracht op € 1.095 per maand.
2.8.
De vrouw is in loondienst werkzaam bij [Stichting] . Uit de door haar overgelegde arbeidsovereenkomst blijkt dat zij met ingang van 7 februari 2023 een bruto maandsalaris ontvangt van € 1.499. Geen rekening zal worden gehouden met de maandelijkse toeslag van € 205 die zij van deze werkgever ontvangt, omdat die bedoeld is als bijdrage voor een pensioenregeling.
De vrouw is ook in loondienst werkzaam bij [werkgever] . Uit de overgelegde loonstrook van december 2022 blijkt dat zij een bruto maandloon van € 602, een eindejaarsuitkering van € 76 per maand en een vakantietoeslag van 8% ontvangt, en dat hierop € 32 per maand aan premies in mindering wordt gebracht.
Er wordt geen rekening gehouden met een door de vrouw te ontvangen kindgebonden budget, omdat de man zich (nog) niet heeft uitgeschreven uit de woning.
2.9.
De man stelt dat de vrouw een verdiencapaciteit heeft van € 3.000 bruto per maand, omdat zij hoogopgeleid is en 36 uur per week zou moeten kunnen werken.
Er zal geen rekening worden gehouden met een hoger inkomen dan wat de vrouw in werkelijkheid verdient. De vrouw heeft immers al jarenlang niet gewerkt in de branche waarin zij een Hbo-opleiding heeft afgerond en daarnaast onbetwist gesteld dat zij
32 uur per week werkt. In de gegeven omstandigheden kan van haar niet worden verlangd dat zij meer gaat werken, omdat zij ook gedeeltelijk de zorg draagt voor twee kinderen, van wie één een verhoogde zorgbehoefte heeft.
2.10.
Op basis van bovengenoemde gegevens wordt de draagkracht van de vrouw op € 302 per maand berekend.
2.11.
De gezamenlijke draagkracht van partijen bedraagt € 1.397 per maand.
Dit bedrag overschrijdt de behoefte van de kinderen van € 543 per kind per maand, zodat er aanleiding is een draagkrachtvergelijking te maken.
De verdeling van de kosten van de kinderen over partijen wordt berekend volgens de formule: ieders draagkracht gedeeld door de totale draagkracht vermenigvuldigd met de behoefte, oftewel:
Het eigen aandeel van de man bedraagt: € 1.095 : € 1.397 x € 543 = € 426 per kind per maand.
Het eigen aandeel van de vrouw bedraagt: € 302 : € 1.397 x € 543 = € 117 per kind per maand.
2.12.
Op het berekende aandeel dient de zorgkorting in mindering te worden gebracht.
Nu de man gemiddeld meer dan drie dagen per week de zorg heeft voor de kinderen, geldt een percentage van 35.
Omdat de behoefte € 543 per kind per maand bedraagt, beloopt de zorgkorting een bedrag van € 190 per kind per maand. De man wordt geacht dit bedrag minimaal te besteden aan de kinderen bij de uitoefening van zijn zorgtaken.
2.13.
Op grond van het voorgaande zal beslist worden dat de man met ingang van heden een kinderbijdrage van € 236 (€ 426 - € 190) per kind per maand aan de vrouw moet betalen. Dit bedrag wordt jaarlijks van rechtswege gewijzigd met het wettelijk vast te stellen indexeringspercentage.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
Bepaalt dat de regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken als volgt zal zijn:
de minderjarigen [geslachtsnaam] :
- [de minderjarige 1] , geboren op [geboortedag 1] 2015 in [geboorteplaats] , en
- [de minderjarige 2] , geboren op [geboortedag 2] 2017 in [geboorteplaats] ,
verblijven - bij wijze van birdnestingregeling - in de echtelijke woning steeds met één van de
ouders, waarbij in week 1 de vrouw in de woning verblijft van maandagmiddag uit school/BSO
tot donderdag 18:30 uur en de man van donderdag 18:30 uur tot zaterdag 18:30 uur en in week 2 de vrouw van zaterdag 18:30 uur tot donderdag 18:30 uur en de man van donderdag 18:30 uur tot maandagochtend voor school;
3.2.
bepaalt de door de man aan de vrouw te betalen bijdrage in de kosten van de verzorging en opvoeding van de kinderen op € 236 per kind per maand, bij vooruitbetaling te voldoen;
3.3.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.L. Diender, rechter, in tegenwoordigheid van mr. J. Leertouwer, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 8 februari 2023.
Tegen deze beschikking staat geen rechtsmiddel open.