ECLI:NL:RBNHO:2023:1477

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
1 februari 2023
Publicatiedatum
23 februari 2023
Zaaknummer
10250301 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde boete voor parkeren op het trottoir met verhuisvergunning

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 1 februari 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene voor het parkeren van een voertuig met drie wielen op het trottoir. Betrokkene had een boete ontvangen en daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat uit de dossierstukken, met name een foto van de gedraging, voldoende blijkt dat de boete terecht is opgelegd. Betrokkene erkende dat het voertuig op het trottoir stond, maar voerde aan dat zij in het bezit was van een verhuisvergunning, die tijdelijk parkeren in een vergunninghoudersgebied toestaat. De kantonrechter oordeelde echter dat het parkeren op het trottoir, zelfs met een verhuisvergunning, niet is toegestaan. De rechter zag geen reden om de boete te matigen en verklaarde het beroep ongegrond.

De uitspraak werd gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, en de mogelijkheid tot hoger beroep werd uiteengezet. Hoger beroep kan worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden binnen zes weken na de toezending van de uitspraak, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt. De procedure in hoger beroep is in beginsel schriftelijk, tenzij anders verzocht.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10250301 \ WM VERZ 22-1001
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 1 februari 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 1 februari 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: stilstaan op het trottoir, voetpad, fietspad, fiets/bromfietspad of het ruiterpad (niet de rijbaan gebruiken).
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden – met name uit de foto van de gedraging – voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Het voertuig van betrokkene stond met 3 wielen op het trottoir geparkeerd. Betrokkene erkent dat ook, maar voert aan dat zij in het bezit was van een verhuisvergunning. Een verhuisvergunning is een vergunning om tijdelijk te mogen parkeren in een vergunninghouders gebied. Het is niet toegestaan, ook niet met een verhuisvergunning, om te parkeren op het trottoir. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: