In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 10 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve boete die was opgelegd voor het rijden 16 km per uur harder dan toegestaan op een (auto)weg buiten de bebouwde kom. De betrokkene, vertegenwoordigd door Adviesbureau Skandara (B. de Jong), heeft tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 3 november 2023 is de zaak behandeld. De gemachtigde van de betrokkene voerde aan dat de meting onjuist was, omdat het statief van de radar op een zachte ondergrond stond, wat zou kunnen leiden tot een foutieve meting. De vertegenwoordiger van de officier van justitie handhaafde echter de beslissing en verzocht de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren. De kantonrechter overwoog dat de boete terecht was opgelegd aan de kentekenhouder, omdat er geen reële mogelijkheid tot staandehouding was geweest.
De kantonrechter concludeerde dat de gedraging voldoende was komen vast te staan en dat er geen aanleiding was om de boete te matigen. Het beroep werd ongegrond verklaard en het verzoek om vergoeding van proceskosten werd afgewezen. De uitspraak werd gedaan door mr. D.D.M. Hazeu, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen 6 weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.