Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 27 oktober 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve boete die aan de betrokkene was opgelegd. De betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. De zaak werd behandeld op de zitting, waar de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar de betrokkene en zijn gemachtigde niet. De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.
De boete was opgelegd voor het veroorzaken van onnodig geluid als bestuurder van een motorvoertuig. De gemachtigde van de betrokkene voerde aan dat er ten onrechte geen staandehouding was verricht en dat de hoorplicht was geschonden. De vertegenwoordiger van de officier van justitie verzocht de kantonrechter om het beroep gegrond te verklaren en de beslissing niet te handhaven.
De kantonrechter oordeelde dat de verbalisant niet voldoende had onderbouwd waarom hij geen staandehouding had kunnen verrichten, ondanks een melding met hogere prioriteit. De kantonrechter concludeerde dat er geen reële mogelijkheid tot staandehouding was uitgesloten en dat de boete ten onrechte was opgelegd. Het beroep werd gegrond verklaard, de beslissing van de officier van justitie en de boete werden vernietigd. Tevens werd de officier van justitie veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene, vastgesteld op € 866,25. De uitspraak werd gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken.