Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 15 december 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene wegens het negeren van een inhaalverbod voor vrachtauto's. Betrokkene had eerder beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene de zaak voorgelegd aan de kantonrechter. Tijdens de zitting op 1 december 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen.
De gedraging waarvoor de boete was opgelegd, betrof het negeren van een inhaalverbod, aangeduid met bord F3. Betrokkene erkende de gedraging, maar voerde aan dat er vrijwel geen ander verkeer op de weg was en dat hij geen gevaar of hinder had veroorzaakt. Hij vond het boetebedrag in verhouding tot de omstandigheden te hoog. De kantonrechter oordeelde echter dat het verweer van betrokkene niet opging, omdat het negeren van het inhaalverbod op zichzelf al een overtreding was, ongeacht de omstandigheden op de weg.
De kantonrechter bevestigde dat de hoogte van de boetes is vastgesteld in de bijlage bij de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en dat er geen reden was om de boete te matigen. De uitspraak concludeerde dat het beroep ongegrond werd verklaard, en betrokkene werd geïnformeerd over de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden binnen zes weken na de toezending van de uitspraak.