Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 27 oktober 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve boete die aan betrokkene was opgelegd. De boete was opgelegd wegens het parkeren van een voertuig op een plek waar dat niet was toegestaan, aangeduid met bord E1 (parkeerverbod). Betrokkene had tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 27 oktober 2023 waren zowel betrokkene als de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig. Betrokkene voerde aan dat hij een afspraak had bij de bakker om saucijzenbroodjes op te halen en dat hij zijn auto slechts vijf minuten op de stoep had geparkeerd, zonder het verkeer te hinderen en met de alarmlichten aan. De vertegenwoordiger van de officier van justitie gaf aan de beslissing niet te handhaven en verzocht de kantonrechter om het beroep gegrond te verklaren.
De kantonrechter, mr. B. Voogd, oordeelde dat de verklaring van de verbalisant te veel vragen opriep en dat er geen reden was om de officier van justitie de gelegenheid te geven een aanvullend proces-verbaal op te stellen. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete was opgelegd. Tevens werd bepaald dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling had betaald, aan hem diende terug te betalen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en er werd gewezen op de mogelijkheid tot hoger beroep bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.