ECLI:NL:RBNHO:2023:14134

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
13 oktober 2023
Publicatiedatum
19 april 2024
Zaaknummer
10682655 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens verkeersvoorschriften

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 13 oktober 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan de betrokkene wegens het niet voldoen aan de verkeersvoorschriften. De betrokkene had een boete ontvangen omdat het achterlicht van zijn motorvoertuig niet brandde, terwijl hij zich binnen de bebouwde kom bevond. De betrokkene was het niet eens met de beslissing van de officier van justitie, die het beroep tegen de boete ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 13 oktober 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar de betrokkene zelf was niet verschenen.

De kantonrechter heeft de zaak behandeld en overwogen dat het de verantwoordelijkheid van de bestuurder is om ervoor te zorgen dat het voertuig aan de gestelde eisen voldoet. De betrokkene had aangevoerd dat de verbalisant een waarschuwing had gegeven voordat de boete werd opgelegd, maar de kantonrechter oordeelde dat uit het dossier bleek dat er geen waarschuwing was gegeven. De verbalisant had de betrokkene tijdens de staandehouding de cautie gegeven en om een verklaring gevraagd, wat impliceert dat het niet om een waarschuwing ging. De kantonrechter concludeerde dat de boete terecht was opgelegd en dat er geen reden was om deze te matigen.

De uitspraak van de kantonrechter was dat het beroep ongegrond werd verklaard. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt. De procedure voor hoger beroep is in beginsel schriftelijk, tenzij anders verzocht.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10682655 \ WM VERZ 23-578
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 13 oktober 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]
[gemachtigde]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 13 oktober 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: achterlichten motorvoertuig branden niet gelijk met voorlicht, nacht/binnen bebouwde kom.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en namens betrokkene is aangevoerd dat de verbalisant heeft aangegeven dat zij een waarschuwing kreeg en pas de tweede keer een boete.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
Voorop staat dat een bestuurder er verantwoordelijk voor is dat het voertuig te allen tijde voldoet aan de gestelde eisen. Wanneer door een defect aan een bromfiets het achterlicht niet brandt terwijl het donker is op de weg, kan aan de bestuurder een sanctie worden opgelegd als met het voertuig wordt gereden. Bij het constateren van een dergelijk defect tijdens het rijden, moet het voertuig op de eerstvolgende (veilige) plek tot stilstand worden gebracht en het defect worden hersteld.
Het is aan de verbalisant om in concrete gevallen naar aanleiding van een gebleken gedraging een boete op te leggen of te volstaan met een waarschuwong. Uit het dossier blijkt niet dat de verbalisant een waarschuwing heeft gegeven, integendeel. Bij staandehouding is de cautie gegeven en is er om een verklaring van betrokkene gevraagd. Hierdoor had betrokkene kunnen begrijpen dat het niet om een waarschuwing ging.
De boete is dus terecht opgelegd. De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.D.M. Hazeu, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: