ECLI:NL:RBNHO:2023:1481

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
7 februari 2023
Publicatiedatum
23 februari 2023
Zaaknummer
10250425 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens parkeren op gehandicaptenparkeerplaats

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 7 februari 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene wegens het parkeren op een gehandicaptenparkeerplaats zonder het daarvoor bestemde voertuig. De betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 1 februari 2023 was de gemachtigde van de betrokkene niet aanwezig, maar de vertegenwoordiger van de officier van justitie verdedigde de beslissing en vroeg de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren. De kantonrechter oordeelde dat de gedraging voldoende was komen vast te staan op basis van de verklaring van de verbalisant, die ondersteund werd door foto’s. De kantonrechter vond dat de betrokkene onvoldoende feiten had aangedragen om aan de verklaring van de verbalisant te twijfelen. Daarom werd het beroep ongegrond verklaard.

Daarnaast werd er een dwangsom toegekend van € 46,00 omdat de officier van justitie niet tijdig had beslist op het beroep van de betrokkene. De kantonrechter volgde het standpunt van de vertegenwoordiger van de officier van justitie dat er een dwangsom verschuldigd was. De wettelijke rente over de dwangsom werd niet toegewezen, omdat deze onder de drempel van € 10,00 bleef. Het verzoek om proceskostenvergoeding werd afgewezen, omdat de betrokkene niet in het gelijk was gesteld. De uitspraak werd openbaar gedaan door de kantonrechter, mr. I.H. Lips, en de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10250425 \ WM VERZ 22-1006
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 7 februari 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : Bezwaartegenverkeersboetes.nl

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 1 februari 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde van betrokkene is niet verschenen.
De vertegenwoordiger van officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren. Daarnaast heeft de vertegenwoordiger van de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat er een dwangsom verschuldigd is.
De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: parkeren op gehandicaptenparkeerplaats anders dan met het voor die gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats bestemde voertuig.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
In het dossier bevindt zich een verslag van waarneming van de verbalisant ondersteund met foto’s. In dit verslag is het volgende vermeld:
“(…) Daar zag ik toen dat er een voertuig geparkeerd stond op een invalide parkeerplaats. Ik zag dat een voertuig was met 4 wielen. Ik zag ook dat de Volkswagen met de kleur blauw en met kenteken [kenteken] geparkeerd stond op de [plaats] op een invalidenparkeerplaats. Ik zag dat het bord E06 werd aangegeven met onderbord met kenteken [kenteken] . Ik heb nog 10 minuten gewacht en zag geen bestuurder van het voertuig met kenteken [kenteken] . Hierop heb ik proces-verbaal opgemaakt. Tijdstip 14.46 uur. (…)”
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden – met name uit de aanvullende verklaring van de verbalisant ondersteund met foto’s – voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Betrokkene heeft onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd die aanleiding geven om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. Een enkele ontkenning is onvoldoende. De boete is dus terecht opgelegd. De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
Naar de kantonrechter begrijpt heeft de gemachtigde van betrokkene tevens aangevoerd dat de officier van justitie niet binnen de daartoe gestelde termijn heeft beslist op het beroep van de betrokkene, zodat volgens de gemachtigde gedurende 2 dagen een dwangsom is verbeurd met een totaal bedrag van € 46,00 plus wettelijke rente. De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft zich ter zitting op het standpunt gesteld dat de gemachtigde gelijk heeft en er een dwangdom verschuldigd is ter hoogte van € 46,00. De kantonrechter volgt de vertegenwoordiger van de officier van justitie en bepaalt daarom dat op grond van artikel 4:17 Awb een dwangsom verschuldigd is. De kantonrechter wijst een dwangsom toe van € 46,00.
Ten aanzien van de wettelijke rente over de dwangsom overweegt de kantonrechter dat de artikelen 4:97 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing zijn. Ingevolge artikel 4:98, tweede lid, van deze wet is de wettelijke rente niet verschuldigd als het bedrag ervan bij enige of laatste betaling minder bedraagt dan € 20,00 of als het bestuursorgaan de schuldenaar is € 10,00. De wettelijke rente over de dwangsom bedraagt minder dan € 10,00. De kantonrechter neemt daarom aan dat de wettelijke rente niet verschuldigd is. Deze zal dus niet worden toegewezen.
Met betrekking tot het verzoek om proceskosten toe te kennen overweegt de kantonrechter als volgt. De betrokkene is niet in het gelijk gesteld als bedoeld in het arrest van het hof van 28 april 2020, vindplaats op rechtspraak.nl: ECLI:NL:GHARL:2020:3336. Anders dan waar het gaat om de vaststelling van de juiste proceskostenvergoeding indien een betrokkene in het gelijk is gesteld (vergelijk het arrest van het hof van 1 april 2021, vindplaats op rechtspraak.nl: ECLI:NL:GHARL:2021:1786) staat de juiste vaststelling van de verschuldigdheid en de hoogte van de dwangsom naar het oordeel van de kantonrechter niet in zodanig verband tot het in het gelijk stellen van de betrokkene dat toekenning van een vergoeding daarvoor redelijk is. Het verzoek om een proceskostenvergoeding wordt afgewezen.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond;
‒ stelt de hoogte van de dwangsom vast op € 46,00 en bepaalt dat de officier van justitie dit bedrag aan de gemachtigde van betrokkene dient te voldoen;
‒ wijst het verzoek op vergoeding van de wettelijke rente over de dwangsom af;
‒ wijst het verzoek op vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: