Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
Naar het oordeel van de rechtbank zijn de handelingen waarover de aangeefsters verklaard hebben, namelijk het (meermaals) betasten van de met kleding bedekte billen (feiten 1, 2, 3 en 4) en het spuiten van een witte substantie op de broek ter hoogte van de billen (feit 1) van seksuele aard. De billen kunnen immers, als aan te raken lichaamsdeel, vanuit seksueel oogpunt als erotisch geladen worden beschouwd. Voorts kan er in redelijkheid niet aan worden getwijfeld dat het gedrag in strijd is met een sociaal-ethische norm. Maatschappelijk gezien wordt niet aanvaard dat iemand ongevraagd, plotseling en op een openbare plek, andermans billen aanraakt en daar een substantie op spuit. De rechtbank stelt dan ook vast dat de ten laste gelegde handelingen als ‘ontuchtige handelingen’ als bedoeld in art. 246 Sr zijn aan te merken.
onverhoedshandelen van een voor hen onbekende man. Doordat de man niet alleen plotseling handelde, maar zich ook achter hen manoeuvreerde en zich dus onttrok aan hun zicht, hebben zij zich niet tegen de ontuchtige handelingen kunnen verzetten. Zij konden op deze manier niet anders dan deze handelingen te dulden. De rechtbank stelt dan ook vast dat de slachtoffers ‘gedwongen zijn de ontuchtige handelingen te dulden door een andere feitelijkheid’, als bedoeld in art. 246 Sr.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
€ 500,00 (vijfhonderd euro)als vergoeding voor deze immateriële schade, gelet op de aard en ernst van de normschending billijk.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
6 (zes) maanden.
4 (vier) maanden nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van 2 (twee) jaren.
- De veroordeelde zich meldt binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd bij Reclassering Nederland op het adres Wibautstraat 12 te Amsterdam. De veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt.
- De veroordeelde laat zich behandelen door [naam 5], centrum voor ambulante forensische geestelijke gezondheidszorg (ggz) te Amsterdam of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering.
- Ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- Medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
[slachtoffer 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 500,00bestaande uit immateriële schade en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf
19 maart 2020tot aan de dag van algehele voldoening, aan
[slachtoffer 1], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[slachtoffer 1]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 500,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 10 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
19 maart 2020tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.